Книга - Eens begeerd

a
A

Eens begeerd
Blake Pierce


Eens begeerd is het derde boek in de bestseller-serie met Riley Paige, die begint met Eens weg (boek 1): een gratis download met meer dan 100 vijfsterren recensies!Als er in Phoenix dode prostituees worden gevonden, wordt er eerst niet veel aandacht aan besteed. Maar als er een patroon van verontrustende moorden wordt ontdekt, beseft de plaatselijke politie al snel dat er een seriemoordenaar als een gek tekeergaat, en deze zaak gaat hun pet te boven. Gezien de unieke aard van de misdaden wordt de FBI erbij geroepen, want ze hebben hun meest briljante geest nodig om deze zaak op te lossen: Special Agent Riley Paige.Riley, die nog moet bijkomen van haar laatste zaak en probeert om de stukjes van haar leven bij elkaar te rapen, is eerst afwijzend. Maar als ze over de trieste aard van de misdaden hoort en beseft dat de moordenaar weer snel zal toeslaan, voelt ze zich genoodzaakt. Ze begint haar jacht op de ongrijpbare moordenaar en haar obsessieve karakter laat haar te ver gaan; dit keer misschien wel veel te ver om haar nog van de afgrond terug te kunnen trekken.Rileys zoektocht brengt haar naar de verontrustende wereld van prostituees, van gebroken gezinnen en verbrijzelde dromen. Ze leert dat er zelfs bij deze vrouwen onderling sprankjes hoop zijn, hoop om niet door een gewelddadige psychopaat beroofd te worden. Als er een tiener ontvoerd is, worstelt Riley in een panische race tegen de klok om de diepten van de geest van de moordenaar te doorgronden. Maar wat ze ontdekt leidt haar naar een uitkomst die zelfs voor haar te schokkend is.Eens begeerd is een duistere psychologische thriller met bloedstollende spanning, en is het derde deel in een meeslepende nieuwe serie – met een geliefd nieuw personage – waardoor je tot diep in de nacht blijft lezen.Boek 4 in de Riley Paige-serie is binnenkort beschikbaar.







E E N S B E G E E R D



(EEN RILEY PAIGE MYSTERIE—BOEK 3)



B L A K E P I E R C E


Blake Pierce



Blake Pierce is de auteur van de bestselling mystery-serie met Riley Paige. Er zijn al zo’n zeven spannende Riley Page-thrillers verschenen (en daarmee is de serie nog lang niet ten einde). Blake Pierce is ook de auteur van de mystery-serie met Mackenzie White, die nu al vier boeken telt (en waarvan fans van Blake Pierce er nog meer mogen verwachten) en van de allernieuwste mystery-serie met Keri Locke.



Eens weg (een Riley Paige-mystery, boek 1), Before he kills (een Mackenzie White-mystery, boek 1), Moord met een hoger doel (een Avery Black-mystery, boek 1) en A trace of death (een Keri Locke-mystery, boek 1) kunnen gratis gedownload worden op Google Play!



Blake is zelf al zijn hele leven lang een grote fan van mystery-boeken en thrillers. Hij hoort graag wat je van zijn boeken vindt. Neem gerust eens een kijkje op www.blakepierceauthor.com om meer over hem te weten te komen en op de hoogte te blijven van zijn boeken.



Copyright © 2016 by Blake Pierce. All rights reserved. Except as permitted under the U.S. Copyright Act of 1976, no part of this publication may be reproduced, distributed or transmitted in any form or by any means, or stored in a database or retrieval system, without the prior permission of the author. This ebook is licensed for your personal enjoyment only. This ebook may not be re-sold or given away to other people. If you would like to share this book with another person, please purchase an additional copy for each recipient. If you’re reading this book and did not purchase it, or it was not purchased for your use only, then please return it and purchase your own copy. Thank you for respecting the hard work of this author. This is a work of fiction. Names, characters, businesses, organizations, places, events, and incidents either are the product of the author’s imagination or are used fictionally. Any resemblance to actual persons, living or dead, is entirely coincidental. Jacket image Copyright GongTo, used under license from Shutterstock.com

.


BOEKEN VAN BLAKE PIERCE



SPANNENDE, PSYCHOLOGISCHE THRILLERS MET JESSIE HUNT

DE PERFECTE ECHTGENOTE (boek 1)

DE PERFECTE WIJK (boek 2)



RILEY PAIGE MYSTERY-SERIE

EENS WEG (boek 1)

EENS GEPAKT (boek 2)

EENS BEGEERD (boek 3)

EENS GELOKT (boek 4)



AVERY BLACK MYSTERY-SERIE

MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1)

OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2)

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3)

REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4)

REDEN TOT BEWAREN (boek 5)



MACKENZIE WITTE MYSTERIE-SERIE

VOORDAT HIJ DOODT (boek 1)

VOORDAT ZE ZIET (boek 2)


INHOUDSOPGAVE



PROLOOG (#u602c5699-323e-5173-8814-5e2a77d848cf)

HOOFDSTUK EEN (#u747eaa50-5b50-5916-894d-905c35345d2c)

HOOFDSTUK TWEE (#ue11ea297-f7c8-5a7d-98de-296fea6c3d7a)

HOOFDSTUK DRIE (#uf9089aef-1dd8-5877-86af-ba0f99cf1efb)

HOOFDSTUK VIER (#ua2871da9-f424-5245-a8b0-ca4a5b8f9e99)

HOOFDSTUK VIJF (#ub4f7f569-cd77-5afb-8616-3e3ee0e442b4)

HOOFDSTUK ZES (#u068d53f6-11cd-5d72-964b-4a11d730d8ea)

HOOFDSTUK ZEVEN (#u7b3c6407-903e-554a-9de1-d30f6a646afd)

HOOFDSTUK ACHT (#ue1400af5-f0f9-558e-af35-e7f4572539f4)

HOOFDSTUK NEGEN (#ueab3a105-d219-5bdc-b8ba-5c17073abed8)

HOOFDSTUK TIEN (#ue912bb87-66c6-52af-b221-fdca0b0823f1)

HOOFDSTUK ELF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWAALF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VEERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIERENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VEERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENVEERTIG (#litres_trial_promo)




Proloog


Janine dacht dat ze iets donkers zag in het water bij de kustlijn. Het was groot en zwart en het leek een beetje te bewegen in het zacht kabbelende water.

Ze nam een trek van de marihuana-pijp en gaf hem terug aan haar vriend. Zou dat een heel grote vis kunnen zijn? Of een ander soort wezen?

Janine schudde het van zich af en zei tegen zichzelf dat ze haar fantasie niet de vrije loop kon laten. Door bang te worden zou ze haar high bederven. Nimbo Lake was een enorm kunstmatig meer dat vol met vis zat, net als veel andere meren in Arizona. Er hebben hier nooit verhalen over het Nessie-monsters de ronde gedaan.

Ze hoorde Colby zeggen: “Wauw, het meer staat in brand!”

Janine draaide zich om en keek naar haar vriend. Zijn gezicht met sproeten en rode haar gloeiden in het zonlicht van de late namiddag. Hij had net een trek van de pijp genomen en staarde met een uitdrukking van idioot ontzag naar het water.

Janine giechelde. “Je bent gewoon verlicht, gast,” zei ze. “In elk opzicht.”

''Ja, net als het meer,'' zei Colby.

Janine draaide zich om en keek uit over Nimbo Lake. Hoewel haar eigen high nog niet helemaal zijn intrede had gedaan, was de aanblik adembenemend. De late namiddagzon zette de muur van de canyon in vuur en vlam, in rood en goud. Het water reflecteerde de kleuren als een grote gladde spiegel.

Ze herinnerde zich dat nimbo Spaans was voor aureool. De naam paste perfect.

Ze pakte de pijp terug en inhaleerde diep, en voelde het welkome tintelen diep in haar keel. Ze zou nu elk moment echt goed high zijn. Het zou leuk worden.

Maar wat was die zwarte vorm in het water?

Gewoon een speling van het licht, hield Janine zichzelf voor.

Wat het ook was, het was beter om het te negeren, dan bang te worden. Al het andere was zo perfect. Dit was hun favoriete plek, die van haar en Colby: zo mooi, weggestopt in een van de baaien op het meer, weg van de campings, ver weg van alles, van iedereen.

Zij en Colby kwamen hier meestal in het weekend, maar vandaag hadden ze van school gespijbeld en waren er gewoon vandoor gegaan. Het late zomerweer was te mooi om te moeten missen. Het was veel koeler en mooier hier dan in Phoenix. Colby’s oude auto stond naast de onverharde weg achter hen geparkeerd.

Terwijl ze uitkeek over het meer, voelde ze de sensatie opkomen; het gevoel van een echt fantastische, aankomende high. Het meer leek bijna te intens prachtig om naar te kijken. Dus keek ze naar Colby. Hij zag er ook heel intens prachtig uit. Ze greep hem vast en kuste hem. Hij kuste haar terug. Hij smaakte fantastisch. Alles aan hem zag er fantastisch uit en voelde fantastisch.

Ze trok haar lippen weg van de zijne en keek in zijn ogen en zei ademloos: ''Nimbo betekent aureool, wist je dat?''

"Wauw," zei hij. “Wauw.”

Hij klonk alsof dat het meest verbazingwekkende was dat hij ooit in zijn leven had gehoord. Hij leek en klonk zo grappig, terwijl hij dat zei, alsof het religieus was of zoiets. Janine begon te lachen, en Colby lachte ook. Binnen een paar seconden lagen ze volledig verknoopt in elkaars armen, tastend en strelend.

Janine wist zichzelf te ontwarren.

''Wat is er aan de hand?" vroeg Colby.

"Niets," zei Janine.

In een flits trok ze haar haltertop uit. Colby's ogen werden groter.

''Wat doe je?'' vroeg hij.

"Wat denk je dat ik doe?"

Ze begon te worstelen met zijn T-shirt en probeerde hem het uit te trekken.

"Wacht even," zei Colby. ''Hier?''

"Waarom niet hier? Het is beter dan de achterbank van je auto. Niemand ziet ons.''

"Maar misschien een boot..."

Janine lachte. "Als is er een boot, wat dan nog? Wat maakt het uit?''

Colby werkte nu mee en hielp haar om zijn T-shirt uit te trekken. Ze waren allebei onhandig van opwinding, wat de spanning alleen maar groter maakte. Janine kon zich niet voorstellen waarom ze dit niet eerder hier hadden gedaan. Het was niet bepaald de eerste keer dat ze hier wiet rookten.

Maar Janine bleef die gedaante in het water in haar hoofd zien. Er was daar íéts, en tot ze wist wat het was, zou het in haar hoofd blijven hangen en alles verpesten.

Hijgend stond ze op. "Kom op," zei ze. "Laten we iets gaan bekijken."

''Wat?'' vroeg Colby.

''Ik weet niet. Kom nu maar.'' Ze pakte Colby's hand en samen strompelden ze over de ruwe helling naar de kust. Janine's high begon af te zwakken. Ze had er een hekel aan wanneer dat gebeurde. Hoe eerder ze erachter zou komen dat wat ze gezien had onschuldig was, hoe sneller ze zich weer goed kon voelen.

Toch begon ze te wensen dat haar high niet zo snel en zo sterk was opgekomen.

Bij elke stap werd het voorwerp duidelijker. Het was gemaakt van zwart plastic en hier en daar braken er bellen door het wateroppervlak. En er zat iets kleins en wits aan de zijkant.

Slechts een meter van het water verwijderd, kon Janine zien dat het een grote, zwarte vuilniszak was. Hij was geopend bij het uiteinde en uit de opening prikte de vorm van een hand, onnatuurlijk bleek.

Een paspop misschien, dacht Janine.

Ze bukte zich naar het water om een kijkje te nemen. De vingernagels waren glinsterend rood geschilderd en in sterk contrast met de bleekheid. Een vreselijk besef schoot als een elektrische stroom door het lichaam van Janine.

De hand was echt. Het was de hand van een vrouw. De zak bevatte een lijk.

Janine begon te gillen. Ze hoorde Colby ook schreeuwen. En ze wist dat ze nog lang niet zou kunnen ophouden met schreeuwen.




Hoofdstuk een


Riley wist dat de dia's die ze op het punt stond te laten zien haar FBI-studenten zouden shockeren. Sommigen van hen zouden het waarschijnlijk niet aankunnen. Ze scande de gretige jonge gezichten die haar vanaf de halve cirkel van gelaagde tafeltjes aankeken.

Eens kijken hoe ze reageren, dacht ze. Dit kan belangrijk voor hen zijn.

Natuurlijk wist Riley dat in het hele scala van misdaden een seriemoord zeldzaam was. Toch moesten deze jongeren alles leren wat er te leren viel. Ze streefden ernaar om FBI-veldagenten te worden en al snel zouden ze merken dat de meeste lokale advocaten geen ervaring hadden met seriemoorden. En Speciaal Agent Riley Paige was een autoriteit op het gebied van seriemoorden.

Ze klikte op de afstandsbediening. De eerste beelden die op het grote platte scherm verschenen waren allesbehalve gewelddadig. Het waren vijf houtskoolportretten van vrouwen, variërend van jong tot middelbare leeftijd. Alle vrouwen waren aantrekkelijk en glimlachten, en de portretten waren met vakmanschap en liefdevol kunstenaarschap gemaakt.

Terwijl Riley verder klikte zei ze: "Deze vijf tekeningen zijn acht jaar geleden gemaakt door een kunstenaar genaamd Derrick Caldwell. Elke zomer verdiende hij veel geld met het tekenen van portretten van toeristen op de Dunes Beach Boardwalk hier in Virginia. Deze vrouwen behoorden tot zijn allerlaatste klanten.”

Toen het laatste portret van de vijf verscheen, klikte Riley opnieuw. De volgende foto was een afschuwelijk beeld van een open diepvrieskist gevuld met in stukken gesneden vrouwelijke lichaamsdelen. Ze hoorde haar studenten naar adem happen.

"Dit is er van die vrouwen geworden," zei Riley. "Terwijl hij ze tekende, raakte Derrick Caldwell ervan overtuigd, om zijn eigen woorden te gebruiken, dat ze 'te mooi waren om te leven'. Dus hij stalkte ze een voor een, doodde ze, hakte ze in stukken en bewaarde ze in zijn vriezer.”

Riley klikte opnieuw, en de beelden die volgden waren nog schokkender. Het waren foto's die door het team van de medische onderzoeker zijn genomen nadat ze de lichamen weer in elkaar hadden gezet.

Riley zei: "Caldwell heeft de lichaamsdelen 'geschud', zodat de vrouwen onherkenbaar werden gemaakt.”

Riley draaide zich om naar het klaslokaal. Een mannelijke student haastte zich naar de uitgang met zijn hand op zijn maag. Anderen keken op het punt om over te geven. Een paar waren in tranen. Slechts een handjevol leek er niet van onder de indruk te zijn.

Paradoxaal genoeg was Riley er vrij zeker van dat juist deze studenten de opleiding aan de academie niet zouden overleven. Voor hen waren dit gewoon foto's, helemaal niet echt. Ze zouden niet in staat zijn om de werkelijke gruwel aan te kunnen wanneer ze dit in het echt zouden meemaken. Ze zouden niet in staat zijn om de persoonlijke naschok en posttraumatische stress waar ze mee te maken zouden krijgen te verwerken. Nog steeds glipten er af en toe visioenen van een gasbrander in haar bewustzijn, maar haar PTSS werd wel minder. Ze was aan het genezen. Maar ze was er zeker van dat je eerst iets moest voelen voordat je ervan kon bijkomen.

"En nu,” zei Riley, “ga ik een paar uitspraken doen, en jullie gaan me vertellen of ze een mythe of feit zijn. Hier komt de eerste. De meeste seriemoordenaars doden om seksuele redenen. Mythe of feit?”

Handen schoten de lucht in. Riley wees op een bijzonder gretig uitziende student op de eerste rij.

"Feit?" vroeg de student.

"Ja, feit," zei Riley. "Hoewel er andere redenen kunnen zijn, is een seksuele component het meest gangbaar. Dit kan verschillende vormen aannemen, soms nogal bizar. Derrick Caldwell is een klassiek voorbeeld. De lijkschouwer stelde vast dat hij bij de slachtoffers necrofilie heeft gepleegd voordat hij ze in stukken heeft gesneden.”

Riley zag dat de meesten van haar studenten notities in hun laptops aan het typen waren. Ze vervolgde: "Hier is nog een uitspraak. Seriemoordenaars worden steeds gewelddadiger met hun slachtoffers terwijl ze blijven moorden.”

Handen gingen weer de lucht in. Deze keer wees Riley een paar rijen meer naar achteren naar een student.

"Feit," zei de student.

"Mythe," zei Riley. "Hoewel ik zeker enkele uitzonderingen heb gezien, laten de meeste gevallen niet zo'n verandering na verloop van tijd zien. Derrick Caldwells mate van geweld bleef constant terwijl hij aan het moorden was. Maar hij was roekeloos, nauwelijks een duivels meesterbrein. Hij werd hebberig. Hij maakte al zijn slachtoffers binnen anderhalve maand tijd. Door dat soort aandacht te trekken, maakte hij zijn gevangenneming bijna onvermijdelijk.”

Ze keek naar de klok en zag dat haar uur om was. "Dat was het voor vandaag," zei ze. "Maar er zijn veel verkeerde aannamen over seriemoordenaars en er doen nog steeds veel mythen de ronde. De Gedragsanalyse Eenheid heeft de gegevens verzameld en geanalyseerd, en ik heb aan seriemoorden op verschillende locaties in het land gewerkt. We hebben nog steeds veel informatie die verwerkt moet worden.”

De klas ging uit elkaar en Riley begon haar materiaal in te pakken om naar huis te gaan. Drie of vier studenten dromden rond haar bureau om vragen te stellen.

Een mannelijke student vroeg: "Agent Paige, was u niet betrokken bij de zaak-Derrick Caldwell?”

"Ja, dat klopt," zei Riley. "Dat is een verhaal voor een andere keer. ”

Het was ook een verhaal dat ze niet graag wilde vertellen, maar dat had ze niet gezegd.

Een jonge vrouw vroeg: "Is Caldwell ooit geëxecuteerd voor zijn misdaden?”

"Nog niet," zei Riley.

Terwijl ze probeerde om niet onbeleefd te zijn, liep Riley langs de studenten heen naar de uitgang. Caldwells ophanden zijnde executie was niet iets waar ze graag over wilde praten. De waarheid was dat ze verwachtte dat het elk moment gepland zou zijn. Als belangrijkste verantwoordelijke voor zijn gevangenneming was ze uitgenodigd om getuige te zijn van zijn dood. Ze had nog niet besloten of ze wel of niet zou gaan.

Riley voelde zich goed toen ze het gebouw uit liep in een aangename septembermiddag. Ze was tenslotte nog steeds met verlof.

Ze had al last van PTSS sinds een maniakale moordenaar haar gevangen had gehouden. Ze was ontsnapt en had uiteindelijk haar kwelgeest uitgeschakeld. Maar ze was toen al niet met verlof gegaan. Ze was meteen doorgegaan met het afmaken van een andere zaak. Het was een gruwelijke zaak in Upstate New York die eindigde met de moordenaar die voor haar neus zelfmoord pleegde door zijn eigen keel door te snijden.

Dat moment achtervolgde haar nog steeds. Toen haar leidinggevende, Brent Meredith, haar benaderde met een andere zaak, weigerde ze die te accepteren. Op voorstel van Meredith had ze ermee ingestemd om les te geven aan de FBI Academy in Quantico.

Toen ze in haar auto stapte en naar huis reed, dacht Riley na over wat een verstandige keuze het was geweest. Eindelijk had haar leven een gevoel van vrede, van kalmte.

En toch, terwijl ze reed, begon een kruipend, vertrouwd gevoel te ontstaan, een gevoel dat haar hart liet bonzen midden op een helderblauwe dag. Het was een gevoel van verwachting, realiseerde ze zich, van iets onheilspellends wat eraan stond te komen.

En terwijl ze zich voor altijd deze kalmte probeerde voor te stellen, wist ze het, ze wist het gewoon: het zou niet lang duren.




Hoofdstuk twee


Riley voelde een vlaag van angst toen ze het gezoem in haar handtas voelde. Ze bleef staan voor de voordeur van haar nieuwe huis en haalde haar telefoon tevoorschijn. Haar hart sloeg een slag over.

Het was een boodschap van Brent Meredith.

Bel me.

Riley maakte zich zorgen. Haar baas wilde misschien alleen maar kijken hoe het met haar ging. Dat deed hij tegenwoordig veel. Aan de andere kant wil hij misschien dat ze weer aan het werk ging. Wat moest ze doen?

Ik zal nee zeggen, natuurlijk, vertelde Riley zichzelf.

Maar dat is misschien niet zo gemakkelijk. Ze vond haar baas aardig, en ze wist dat hij erg overtuigend kon zijn. Het was een beslissing die ze niet wilde nemen, dus legde ze de telefoon weg.

Toen ze haar voordeur opende en de heldere, schone ruimte van haar nieuwe huis binnenstapte, verdween Riley's kortstondige angst. Alles leek zo goed sinds ze hierheen verhuisd was.

Een aangename stem riep haar.

"¿Quién es?”

"Soy yo," riep Riley terug. "Ik ben thuis, Gabriela.”

De stevige Guatemalteekse vrouw van middelbare leeftijd stapte uit de keuken en droogde haar handen met een handdoek. Het was goed om Gabriela's lachende gezicht te zien. Ze was al jaren de huishoudhulp van de familie, lang voordat Riley gescheiden was van Ryan. Riley was dankbaar dat Gabriela ermee had ingestemd om bij haar en haar dochter in te trekken.

"Hoe was je dag?" vroeg Gabriela.

"Het was geweldig," zei Riley.

"¡Qué bueno!”

Gabriela verdween weer in de keuken. De geur van een heerlijke maaltijd dreef door het huis. Ze hoorde Gabriela in het Spaans zingen.

Riley stond in haar woonkamer en genoot van haar omgeving. Zij en haar dochter waren nog maar kortgeleden hierheen verhuisd. Het kleine boerderijachtige huisje waar ze hadden gewoond toen haar huwelijk op de klippen liep, was te afgelegen en niet zo veilig. Bovendien had Riley dringend behoefte aan verandering, zowel voor zichzelf als voor April. Nu haar scheiding definitief was en Ryan genereus was met de alimentatie, was het tijd om een heel nieuw leven op te bouwen.

Er waren nog een paar laatste dingen te doen. Een deel van het meubilair was nogal oud en niet op zijn plaats in zo'n ongerepte omgeving. Ze zou iets anders moeten vinden. Een van de muren zag er vrij leeg uit, en Riley had geen foto's meer om daar op te hangen. Ze nam zich voor om te gaan winkelen met April dit weekend. Dat idee zorgde ervoor dat Riley zich relatief normaal voelde, een vrouw met een leuk gezinsleven in plaats van een agent die een of andere rare moordenaar opspoort.

Nu vroeg ze zich af: waar wás April?

Ze bleef staan en luisterde. Er kwam geen muziek uit de kamer van April boven. Toen hoorde ze haar dochter schreeuwen.

April's stem kwam uit de achtertuin. Riley snakte naar adem en haastte zich door haar eetkamer en kwam op het grote achterdek terecht. Toen ze April's gezicht en torso boven het hek tussen de tuinen in zicht zag komen, duurde het even voordat Riley zich realiseerde wat er aan de hand was. Toen ontspande ze zich en lachte zichzelf uit. Haar automatische gevoel van paniek was overdreven. Maar het was instinctief. Maar al te recentelijk had Riley April gered uit de klauwen van een gek die zich op haar had gericht uit wraak op haar moeder.

April verdween uit het zicht en dook dan weer op lachend van plezier. Ze zat te springen op de trampoline van de buren. Ze was bevriend geraakt met het meisje dat daar woonde, een tiener van ongeveer de leeftijd van April en die zelfs naar dezelfde middelbare school ging.

"Wees voorzichtig!" riep Riley naar April.

"Ik ben OK, mam!" riep April buiten adem terug.

Riley moest weer lachen. Het was een onbekend geluid, voortkomend uit gevoelens die ze bijna vergeten was. Ze wilde er weer aan wennen om te lachen.

Ze wilde ook wennen aan de vrolijke uitdrukking op het gezicht van haar dochter. Het leek pas gisteren, toen April nog vreselijk opstandig en somber was, zelfs voor een tiener. Riley kon het April nauwelijks kwalijk nemen. Riley wist dat ze als moeder veel te wensen overliet. Ze deed er alles aan om dat te veranderen.

Dat was één van de redenen waarom ze het zo leuk vond om van het veldwerk af te zijn, met de lange, onvoorspelbare uren, vaak op verre locaties. Haar schema versmolt nu met dat van April, en Riley vreesde de kans dat dit ooit zou moeten veranderen.

Het beste is om ervan te genieten zolang ik kan, dacht ze.

Riley ging net op tijd terug het huis in om de voordeurbel te horen.

Ze riep, "Ik ga wel, Gabriela.”

Ze opende de deur en was verbaasd dat ze tegenover een lachende man stond die ze nog niet eerder had gezien.

"Hoi," zei hij, een beetje verlegen. "Ik ben Blaine Hildreth, van hiernaast. Je dochter is daar nu bij mijn dochter, Crystal. Hij bood Riley een doosje aan en voegde eraan toe, "Welkom in de buurt." Ik heb een klein cadeautje voor je meegebracht.”

"Oh," zei Riley. Ze was geschrokken van de ongewone hartelijkheid. Het kostte haar een moment om te zeggen, "Alsjeblieft, kom binnen.”

Ze accepteerde de doos onhandig en bood hem een zitplaats aan in een huiskamerstoel. Riley ging op de bank zitten en hield de geschenkdoos op haar schoot. Blaine Hildreth keek vol verwachting naar haar.

"Dit is zo aardig van je," zei ze, terwijl ze het doosje opende. Het bevatte een gemengde set van kleurrijke koffiemokken, waarvan er twee versierd waren met vlinders en twee met bloemen.

"Ze zijn mooi," zei Riley. "Wil je wat koffie?”

"Dat zou ik geweldig vinden", zei Blaine.

Riley riep naar Gabriela, die uit de keuken kwam.

"Gabriela, kan je koffie inschenken in deze mokken? "zei ze, terwijl ze haar twee van de mokken gaf. "Blaine, hoe drink jij graag je koffie?”

"Zwart graag. ”

Gabriela nam de mokken mee de keuken in.

"Mijn naam is Riley Paige," zei ze tegen Blaine. "Bedankt voor het langskomen. En bedankt voor het cadeau.”

"Graag gedaan," zei Blaine.

Gabriela keerde terug met twee mokken heerlijke warme koffie en ging daarna weer aan het werk in de keuken. Enigszins tot haar schaamte, betrapte Riley zich erop dat ze haar buurman van top tot teen zat te bekijken. Nu ze vrijgezel was, kon ze het niet weerstaan. Ze hoopte dat het hem niet opviel.

Och ja, dacht ze. Misschien doet hij hetzelfde bij mij.

Eerst zag ze dat hij geen trouwring droeg. Weduwe of gescheiden, dacht ze.

Ten tweede schatte ze in dat hij ongeveer haar leeftijd was, misschien iets jonger, misschien achter in de dertig.

Eigenlijk zag hij er goed uit, of in ieder geval redelijk goed. Zijn haarlijn trok zich terug, wat hem niet misstond. En hij leek slank en fit.

"Dus, wat doe jij in het dagelijks leven?" vroeg Riley.

Blaine haalde zijn schouders op. "Ik heb een restaurant. Ken je Blaine's Grill in de stad?”

Riley was aangenaam onder de indruk. Blaine's Grill was een van de leukste informele lunchplaatsen hier in Fredericksburg. Ze had gehoord dat het een geweldige plek was om te eten, maar ze had niet de kans gehad om het te proberen.

"Ik ben er wel eens geweest," zei ze.

"Nou, die is van mij," zei Blaine. "En jij?”

Riley ademde diep. Het was nooit gemakkelijk om een totaal vreemde te vertellen wat ze voor de kost deed. Vooral mannen waren soms geïntimideerd.

"Ik werk voor de FBI," zei ze. "Ik ben een veldagent.”

Blaine's ogen werden groot.

"Echt waar?" zei hij.

"Nou, met verlof op dit moment.... Ik geef les op de academie.”

Blaine leunde naar haar toe met groeiende belangstelling.

"Wow. Ik weet zeker dat je een paar goede verhalen te vertellen hebt. Ik zou er graag een willen horen.”

Riley lachte een beetje zenuwachtig. Ze vroeg zich af of ze ooit in staat zou zijn om iemand buiten het Bureau te vertellen over een aantal van de dingen die ze had gezien. Het zou nog moeilijker zijn om te praten over dingen die ze had gedaan.

"Ik denk het niet," zei ze een beetje scherp. Riley kon Blaine stijf zien worden, en ze realiseerde zich dat haar toon nogal onbeleefd was.

Hij bukte zijn hoofd en zei, "Ik verontschuldig me. Het was zeker niet mijn bedoeling om je je ongemakkelijk te laten voelen.”

Ze kletsten daarna nog even, maar Riley was zich ervan bewust dat haar nieuwe buurman terughoudender was geworden. Nadat hij beleefd afscheid had genomen en was vertrokken, sloot Riley de deur achter zich en zuchtte. Ze was niet echt benaderbaar, realiseerde ze zich. De vrouw die een nieuw leven begon was nog steeds dezelfde oude Riley.

Maar ze zei tegen zichzelf dat het er op dit moment nauwelijks toe deed. Een rebound-relatie was het laatste wat ze nu nodig had. Haar leven vroeg om een serieuze oplossing, en ze was nog maar net begonnen om vooruitgang te boeken in die richting.

Toch was het leuk om een paar minuten met een aantrekkelijke man te hebben gepraat, en een opluchting om eindelijk buren te hebben - en ook nog eens aardige buren.



*



Toen Riley en April aan tafel gingen zitten om te eten, kon April haar handen niet van haar smartphone afhouden.

"Stop alsjeblieft met sms'en," zei Riley. "Het is etenstijd. ”

"Over een minuutje, mam," zei April. Ze bleef maar sms'en.

Riley was slechts licht geïrriteerd door April's vertoon van tienergedrag. In werkelijkheid had het zeker zo zijn voordelen. Riley deed het goed op school dit jaar en maakte nieuwe vrienden. Wat Riley betreft, waren dit veel fijnere kinderen dan waar April eerder mee had rondgelopen. Riley gokte erop dat April nu een sms'je stuurde naar een jongen waarin ze geïnteresseerd was. Maar tot nu toe had April hem nog niet genoemd.

April stopte met sms'en toen Gabriela binnenkwam uit de keuken met een dienblad met chiles rellenos. Terwijl ze de dampende, weelderig gevulde paprika's op de keukentafel zette, giechelde April ondeugend.

"Picante genoeg, Gabriela?" vroeg ze.

"Sí," zei Gabriela, ook giechelend.

Het was een lopende grap tussen hun drie. Ryan had een hekel aan voedsel dat te pittig was. Eigenlijk kon hij het helemaal niet eten. Wat April en Riley betreft, hoe pitter hoe beter. Gabriela hoefde zich niet langer in te houden of in ieder geval niet meer zo veel in te houden als vroeger. Riley betwijfelde of zelfs zij of April Gabriela's originele Guatemalteekse recepten zou aankunnen.

Toen Gabriela eenmaal het eten had geserveerd voor hun drie, zei ze tegen Riley, "De heer is guapo, niet?”

Riley voelde zichzelf blozen. "Knap? Dat heb ik niet gemerkt, Gabriela.”

Gabriela barstte in lachen uit. Ze ging zitten om met ze te eten en begon een deuntje te neuriën. Riley dacht dat het een Guatemalteeks liefdeslied was. April staarde naar haar moeder.

"Welke heer, mam?" vroeg ze.

"Oh, onze buurman kwam even geleden langs..."

April onderbrak haar opgewonden. "Omigod! Was het Crystal's vader? Dat was het wel, nietwaar! Is hij niet superknap?”

"En ik denk dat hij vrijgezel is," zei Gabriela.

"Oké, hou op," zei Riley met een lach. "Geef me wat ruimte om te leven. Ik heb het niet nodig dat jullie tweeën me proberen te koppelen met onze buurman.”

Ze doken allemaal in op hun gevulde paprika's, en ze waren bijna klaar met eten toen Riley haar telefoon in haar zak voelde zoemen.

Verdomme, dacht ze. Ik had hem niet mee naar de tafel moeten brengen.

Het gezoem ging door. Ze kon het niet negeren. Sinds ze thuis was gekomen, had Brent Meredith nog twee sms'jes achtergelaten en ze bleef zichzelf vertellen dat ze hem later zou bellen. Ze kon het niet meer uitstellen. Ze verontschuldigde zich van de tafel en nam de telefoon op.

"Riley, het spijt me dat ik je zo stoor," zei haar baas. "Maar ik heb je hulp echt nodig.”

Riley was geschrokken om Meredith haar bij haar voornaam te horen noemen. Dat was zeldzaam. Hoewel ze best wel close waren, sprak hij haar meestal aan als Agent Paige. Hij was normaal gesproken zakelijk, soms zelfs zo zakelijk dat hij bruusk was.

"Wat is er, meneer?" vroeg Riley.

Meredith viel even stil. Riley vroeg zich af waarom hij terughoudend was. Haar moed zakte in haar schoenen. Ze was zich er zeker van dat dit precies het nieuws was waar ze bang voor was.

"Riley, ik vraag om een persoonlijke gunst", zei hij, op een veel minder bevelende toon dan normaal. "Er werd mij gevraagd om een moord in Phoenix te onderzoeken.”

Riley was verrast. "Een enkele moord?" vroeg ze. "Waarom zou daarvoor de FBI nodig zijn?”

"Ik heb een oude vriend in het veldkantoor in Phoenix," zei Meredith. "Garrett Holbrook. We gingen samen naar de academie. Zijn zus Nancy was het slachtoffer.”

"Het spijt me zo," zei Riley. "Maar de lokale politie...."

Er zat een zeldzame smeekbede in Meredith's stem.

"Garrett wil echt onze hulp. Ze was een prostituee. Ze verdween gewoon en toen dook haar lichaam op in een meer. Hij wil dat we het onderzoeken als het werk van een seriemoordenaar.”

Het verzoek leek vreemd voor Riley. Prostituees verdwijnen vaak zonder vermoord te worden. Soms besluiten ze om hun werk ergens anders te doen. Of gewoon te stoppen.

"Heeft hij een reden om dat te denken?" vroeg ze.

"Ik weet het niet, zei Meredith. "Misschien wil hij dat denken om ons erbij te betrekken.... Maar het is wel waar, zoals je weet, dat prostituees vaak het doelwit zijn van seriemoordenaars.”

Riley wist dat dit waar was. De levensstijl van prostituées maakte hen tot doelwit. Ze waren zichtbaar en toegankelijk, alleen met vreemden, vaak drugsverslaafd.

Meredith vervolgde, "Hij belde me persoonlijk. Ik heb hem beloofd dat ik mijn beste mensen naar Phoenix zou sturen. En natuurlijk hoor jij daar ook bij.”

Riley was ontroerd. Meredith maakte het niet gemakkelijk om nee te zeggen.

"Probeer het alsjeblieft te begrijpen, meneer," zei ze. "Ik kan gewoon geen nieuwe zaak op me nemen.”

Riley voelde zich vaag oneerlijk. Kan of wil niet?, vroeg ze zichzelf af. Nadat ze gevangen genomen en gemarteld was door een seriemoordenaar, had iedereen erop aangedrongen dat ze verlof nam van haar werk. Dat probeerde ze wel, maar wilde wanhopig weer aan het werk. Nu vroeg ze zich af waar die wanhoop echt over ging. Ze was roekeloos en zelfvernietigend geweest en had heel veel moeite om haar leven onder controle te krijgen. Toen ze eindelijk Peterson, haar kwelgeest, had gedood, dacht ze alles weer onder controle te krijgen. Maar hij bleef haar achtervolgen en ze had opnieuw problemen om over haar laatste zaak heen te komen.

Na een pauze voegde ze eraan toe, "Ik heb meer tijd nodig buiten het veld. Ik ben technisch gezien nog steeds met verlof en ik probeer echt mijn leven weer onder controle te krijgen.”

Een lange stilte volgde. Het klonk niet alsof Meredith in discussie zou gaan, laat staan dat hij haar een bevel zou geven. Maar hij was niet van plan om te zeggen dat het OK was. Hij wilde de druk niet laten zakken.

Ze hoorde Meredith een lange, trieste zucht slaken. "Garrett was jarenlang vervreemd van Nancy.... Wat er nu met haar gebeurd is, vreet hem van binnen op. Ik denk dat er een lesje in zit, nietwaar? Neem niemand in je leven voor lief. Probeer altijd het contact te behouden.”

Riley liet bijna de telefoon vallen. Meredith's woorden raakten een zenuw die al lang niet meer hgeraakt was. Riley had jaren geleden het contact met haar eigen oudere zus verloren. Ze waren vervreemd van elkaar en ze had zich al lang niet meer aan Wendy gedacht. Ze had geen idee hoe het nu met haar eigen zus ging.

Na een nieuwe pauze zei Meredith, "Beloof me dat je erover nadenkt.”

"Dat zal ik doen," zei Riley.

Ze beëindigden het gesprek.

Ze voelde zich vreselijk. Meredith had haar bijgestaan door verschrikkelijke tijden en hij had nog nooit zo'n kwetsbaarheid jegens haar getoond. Ze vond het verschrikkelijk om hem in de steek te laten. En ze had hem net beloofd om erover na te denken.

En hoe wanhopig ze het ook wilde, Riley wist niet zeker of ze wel nee kon zeggen.




Hoofdstuk drie


De man zat in zijn auto op de parkeerplaats en keek naar de hoer toen ze langs de straat naderde. "Chiffon," noemde ze zichzelf. Blijkbaar niet haar echte naam. En hij was er zeker van dat er veel meer over haar was dat hij niet wist.

Ik kon haar dwingen het me te vertellen, dacht hij. Maar niet hier. Niet vandaag.

Hij zou haar hier vandaag ook niet vermoorden. Nee, niet hier zo dicht bij haar vaste werkplek, de zogenaamde "Kinetic Custom Gym". "Van waar hij zat, kon hij de versleten sportmachines door de ramen van de winkel zien - drie loopbanden, een roeimachine en een paar gewichtsmachines, waarvan er geen enkele meer werkte. Voor zover hij wist, kwam hier nooit iemand om daadwerkelijk te sporten.

In ieder geval niet op een sociaal aanvaardbare manier, dacht hij met een glimlach.

Hij kwam hier niet vaak meer langs - niet sinds hij die brunette had meegenomen die hier jaren geleden had gewerkt. Natuurlijk, hij had haar hier niet vermoord. Hij had haar naar een motelkamer gelokt voor "extra diensten" en met de belofte van veel meer geld.

Het was toen al geen moord met voorbedachte rade geweest. De plastic zak boven haar hoofd was alleen bedoeld om een fantasie-element van gevaar toe te voegen. Maar toen het eenmaal gedaan was, was hij verbaasd over hoe diep tevreden hij zich had gevoeld. Het was een epicuristisch genoegen geweest, kenmerkend, zelfs in zijn leven van pleziertjes.

Toch had hij sindsdien bij zijn pogingen meer zorg en terughoudendheid aan de dag gelegd. Of had hij tenminste tot vorige week, toen hetzelfde spel weer een dodelijke afloop had met die escorte, wat was haar naam?

Oh, ja, hij herinnerde het zich. Nanette.

Hij had toen al vermoed dat Nanette misschien niet haar echte naam was. Nu zou hij er nooit meer achter komen. In zijn hart wist hij dat haar dood geen ongeluk was. Niet echt. Hij was van plan om het te doen. En zijn geweten was onbevlekt. Hij was er klaar voor om het weer te doen.

Degene die zichzelf Chiffon noemde, naderde ongeveer een half blok verderop, gekleed in een gele top en een nauwelijks bestaande rok, wankelend in de richting van de sportschool op onmogelijk hoge hakken, terwijl ze aan het praten was op haar mobiele telefoon.

Hij wilde echt weten of Chiffon haar echte naam was. Hun enige eerdere professionele ontmoeting was een mislukking - haar fout, dat was het zeker, niet die van hem. Iets aan haar had hem afgeschrikt.

Hij wist heel goed dat ze ouder was dan ze beweerde te zijn. Het was meer dan alleen haar lichaam, zelfs tienerhoeren hadden zwangerschapsstriemen van de bevalling. En het waren niet de lijnen in haar gezicht. Hoeren worden sneller ouder dan andere vrouwen die hij kende.

Hij kon zijn vinger er niet op leggen. Maar er was genoeg over haar dat hem verbijsterde. Ze toonde een bepaald soort nep-meisjesachtig enthousiasme dat niet het kenmerk was van een echte professional - zelfs niet van een beginner.

Ze giechelde te veel, zoals een kind dat een spelletje speelt. Ze was te gretig. En vreemd genoeg vermoedde hij dat ze haar werk echt leuk vond.

Een hoer die echt van seks houdt, dacht hij, terwijl hij haar dichterbij zag komen. Wie heeft er ooit van zoiets gehoord?

Eerlijk gezegd vond hij dit een afknapper.

Nou, hij was er tenminste zeker van dat ze geen undercover agent was. Dat zou hij in een fractie van een seconde hebben opgepikt.

Toen ze dicht genoeg bij hem kwam om hem te kunnen zien, toeterde hij op zijn autotoeter. Ze stopte even met telefoneren en keek zijn kant op, terwijl ze haar ogen beschermde tegen het ochtendzonnetje. Toen ze zag wie het was, zwaaide ze en glimlachte - een glimlach die voor de hele wereld oprecht leek.

Toen liep ze via de achterkant van de sportschool naar de "service-ingang". Hij realiseerde zich dat ze waarschijnlijk een afspraak had om in het bordeel te blijven. Hoe dan ook, hij zou haar op een andere dag inhuren, wanneer hij in de stemming was voor een bepaald soort plezier. Ondertussen waren er genoeg andere hoeren in de buurt.

Hij herinnerde zich hoe het tussen hen was afgelopen de vorige keer. Ze was vrolijk en goedmoedig en verontschuldigend.

"Kom terug wanneer je maar wil," had ze hem verteld. "Het zal de volgende keer beter gaan. De vonken zullen eraf spatten. Het zal echt spannend worden.”

"Oh, Chiffon," mompelde hij hardop tegen zichzelf. "Je hebt geen idee....”




Hoofdstuk vier


Geweerschoten vuurde rondom Riley. Links van haar hoorde ze de luidruchtige barsten van pistolen. Rechts van haar hoorde ze zwaardere wapens – knallen van aanvalsgeweren en staccato gespuit van machinepistolen.

Te midden van het geraas trok ze haar Glock-handvuurwapen uit haar heupholster, boog naar voren en schoot zes rondes af. Ze stond op in een knielende positie en schoot drie rondes. Ze ging staan en vuurde zes rondes af, en knielde uiteindelijk en vuurde anog drie rondes af met haar linkerhand.

Ze stond op en plaatse haar wapen terug in haar holster, stapte toen terug van de vuurlinie en trok haar oorbeschermers en oogbeschermers eraf. Het doelwit met de flesvormige omtrek stond vijfentwintig meter verderop. Zelfs vanaf deze afstand kon ze zien dat ze al haar schoten mooi bij elkaar had gegroepeerd. In de aangrenzende stroken hadden de stagiairs van de FBI Academy hun oefening voortgezet onder begeleiding van hun instructeur.

Het was een tijdje geleden dat Riley een wapen had afgevuurd, ook al was ze altijd gewapend op het werk. Ze had deze strook op de schietbaan van de FBI Academy gereserveerd voor enkele schietoefeningen en, zoals altijd, was er iets bevredigend aan de krachtige terugslag van het wapen, de rauwe kracht ervan.

Ze hoorde een stem achter haar.

"Een beetje ouderwets, nietwaar?”

Ze draaide zich om en zag Special Agent Bill Jeffreys in de buurt staan, grijnzend. Ze glimlachte terug. Riley wist precies wat hij bedoelde met 'ouderwets'. "Een paar jaar geleden had de FBI de live-fire regels voor de pistoolkwalificatie veranderd. Vuren vanuit een buikligging was een onderdeel van de oude doenwijze, maar dit was niet langer vereist. Nu werd meer nadruk gelegd op het afvuren op doelen van dichtbij, tussen de drie en zeven meter. Dat werd aangevuld met de virtualrealiteitsinstallatie, waar agenten in scenario's met gewapende confrontaties in de nabije omgeving werden ondergedompeld. En de agenten in training gingen ook door de beruchte Hogan's Alley, een tien hectare grote, bespottelijke stad waar ze imitatieterroristen met paintballpistolen bestreden.

"Soms vind ik het leuk om ouderwets te zijn," zei ze. "Ik denk dat ik op een dag misschien wel dodelijk geweld op afstand moet gebruiken.”

Uit eigen ervaring wist Riley dat het echte werk bijna altijd van dichtbij en persoonlijk was, en vaak onverwacht. Sterker nog, in twee recente zaken had ze zelfs met de hand moeten vechten. Ze had een aanvaller gedood met zijn eigen mes en een andere met een willekeurige steen.

"Denk je dat dit deze kinderen voorbereidt op het echte werk?" vroeg Bill, knikkend naar de stagiairs die nu klaar waren en die de schietbaan verlieten.

"Niet echt," zei Riley. "In VR accepteren je hersenen het scenario als echt, maar er is geen dreigend gevaar, geen pijn, geen woede om te controleren. Iets binnenin weet altijd dat er geen kans is om gedood te worden.”

"Juist," zei Bill. "Ze zullen zelf moeten ontdekken hoe het echt is, net zoals we dat een aantal jaren geleden hebben gedaan.”

Riley wierp een zijwaartse blik op hem toen ze verder van de vuurlinie afweken.

Net als zij, was hij veertig jaar oud met een vleugje grijs in zijn donkere haar. Ze vroeg zich af wat het betekende dat ze hem mentaal vergeleek met haar slankere, kleinere buurman.

Wat was zijn naam?, vroeg ze zichzelf af. Oh, ja-Blaine.

Blaine zag er goed uit, maar ze wist niet zeker of hij tegen Bill op kon. Bill was groot, sterk en heel aantrekkelijk.

"Wat brengt jou hier?" vroeg ze.

"Ik hoorde dat je hier zou zijn," zei hij.

Riley keek hem ongemakkelijk aan. Dit was waarschijnlijk niet alleen een vriendelijk bezoek. Aan zijn uitdrukking te zien, ontdekte ze dat hij nog niet klaar was om haar te vertellen wat hij wilde.

Bill zei, "Als je de hele oefening wilt doen, zal ik tijd voor je vrijhouden.”

"Dat zou ik op prijs stellen", zei Riley.

Ze verplaatsten zich naar een apart deel van de schietbaan, waar ze niet het risico liep om te worden geraakt door verdwaalde kogels van de stagiairs.

Terwijl Bill een timer bediende, doorliep Riley alle stadia van de FBI-kwalificatiecursus, waarbij ze van drie meter afstand op het doel schoot, dan vijf meter, dan zeven, dan vijftien. De vijfde en laatste etappe was het enige deel dat ze het minst uitdagend vond – schieten op vijfentwintig meter afstand van achter een barricade.

Toen ze klaar was, trok Riley haar hoofddeksel af. Zij en Bill liepen naar het doelwit en controleerden haar werk. Alle inslagsporen waren mooi bij elkaar gegroepeerd.

"Honderd procent, een perfecte score," zei Bill.

"Dat is ook maar beter zo," zei Riley. Ze zou het vreselijk vinden als ze roestig zou zijn geworden.

Bill wees naar de aarden backstop achter het doelwit.

"Een beetje surrealistisch, hè?" zei hij.

Verschillende witstaartherten graasden tevreden op de top van de heuvel. Ze hadden zich daar verzameld terwijl ze schoot. Ze waren binnen handbereik, zelfs met haar pistool. Maar ze hadden geen enkele last van alle duizenden kogels die tegen de doelen aan kletterden, net onder de hoge heuvelrug waar ze op liepen.

"Ja," zei ze, "en mooi.”

Rond deze tijd van het jaar waren de herten hier op het schiereiland een veelvoorkomend schouwspel. Het was jachtseizoen, en op de een of andere manier wisten ze dat ze hier veilig zouden zijn. Eigenlijk was het terrein van de FBI Academy een soort toevluchtsoord geworden voor veel dieren, waaronder vossen, wilde kalkoenen en bosmarmotten.

"Een paar dagen geleden zag een van mijn studenten een beer op de parkeerplaats," zei Riley.

Riley nam een paar stappen in de richting van de backstop. De herten hieven hun hoofd op, staarden haar aan en drafden weg. Ze waren niet bang voor geweervuur, maar ze wilden niet dat mensen te dichtbij kwamen.

"Hoe denk je dat ze dat weten?" vroeg Bill. "Dat het hier veilig is, bedoel ik. Klinken niet alle schoten hetzelfde?”

Riley schudde gewoon haar hoofd. Het was een mysterie voor haar. Haar vader had haar mee op jacht genomen toen ze klein was. Voor hem waren herten gewoon grondstoffen-voedsel en huid. Het had haar niet gehinderd om ze al die jaren geleden te doden. Maar dat was veranderd.

Het leek vreemd, nu ze erover nadacht. Ze had er geen moeite mee om dodelijk geweld te gebruiken tegen een mens wanneer dat nodig was. Ze kon een man in een hartslag doden. Maar het leek ondenkbaar om een van deze vertrouwde wezens te doden.

Riley en Bill liepen naar een nabijgelegen rustplaats en gingen samen op een bankje zitten. Waar hij hier ook over kwam praten, hij leek nog steeds terughoudend.

"Hoe gaat het met je, nu je alleen bent?" vroeg ze met een zachte stem.

Ze wist dat het een delicate vraag was en ze zag hem huiveren. Zijn vrouw had hem onlangs verlaten na jaren van spanning tussen zijn werk en het leven thuis. Bill was bezorgd over het vooruitzicht om het contact met zijn jonge zonen te verliezen. Nu woonde hij in een appartement in de stad Quantico en bracht hij in het weekend tijd door met zijn jongens.

"Ik weet het niet, Riley," zei hij. "Ik weet niet of ik er ooit aan zal wennen.”

Hij was duidelijk eenzaam en depressief. Dat had ze zelf al genoeg meegemaakt tijdens haar eigen recente scheiding. Ze wist ook dat de tijd na een scheiding bijzonder kwetsbaar was. Zelfs als de relatie niet erg goed was geweest, kwam je in een wereld terecht van vreemden, terwijl je jaren van vertrouwdheid mist, nooit wetende wat je met jezelf aan moet.

Bill raakte haar arm aan. Zijn stem, vol van emotie, zei hij: "Soms denk ik dat ik in het leven alleen nog maar op jou kan vertrouwen.......”

Voor een moment had Riley zin om hem te omhelzen. Toen ze als partners hadden gewerkt, was Bill haar al vaak te hulp geschoten, zowel lichamelijk als emotioneel. Maar ze wist dat ze voorzichtig moest zijn. En ze wist dat mensen op dit soort momenten behoorlijk gek kunnen doen. Ze had Bill op een dronken nacht gebeld en voorgesteld dat ze een affaire zouden beginnen. Nu zijn de situaties omgekeerd. Ze voelde zijn dreigende afhankelijkheid van haar, nu ze zich net vrij en sterk genoeg begon te voelen om alleen te zijn.

"We waren goede partners," zei ze. Het was saai, maar ze kon niets anders bedenken om te zeggen.

Bill haalde lang en diep adem.

"Dat is waar ik hier met je over kwam praten," zei hij. "Meredith vertelde me dat hij je had gebeld over de Phoenix-zaak. Ik ben er mee bezig. Ik heb een partner nodig.”

Riley voelde slechts een spoor van irritatie. Bill's bezoek begon een beetje op een hinderlaag te lijken.

"Ik heb Meredith gezegd dat ik erover zou nadenken," zei ze.

"En nu vraag ik het je," zei Bill.

Er viel een stilte tussen hen.

"Hoe zit het met Lucy Vargas?" vroeg Riley.

Agent Vargas was een groentje die nauw met Bill en Riley had samengewerkt aan hun meest recente zaak. Ze waren allebei onder de indruk van haar werk.

"Haar enkel is nog niet genezen," zei Bill. "Ze zal pas over een maand weer terug in het veld kunnen.”

Riley voelde zich dom om het te vragen. Toen zij, Bill en Lucy zich hadden gericht op Eugene Fisk, de zogenaamde "kettingmoordenaar", was Lucy gevallen, had ze haar enkel gebroken en was bijna doodgegaan. Natuurlijk kon ze niet zo snel weer aan het werk.

"Ik weet het niet, Bill," zei Riley. "Deze breuk met het werk doet me veel goed. Ik heb er over nagedacht om vanaf nu alleen nog maar les te geven. Alles wat ik je kan vertellen is wat ik Meredith verteld heb.”

"Dat je er over nadenkt.”

"Juist.”

Bill liet een knorren van ontevredenheid los.

"Kunnen we op zijn minst samenkomen en erover praten?" vroeg hij. "Misschien morgen?”

Riley werd weer even stil.

"Niet morgen," zei ze. "Morgen moet ik een man zien sterven.”




Hoofdstuk vijf


Riley keek door het raam in de kamer waar Derrick Caldwell al snel zou sterven. Ze zat naast Gail Bassett, de moeder van Kelly Sue Bassett, Caldwell's laatste slachtoffer. De man had vijf vrouwen gedood voordat Riley hem had tegengehouden.

Riley had geaarzeld om Gail's uitnodiging voor de executie aan te nemen. Ze had er maar één eerder gezien, die keer als vrijwillige getuige tussen journalisten, advocaten, wetshandhavers, geestelijk adviseurs en de juryvoorzitter. Nu behoorden zij en Gail tot de negen familieleden van de vrouwen die Caldwell had vermoord, allemaal samen in een krappe ruimte, zittend op plastic stoelen.

Gail, een kleine zestigjarige vrouw met een delicaat, vogelachtig gezicht, had in de loop der jaren contact gehouden met Riley. Tegen de tijd van de executie was haar man overleden, en ze had Riley geschreven dat ze niemand had om haar door de gedenkwaardige gebeurtenis te loodsen. Dus Riley had ermee ingestemd om zich bij haar te voegen.

De dodenkamer was daar aan de andere kant van het raam. Het enige meubilair in de kamer was de executie-brancardw, een kruisvormige tafel. Een blauw plastic gordijn hing aan de kop van de brancard. Riley wist dat de infuusleidingen en de dodelijke chemicaliën achter dat gordijn zaten.

Een rode telefoon aan de muur was verbonden met het kantoor van de gouverneur. Hij zou alleen overgaan in het geval van een last-minute beslissing voor clementie. Niemand verwachtte dat dat dit keer zou gebeuren. Een klok boven de deur van de kamer was het enige andere zichtbare decor.

In Virginia konden veroordeelde overtreders kiezen tussen de elektrische stoel en de dodelijke injectie, maar de chemicaliën werden veel vaker gekozen. Als de gevangene geen keuze maakte, werd een injectie toegewezen.

Riley was bijna verbaasd dat Caldwell niet voor de elektrische stoel had gekozen. Hij was een onberouwvol monster dat zijn eigen dood leek te verwelkomen.

De klok gaf 8:55 aan toen de deur open ging. Riley hoorde een woordeloos geroezemoes in de kamer toen verschillende leden van het executieteam Caldwell de kamer binnenloodsten. Twee bewakers gingen elk aan een zij staan en grepen zijn armen, en een andere volgde vlak achter hem. Een goed geklede man kwam na de anderen binnen - de gevangenisdirecteur.

Caldwell droeg een blauwe broek, een blauw werkhemd en sandalen zonder sokken. Hij was geboeid en geketend. Riley had hem al jaren niet meer gezien. Tijdens zijn korte periode als seriemoordenaar had hij weerbarstig lang haar en een ruige baard, een bohemienachtige uitstraling die past bij een straatartiest. Nu was hij gladgeschoren en zag er normaal uit.

Hoewel hij zich niet had geweerd, zag hij er bang uit.

Goed, dacht Riley.

Hij keek naar de brancard en keek toen snel weg. Hij leek te proberen niet naar het blauwe plastic gordijn aan de kop van de brancard te kijken. Hij staarde even in het raam van de kijkkamer. Hij leek plotseling rustiger en beheersder.

"Ik wou dat hij ons kon zien," mompelde Gail.

Ze waren afgeschermd van zijn zicht achter eenrichtingsglas en Riley deelde Gail's wens niet. Caldwell had haar volgens haar al veel te goed bekeken. Om hem te vangen, was ze undercover gegaan. Ze deed zich voor als een toerist op de Dunes Beach Boardwalk en huurde hem in om haar portret te tekenen. Terwijl hij werkte, had hij haar overspoeld met bloemrijke vleierij en haar verteld dat zij de mooiste vrouw was die hij in lange tijd had getekend.

Ze wist toen meteen dat ze zijn volgende beoogde slachtoffer was. Die avond diende ze als lokaas om hem naar buiten te lokken, zodat hij haar op het strand kon stalken. Toen hij haar probeerde aan te vallen, hadden backup agenten geen moeite om hem te vangen.

Zijn gevangenneming was vrij onopvallend geweest. De ontdekking van hoe hij zijn slachtoffers in stukken had gesneden en in zijn vriezer had bewaard, was een andere zaak. Erbij zijn toen de vriezer werd geopend was een van de meest schrijnende momenten uit Riley's carrière. Ze heeft nog steeds medelijden met de families van de slachtoffers - Gail was één van hen - omdat ze hun in stukken gehakte vrouwen, dochters en zussen moesten identificeren....

"Te mooi om te leven", noemde hij ze.

Riley liepen de rillingen langs de rug in het besef dat zij een van de vrouwen was die hij zo had gezien. Ze had zichzelf nooit als mooi gezien, en mannen - zelfs haar ex-man, Ryan, vertelde haar zelden dat ze dat was. Caldwell was een grimmige en vreselijke uitzondering.

Wat betekende het, vroeg ze zich af, dat een pathologisch monster haar zo mooi had gevonden? Herkende hij iets in haar dat net zo monsterlijk was als hij? Een paar jaar na zijn proces en zijn veroordeling had ze nachtmerries gehad over zijn bewonderende ogen, zijn honingzoete woorden en zijn vriezer vol lichaamsdelen.

Het executieteam had Caldwell op de executie-brancard gezet, de handboeien en kettingen verwijderd, zijn sandalen uitgetrokken en hem op zijn plaats vastgebonden. Ze bevestigden hem met leren banden: twee over zijn borst, twee om zijn benen vast te houden, twee om zijn enkels en twee om zijn polsen. Zijn blote voeten waren naar het raam gekeerd. Het was moeilijk om zijn gezicht te zien.

Plotseling sloten de gordijnen van de ramen van de kijkkamer. Riley begreep dat dit was om de fase van de executie te verbergen waarin er iets mis zou kunnen gaan – dat wil zeggen, het team zou problemen kunnen hebben met het vinden van een geschikte ader. Toch vond ze het vreemd. De mensen in beide kijkzalen stonden op het punt Caldwell te zien sterven, maar ze mochten niet getuige zijn van het alledaagse inbrengen van de naalden. De gordijnen zwaaiden een beetje, blijkbaar door de aanraking van een van de teamleden die zich aan de andere kant bewoog.

Toen de gordijnen weer opengingen, waren de infuuslijnen op hun plaats en liepen van de armen van de gevangene door gaten in de blauwe plastic gordijnen. Sommige leden van het executieteam hadden zich achter die gordijnen teruggetrokken, waar ze de dodelijke medicatie zouden toedienen.

Een man hield de rode telefoonhoorn vast, klaar om een oproep te ontvangen die zeker nooit zou komen. Een ander sprak met Caldwell, zijn woorden een nauwelijks hoorbaar gekraak over het slechte geluidssysteem. Hij vroeg Caldwell of hij nog laatste woorden had.

De reactie van Caldwell daarentegen was verrassend duidelijk.

"Is Agent Paige hier?" vroeg hij.

Zijn woorden gaven Riley een schok.

De ambtenaar antwoordde niet. Het was geen vraag waar Caldwell recht op had.

Na een gespannen stilte, sprak Caldwell opnieuw.

"Vertel Agent Paige dat ik wou dat mijn kunst haar recht had kunnen doen.”

Hoewel Riley zijn gezicht niet duidelijk kon zien, dacht ze dat ze hem hoorde lachen.

"Dat is alles," zei hij. "Ik ben er klaar voor.”

Riley werd overspoeld door woede, afschuw en verwarring. Dit was het laatste wat ze had verwacht. Derrick Caldwell had ervoor gekozen om zijn laatste momenten van zijn leven aan haar te besteden. En zittend hier achter dit onbreekbare schild van glas, was ze hulpeloos om er iets aan te doen.

Zij had hem voor het gerecht gebracht, maar uiteindelijk had hij een vreemde, zieke vorm van wraak bereikt.

Ze voelde dat Gail's kleine hand haar eigen hand vastrgeep.

Mijn God, dacht Riley. Ze troost me.

Riley vocht tegen een golf van misselijkheid.

Caldwell zei nog één ding.

"Zal ik iets voelen als het begint?”

Ook hier kreeg hij geen antwoord op. Riley kon vloeistof zien bewegen door de transparante infuusbuisjes. Caldwell haalde enkele malen diep adem en leek in slaap te vallen. Zijn linkervoet trilde een paar keer en viel toen stil.

Na een moment kneep een van de bewakers in beide voeten en kreeg geen reactie. Het leek een eigenaardig gebaar. Maar Riley realiseerde zich dat de bewaker aan het controleren was om er zeker van te zijn dat het kalmeermiddel werkte en dat Caldwell volledig bewusteloos was.

De bewaker riep iets onhoorbaars naar de mensen achter het gordijn. Riley zag opnieuw een vloeistofstroom door de infuusbuisjes stromen. Ze wist dat een tweede medicijn zijn longen aan het stoppen was. Over een tijdje zou een derde medicijn zijn hart stoppen.

Terwijl Caldwell's ademhaling vertraagde, dacht Riley na over waar ze naar keek. Hoe was dit anders dan de keren dat ze zelf dodelijk geweld had gebruikt? In het kader van haar functie had ze verschillende moordenaars gedood.

Maar dit was niet als een van die andere doden. Dit was bizar gecontroleerd, schoon, klinisch, onberispelijk. Het leek onverklaarbaar verkeerd. Irrationeel gezien, dacht Riley dat ze....

Ik had het niet zover moeten laten komen.

Ze wist dat ze het mis had, dat ze Caldwell's vrees professioneel en volgens het boekje had uitgevoerd. Maar toch dacht ze....

Ik had hem zelf moeten doden.

Gail hield Riley's hand gestaag vast voor tien lange minuten. Uiteindelijk zei de ambtenaar naast Caldwell iets dat Riley niet kon horen.

De bewaker stapte achter het gordijn vandaan en sprak met een duidelijke stem die voor alle getuigen begrijpelijk was.

"Het vonnis werd met succes uitgevoerd om 9:07 uur 's morgens."

Daarna gingen de gordijnen voor het raam weer dicht. De getuigen hadden alles gezien wat ze moesten zien. De bewakers kwamen de kamer binnen en drongen er bij iedereen op aan om zo snel mogelijk te vertrekken.

Toen de groep de gang inliep, greep Gail Riley's hand weer vast.

"Het spijt me dat hij zei wat hij zei," zei Gail tegen haar.

Riley was geschrokken. Hoe kan Gail zich zorgen maken over Riley's gevoelens in een tijd als deze, waarin de moordenaar van haar eigen dochter eindelijk terecht was gesteld?

"Hoe gaat het met je, Gail?" vroeg ze toen ze snel naar de uitgang liepen.

Gail liep even in stilte mee. Haar uitdrukking leek volledig blanco.

"Het is gebeurd," zei ze eindelijk, haar stem gevoelloos en koud. "Het is klaar.”

In een oogwenk stapten ze naar buiten in het ochtendlicht. Riley kon twee mensenmassa's aan de overkant van de straat zien, die elk van elkaar weggerukt waren en streng gecontroleerd werden door de politie. Aan de ene kant waren er mensen die zich verzameld hadden om de executie toe te juichen, met verachtelijke borden, waarvan sommige godslasterlijk en obsceen waren. Ze waren begrijpelijkerwijs jubelend. Aan de andere kant waren er tegenstanders van de doodstraf met hun eigen borden. Ze waren hier de hele nacht buiten geweest met een wake bij kaarslicht. Ze waren veel ingetogener.

Riley ontdekte dat ze voor geen van beide groepen sympathie kon opbrengen. Deze mensen waren hier voor zichzelf, om hun verontwaardiging en rechtvaardigheid in het openbaar te tonen, uit pure zelfgenoegzaamheid. Wat haar betreft hadden ze hier niet mogen zijn- niet tussen de mensen wier pijn en verdriet maar al te reëel waren.

Tussen de ingang en de menigte bevond zich een zwerm verslaggevers, met in de buurt mediatrucks. Terwijl Riley onder hen waadde, rende een vrouw met een microfoon en een cameraman achter haar aan.

"Agent Paige? Bent u Agent Paige?" zei ze.

Riley antwoordde niet. Ze probeerde langs de verslaggeefster te komen.

De verslaggeefster bleef volhardend bij haar. "We hebben gehoord dat Caldwell je in zijn laatste woorden heeft genoemd. Wil je commentaar geven?”

Andere verslaggevers kwamen dichterbij en stelden dezelfde vraag. Riley beet op haar tanden en duwde zich door de menigte heen. Eindelijk brak ze van hen los.

Terwijl ze zich naar haar auto haastte, dacht ze aan Meredith en Bill. Beiden hadden haar gesmeekt om een nieuwe zaak aan te nemen. En ze had het vermeden om beiden een antwoord te geven.

Waarom? vroeg ze zich af.

Ze was net weggelopen van de verslaggevers. Was ze ook weggelopen van Bill en Meredith? Was ze weggelopen van wie ze werkelijk was? Van alles wat ze moest doen?



*



Riley was dankbaar om weer thuis te zijn. De dood die ze die ochtend had bijgewoond liet haar nog steeds met een leeg gevoel achter, en de rit terug naar Fredericksburg was vermoeiend geweest. Maar toen ze de deur van haar huis opende, leek er iets niet in orde.

Het was onnatuurlijk stil. April zou nu al thuis moeten zijn van school. Waar was Gabriela? Riley ging de keuken in en zag dat er niemand was. Er lag een briefje op de keukentafel.

Me voy a la tienda, stond er op. Gabriela was naar de winkel gegaan.

Riley greep de rugleuning van een stoel vast toen een golf van paniek door haar heen ging. De vorige keer dat Gabriela naar de winkel was gegaan, was April ontvoerd uit het huis van haar vader.

Duisternis, een glimp van vlammen.

Riley draaide zich om en rende naar de voet van de trap.

"April," schreeuwde ze.

Er kwam geen antwoord.

Riley rende de trap op. Er was niemand in de slaapkamers. Niemand was in haar kleine kantoor.

Riley's hart bonkte, ook al vertelde ze zichzelf ze dom was. Haar lichaam luisterde niet naar haar geest.

Ze rende terug naar beneden en naar het achterdek.

"April," schreeuwde ze.

Maar niemand speelde in de tuin hiernaast en er waren geen kinderen in zicht.

Ze kon zichzelf ervan weerhouden nog eens te schreeuwen. Ze wilde niet dat deze buren ervan overtuigd waren dat ze echt gek was. Niet zo snel.

Ze zocht naar haar tas en haalde haar mobiele telefoon tevoorschijn. Ze sms'te een bericht naar April.

Ze kreeg geen antwoord.

Riley ging terug naar binnen en ging op de bank zitten. Ze hield haar hoofd in haar handen.

Ze was terug in de kruipruimte, liggend op het vuil in de duisternis.

Maar het kleine licht bewoog zich naar haar toe. Ze kon zijn wrede gezicht zien in de gloed van de vlammen. Maar ze wist niet of de moordenaar voor haar kwam of voor April.

Riley dwong zichzelf om het visioen te scheiden van haar huidige realiteit.

Peterson is dood, vertelde ze zichzelf nadrukkelijk. Hij zal ons beiden nooit meer martelen.

Ze ging op de bank zitten en probeerde zich te concentreren op het hier en nu. Vandaag was ze hier in haar nieuwe huis, in haar nieuwe leven. Gabriela was naar de winkel gegaan. April was zeker ergens in de buurt.

Haar ademhaling vertraagde, maar ze kon zichzelf er niet toe verzetten op te staan. Ze was bang dat ze weer naar buiten zou gaan en zou schreeuwen.

Na wat een lange tijd leek, hoorde Riley de voordeur opengaan.

April liep door de deur, zingend.

Nu kon Riley opstaan. "Waar ben je in godsnaam geweest?”

April zag er geschrokken uit.

"Wat is jouw probleem, mam?”

"Waar was je? Waarom heb je mijn sms niet beantwoord?”

"Sorry, ik had mijn telefoon op mute. Mam, ik was net bij Cece thuis. Aan de overkant van de straat. Toen we uit de schoolbus stapten, bood haar moeder ons een ijsje aan.”

"Hoe moest ik weten waar je was?”

"Ik dacht dat je nog niet thuis zou zijn.”

Riley hoorde zichzelf schreeuwen, maar kon zichzelf niet tegenhouden. "Het kan me niet schelen wat je dacht. Je dacht niet na. Je moet me altijd laten weten...."

De tranen die over April's gezicht liepen, hielden haar eindelijk tegen.

Riley kwam op adem, haastte zich naar voren en omhelsde haar dochter. Het lichaam van April was stijf van woede, maar Riley voelde haar langzaam ontspannen. Ze realiseerde zich dat de tranen ook over haar eigen gezicht liepen.

"Het spijt me," zei Riley. "Het spijt me. Het is gewoon dat we zo veel hebben meegemaakt.... zo veel vreselijkheid.”

"Maar het is nu allemaal voorbij", zei April. "Mam, het is allemaal voorbij.”

Ze gingen allebei op de bank zitten. Het was een nieuwe bank, gekocht toen ze hierheen verhuisd waren. Ze had hem gekocht voor haar nieuwe leven.

"Ik weet dat het allemaal voorbij is," zei Riley. "Ik weet dat Peterson dood is. Daar probeer ik aan te wennen.”

"Mam, alles is zoveel beter nu. Je hoeft je niet elke minuut zorgen te maken over mij. En ik ben geen stom klein kind. Ik ben vijftien.”

"En je bent erg slim," zei Riley. "Ik weet het. Ik moet mezelf er gewoon aan blijven herinneren. Ik hou van je, April," zei ze. "Daarom word ik soms zo gek.”

"Ik hou ook van jou, mam," zei April. "Maar maak je niet zo druk....”

Riley was blij haar dochter weer te zien glimlachen. April was ontvoerd, gevangen gehouden en bedreigd met die vlam. Ze leek weer een volkomen normale tiener te zijn, ook al had haar moeder haar stabiliteit nog niet teruggevonden.

Toch vroeg Riley zich af of er nog steeds donkere herinneringen in het hoofd van haar dochter zaten te wachten om eruit te barsten.

Zelf wist ze dat ze met iemand moest praten over haar eigen angsten en terugkerende nachtmerries. Dit zou snel moeten gebeuren.




Hoofdstuk zes


Riley wriemelde in haar stoel toen ze probeerde na te denken over wat ze Mike Nevins wilde vertellen. Ze voelde zich onrustig en gespannen.

"Neem de tijd", zei de forensische psychiater, die in zijn bureaustoel naar voren leunde en haar met bezorgdheid aankeek.

Riley gniffelde ruw. "Dat is het probleem," zei ze. "Ik heb geen tijd. Ik heb het uitgesteld. Ik moet een beslissing nemen. Ik heb het al te lang uitgesteld. Heb je me ooit zo besluiteloos gezien?”

Mike antwoordde niet. Hij glimlachte en drukte zijn vingertoppen tegen elkaar.

Riley was gewend aan dit soort stilte van Mike. De dappere, nogal kieskeurige man was in de loop der jaren veel dingen voor haar geweest - een vriend, een therapeut, zelfs soms een soort mentor. De laatste tijd deed ze meestal een beroep op hem om zijn inzicht te krijgen in de duistere geest van een crimineel. Maar dit bezoek was anders. Ze had hem gisteravond gebeld na thuis te zijn gekomen van de executie, en was vanmorgen naar zijn kantoor in DC gereden.

"Dus wat zijn je keuzes, precies?" vroeg hij uiteindelijk.

"Nou, ik denk dat ik moet beslissen wat ik ga doen met de rest van mijn levens – lesgeven of een veldagent worden. Of juist iets heel anders gaan doen.”

Mike lachte een beetje. "Wacht eens even. Laten we niet proberen je hele toekomst vandaag te plannen. Laten we het bij het nu houden. Meredith en Jeffreys willen dat je een zaak aanneemt. Slechts één zaak. Het is niet of/of. Niemand zegt dat je het onderwijs moet opgeven. En alles wat je hoeft te doen is ja of nee zeggen deze keer. Dus wat is het probleem?”

Het was Riley's beurt om te zwijgen. Ze wist niet wat het probleem was. Daarom was ze hier.

"Ik neem aan dat je ergens bang voor bent," zei Mike.

Riley slikte hard. Dat was het. Ze was bang. Ze weigerde het toe te geven, zelfs voor zichzelf. Maar nu zou Mike haar erover laten praten.

"Dus waar ben je bang voor?" vroeg Mike. "Je zei dat je een aantal nachtmerries had.”

Riley zei nog steeds niets.

"Dit moet een deel van je PTSS-probleem zijn," zei Mike. "Heb je nog steeds die flashbacks?”

Riley had deze vraag al verwacht. Mike had immers meer dan wie dan ook gedaan om haar door het trauma van een bijzonder vreselijke ervaring heen te helpen.

Ze leunde haar hoofd achterover op de stoel en sloot haar ogen. Ze zat weer even in Peterson's donkere kooi en hij bedreigde haar met een propaanvlam. Maandenlang nadat Peterson haar gevangen had gehouden, was die herinnering voortdurend in haar hoofd gedrongen.

Maar toen had ze Peterson opgespoord en hem zelf gedood. Sterker nog, ze hem tot levenloze pulp geslagen.

Als dat geen afsluiting is, weet ik niet wat wel, dacht ze.

Nu leken de herinneringen onpersoonlijk, alsof ze het verhaal van iemand anders aan het ontvouwen was.

"Het gaat beter met me," zei Riley. "Ze zijn korter en komen veel minder vaak voor.”

"Hoe zit het met je dochter?”

De vraag sneed Riley als een mes. Ze voelde een echo van de afschuw die ze had ervaren toen Peterson April gevangen had genomen. Ze kon April’s hulpkreten door haar hersenen horen rinkelen.

"Ik denk dat ik daar nog niet overheen ben," zei ze. "Ik word wakker uit angst dat ze weer is meegenomen. Ik moet naar haar slaapkamer gaan om er zeker van te zijn dat ze er is en dat ze in orde is en slaapt.”

"Is dat de reden waarom je geen zaak meer wilt aannemen?”

Riley huiverde diep. "Ik wil haar zoiets niet nog een keer laten meemaken.”

"Dat is geen antwoord op mijn vraag.”

"Nee, dat klopt," zei Riley.

Opnieuw werd het stil.

"Ik heb het gevoel dat er meer aan de hand is," zei Mike. "Wat geeft je nog meer nachtmerries? Wat houdt je 's nachts nog meer wakker?”

Met een schok kwam er een sluimerende nachtmerrie in haar op, een schrikaanjagende angst kwam naar boven.

Ja, er was nog meer.

Zelfs met haar ogen wijd open, kon ze zijn gezicht zien - Eugene Fisk's baby-achtige, grotesk onschuldig uitziende gezicht met zijn kleine, kraalvormige ogen. Riley had diep in die ogen gekeken tijdens hun dodelijke confrontatie.

De moordenaar had Lucy Vargas met een scheermes op haar keel vastgehouden. Op dat moment onderzocht Riley haar vreselijkste angsten. Ze had over de kettingen gepraat - de kettingen waarvan hij dacht dat ze met hem praatten, die hem dwongen tot het plegen van moord na moord, het ketenen van vrouwen en het doorsnijden van hun keel.

"De ketens willen niet dat je deze vrouw meeneemt," had Riley hem verteld. "Ze is niet wat ze nodig hebben. Je weet wat de ketens willen dat je in plaats daarvan doet.”

Zijn ogen glinsterend van de tranen, knikte hij in overeenstemming. Vervolgens had hij zichzelf dezelfde dood toegebracht die hij zijn slachtoffers had toegebracht.

Hij sneed zijn eigen keel door vlak voor Riley's ogen.

En nu, zittend hier in het kantoor van Mike Nevins, stikte Riley bijna in haar eigen verschrikking.

"Ik heb Eugene vermoord," zei ze naar lucht happend.

"De kettingmoordenaar, bedoel je. Nou, hij was niet de eerste man die je hebt gedood.”

Het was waar: ze had een aantal keer dodelijk geweld gebruikt. Maar met Eugene was het heel anders geweest. Ze had vaak aan zijn dood gedacht, maar ze had er nog nooit met iemand over gesproken.

"Ik gebruikte geen pistool, of steen, of mijn eigen vuisten," zei ze. "Ik doodde hem met begrip, met empathie. Mijn eigen geest is een dodelijk wapen. Dat heb ik nooit eerder geweten. Het beangstigt me, Mike.”

Mike knikte sympathiek. "Weet je wat Nietzsche zei over te lang in een afgrond kijken," zei hij.

"De afgrond kijkt ook naar jou," zei Riley, en maakte het bekende gezegde af. "Maar ik heb veel meer gedaan dan in een afgrond kijken.... Ik heb er praktisch gewoond. Ik voel me daar bijna op mijn gemak. Het is als een tweede huis. Het maakt me doodsbang, Mike. Een dezer dagen ga ik misschien die afgrond in en kom ik er nooit meer uit. En wie weet wie ik zou kunnen kwetsen of doden.”

"Nou, dan," zei Mike, achterover leunend in zijn stoel. "Misschien komen we ergens.”

Riley was er niet zo zeker van. En ze voelde zich niet dichter bij het nemen van een beslissing.



*



Toen Riley een tijdje later door haar voordeur liep, kwam April de trap af galopperen om haar te ontmoeten.

"Oh, mam, je moet me helpen! Kom op!”

Riley volgde April de trap op naar haar slaapkamer. Een koffer lag open op haar bed en de kleren lagen er omheen verspreid.

"Ik weet niet wat ik moet inpakken!" zei April. "Ik heb dit nog nooit eerder hoeven doen!”

Glimlachend over de gemengde paniek en opwinding van haar dochter, ging Riley aan de slag om haar te helpen haar spullen bij elkaar te pakken. April zou morgenochtend vertrekken op een schoolreisje, een week in het nabijgelegen Washington, DC. Ze zou met een groep gevorderde Amerikaanse geschiedenisstudenten en hun docenten gaan.

Toen Riley de formulieren had ondertekend en de extra kosten voor de reis had betaald, had ze er al enige bedenkingen bij gehad. Peterson had April gevangen gehouden in Washington, en hoewel dat ver weg was geweest aan de rand van de stad, was Riley bezorgd dat de reis het trauma naar boven zou kunnen laten komen. Maar april leek het zowel academisch als emotioneel erg goed te doen. En de reis was een geweldige kans.

Toen zij en April elkaar lichtmoedig plaagden over wat ze moest inpakken, realiseerde Riley zich dat ze plezier had. Die afgrond waar zij en Mike het een tijdje geleden over hadden, leek ver weg. Ze had nog steeds een leven buiten die afgrond. Het was een goed leven, en wat ze ook besloot te doen, ze was vastbesloten dit te behouden.

Terwijl ze spullen aan het sorteren waren, stapte Gabriela de kamer binnen.

"Señora Riley, mijn taxi kan hier elk moment zijn," zei ze lachend. "Ik heb ingepakt en ben klaar. Mijn spullen staan bij de deur.”

Riley was bijna vergeten dat Gabriela wegging. Omdat April zou weggaan, had Gabriela om verlof gevraagd om familieleden in Tennessee te bezoeken. Riley had er vrolijk mee ingestemd.

Riley omhelsde Gabriela en zei: "Buen viaje.”

Gabriela's glimlach vervaagde een beetje, en ze voegde eraan toe: "M preocupo.”

"Maak je je zorgen?" vroeg Riley verrast. "Waar maak je je zorgen over, Gabriela?”

"Jou," zei Gabriela. "Je zult helemaal alleen zijn in dit nieuwe huis....”

Riley lachte een beetje. "Maak je geen zorgen, ik kan voor mezelf zorgen.”

"Maar je bent niet meer sola geweest sinds er zoveel slechte dingen zijn gebeurd," zei Gabriela. "Ik maak me zorgen.”

Gabriela's woorden zetten Riley aan het denken. Wat ze zei was waar. Sinds de beproeving met Peterson, was tenminste April altijd bij jaar. Kon er een donkere en angstaanjagende leegte ontstaan in haar nieuwe huis? Was de afgrond nu al aan het gapen?

"Het komt wel goed," zei Riley. "Geniet van de tijd met je familie.”

Gabriela grijnsde en overhandigde Riley een envelop. "Dit lag in de brievenbus," zei ze.

Gabriela omhelsde April, knuffelde Riley weer, en ging naar beneden om te wachten op haar taxi.

"Wat is er, mam?" vroeg April.

"Ik weet het niet," zei Riley. "Het komt niet van de post.”

Ze scheurde de envelop open en vond een plastic kaartje binnenin. Decoratieve letters op de kaart verkondigden "Blaine's Grill". Daaronder las ze hardop voor, "Diner voor twee."

"Ik denk dat het een cadeaubon van onze buurman is," zei Riley. "Dat is aardig van hem. Jij en ik kunnen daar gaan eten als we terugkomen.”

"Mam!" snoof April. "Hij bedoelt niet jou en mij.”

"Waarom niet?”

"Hij nodigt je uit voor een etentje.”

"Oh! Denk je dat echt? Dat staat hier niet.”

April schudde haar hoofd. "Doe niet zo stom. De man wil met je uitgaan. Crystal vertelde me dat haar vader je leuk vindt. En hij is echt knap.”

Riley kon zich voelen blozen. Ze kon zich niet herinneren dat iemand haar voor het laatst om een afspraakje had gevraagd. Ze was al zoveel jaar getrouwd geweest met Ryan. Sinds hun echtscheiding was ze erop gericht om zich in haar nieuwe huis te vestigen en beslissingen te nemen over haar werk.

"Je bloost, mam," zei April.

"Laten we je spullen pakken", mopperde Riley. "Ik zal hier later over moeten nadenken.”

Ze gingen allebei terug naar het sorteren van kleding. Na een paar minuten stilte zei April, "Ik maak me een beetje zorgen om je, mam. Zoals Gabriela zei...."

"Het komt goed met me," zei Riley.

"Weet je dat zeker?”

Terwijl ze een blouse vouwde, wist Riley niet zeker wat ze moest antwoorden. Ze had de laatste tijd toch zeker te maken gehad met ergere nachtmerries dan een leeg huis, onder andere moordende psychopaten die geobsedeerd zijn door kettingen, poppen en brandersd. Maar zouden een heleboel innerlijke demonen kunnen losbreken als ze alleen was? Plotseling begon een week te voelen als een lange tijd. En het vooruitzicht om te beslissen om te daten met de man die hiernaast woonde leek ook beangstigend.

Ik kan het wel aan, dacht Riley.

Trouwens, ze had nog een andere optie. En het werd tijd om voor eens en voor altijd een beslissing te nemen.

"Ik ben gevraagd om aan een zaak te werken," vertelde Riley aan April. "Ik zou onmiddellijk naar Arizona moeten vertrekken.”

April stopte met het vouwen van haar kleren en keek naar Riley.

"Dus je gaat erheen, nietwaar?" vroeg ze.

"Ik weet het niet, April," zei Riley.

"Wat valt er te weten? Het is jouw werk, toch?”

Riley keek in de ogen van haar dochter. De moeilijke tijden tussen hen leken echt voorbij te zijn. Sinds ze allebei de verschrikkingen van Peterson hadden overleefd, waren ze verbonden door een nieuwe band.

"Ik heb erover nagedacht om niet terug te gaan naar het veldwerk," zei Riley.

April's ogen werden groter van verbazing.

"Wat? Mam, slechteriken neerhalen is waar je goed in bent.”

"Ik ben ook goed in lesgeven", zei Riley. "Ik ben er erg goed in. En ik vind het geweldig. Echt waar.”

April haalde haar schouders op uit onbegrip. "Nou, ga je gang en geef les. Niemand houdt je tegen. Maar hou niet op met boeven vangen. Dat is net zo belangrijk.”

Riley schudde haar hoofd. "Ik weet het niet, April. Na alles wat ik je heb laten doorstaan...."

April keek en klonk ongelovig. "Na alles wat jij me hebt aangedaan? Waar heb je het over? Jij hebt me niets aangedaan. Ik werd gepakt door een psychopaat genaamd Peterson. Als hij me niet had meegenomen, had hij iemand anders meegenomen. Ga nou niet jezelf de schuld geven.”

Na een pauze zei April: "Ga zitten, mama. We moeten praten.”

Riley glimlachte en ging op het bed zitten. April klonk zelf als een moeder.

Misschien is een kleine preek precies wat ik nodig heb, dacht Riley.

April ging naast Riley zitten.

"Heb ik je ooit verteld over mijn vriendin Angie Fletcher?" zei April.

"Ik geloof het niet.”

"Vroeger waren we een tijdje heel erg close, maar ze was van school veranderd. Ze was echt slim, een jaar ouder ook, vijftien jaar oud. Ik hoorde dat ze drugs begon te kopen van een man die iedereen Trip noemde. Ze raakte echt verslaafd aan de heroïne. En toen ze geen geld meer had, zette Trip haar aan het werk als hoer. Trainde haar persoonlijk, liet haar bij hem intrekken. Haar moeder is zo verneukt dat ze nauwelijks merkte dat Angie weg was. Trip adverteerde haar zelfs op zijn website, liet haar een tatoeage zetten en zweerde dat ze voor altijd van hem was.”

Riley was geschokt. "Wat is er met haar gebeurd?”

"Trip werd uiteindelijk gepakt en Angie kwam terecht in een drugsrehabilitatiecentrum. Dat was nog maar deze zomer toen we in Upstate New York waren. Ik weet niet wat er daarna met haar is gebeurd. Ik weet alleen dat ze nu pas zestien is en haar leven is geruïneerd.”

"Het spijt me om dat te horen," zei Riley.

April kreunde van ongeduld.

"Je snapt het echt niet, of wel, mam? Jij hebt niets om spijt van te hebben. Je hebt je hele leven lang dit soort dingen tegengehouden. En je hebt allerlei jongens zoals Trip opgesloten - sommigen van hen voor altijd. Maar als je stopt met doen waar je goed in bent, wie neemt het dan van je over? Iemand die er net zo goed in is als jij? Ik betwijfel het, mam. Ik betwijfel het echt.”

Riley werd even stil. Dan met een glimlach, knijpte ze in April's hand.

"Ik denk dat ik een telefoontje moet plegen," zei ze.




Hoofdstuk zeven


Toen het FBI-vliegtuig opsteeg uit Quantico, was Riley er zeker van dat ze op weg was om weer een ander monster het hoofd te bieden. Ze voelde zich diep ongemakkelijk bij de gedachte. Ze had gehoopt om een tijdje weg te blijven van de moordenaars, maar het leek haar eindelijk de juiste beslissing om deze baan te nemen. Meredith was duidelijk opgelucht toen ze zei dat ze zou gaan.

April was die ochtend vertrokken op haar excursie, en nu waren Riley en Bill op weg naar Phoenix. Buiten het vliegtuigraam was de middag donker geworden, en de regen streepte het glas. Riley bleef vastgeriemd in haar stoel zitten totdat het vliegtuig zich een weg had gebaand door de ruige grijze wolken en in de heldere lucht boven haar. Vervolgens spreidde zich een kussenachtig oppervlak onder hen, de aarde verbergend waar de mensen waarschijnlijk hard hun best deden om droog te blijven. En, zo dacht Riley, ze gingen verder met hun dagelijkse bezigheden, genoegens of verschrikkingen, of wat er ook tussenin lag.

Zodra de vlucht in rustigere vaarwateren terecht was gekomen, wendde Riley zich tot Bill en vroeg, "Wat kun je me laten zien?”

Bill klapte zijn laptop op de tafel voor hen open. Hij liet een foto zien van een grote zwarte vuilniszak, nauwelijks ondergedompeld in ondiep water. Een dode witte hand was te zien die uit de opening van de tas stak.

Bill legde uit, "Het lichaam van Nancy Holbrook werd gevonden in een kunstmatig meer in het reservoirsysteem buiten Phoenix. Ze was een dertigjarige escorte met een dure dienst. Met andere woorden, een dure prostituee.”

"Is ze verdronken?" vroeg Riley.

"Nee. Verstikking lijkt de doodsoorzaak te zijn geweest. Toen werd ze in een zware vuilniszak gestopt en in het meer gedumpt. De vuilniszak was verzwaard met grote stenen.”

Riley bestudeerde de foto nauwkeurig. Veel vragen vormden zich al in haar hoofd.

"Heeft de moordenaar enig fysiek bewijs achtergelaten?" vroeg ze. "Afdrukken, vezels, DNA?”

"Helemaal niets.”

Riley schudde haar hoofd. "Ik snap het niet. De verwijdering van het lichaam, bedoel ik. Waarom heeft de moordenaar niet nog wat meer moeite gedaan? Een zoetwatermeer is perfect om zich te ontdoen van een lichaam. Lijken zinken en vergaan snel in zoet water. Tuurlijk, ze kunnen later weer opduiken door zwelling en gassen. Maar genoeg stenen in de zak zouden dat probleem oplossen. Waarom haar in ondiep water laten liggen?”

"Ik denk dat het aan ons is om dat uit te zoeken," zei Bill.

Bill bracht verschillende andere foto's van de plaats delict naar voren, maar ze vertelden Riley niet veel.

"Dus wat denk jij ervan?" zei ze. "Hebben we te maken met een seriemoordenaar of niet?”

Bill fronste zijn wenkbrouwen terwijl hij diep in gedachten was.

"Ik weet het niet," zei hij. "Echt, we kijken alleen maar naar een enkele vermoorde prostituee. Natuurlijk, ook andere prostituees zijn verdwenen in Phoenix. Maar dat is niets nieuws. Dat gebeurt regelmatig in elke grote stad in het land.”

Het woord "regelmatig" raakte een gevoelige snaar bij Riley. Hoe kan de voortdurende verdwijning van een bepaalde groep vrouwen als "regel" worden beschouwd? Toch wist ze dat wat Bill zei waar was.

"Toen Meredith belde, liet hij het dringend klinken," zei ze. "En nu geeft hij ons zelfs een VIP-behandeling, en vliegt hij ons er direct naartoe met een BAU-jet. "Ze dacht even terug. "Zijn exacte woorden waren dat zijn vriend wilde dat we het zouden onderzoeken als het werk van een seriemoordenaar. Maar je klinkt alsof niemand er zeker van is dat het een seriemoordenaar is.”

Bill haalde zijn schouders op. "Misschien niet. Maar Meredith lijkt heel close te zijn met Nancy Holbrook's broer, Garrett Holbrook.”

"Ja," zei Riley. "Hij vertelde me dat ze samen naar de academie gingen. Maar er is hier iets raars aan de hand.”

Bill ging er niet tegen in. Riley leunde achterover in haar stoel en overwoog de situatie. Het leek vrij duidelijk dat Meredith de FBI-regels aan het buigen was als een gunst voor een vriend. Dat was helemaal niet typisch voor Meredith.

Maar dit deed haar niet minder aan haar baas denken. Eigenlijk bewonderde ze zijn toewijding aan zijn vriend. Ze vroeg zich af....

Is er iemand voor wie ik de regels zou buigen? Bill, misschien?

Hij was in de loop der jaren meer dan een partner geweest, en zelfs meer dan een vriend. Toch was Riley er niet zeker van. En dat maakte haar benieuwd hoe close ze zich tegenwoordig bij haar collega's voelde, inclusief Bill?

Maar het leek niet zinnig om er nu over na te denken. Riley sloot haar ogen en ging slapen.



*



Het was een stralende zonnige dag toen ze in Phoenix landden.

Toen ze uit de jet stapten, gaf Bill haar een duwtje en zei, "Wauw, geweldig weer. Misschien krijgen we tenminste een kleine vakantie uit deze reis.”

Op de een of andere manier betwijfelde Riley of het wel leuk zou worden. Het was lang geleden dat ze een echte vakantie had genomen. Haar laatste poging tot een uitstapje in New York met April was onderbroken door de gebruikelijke moord en chaos die zo'n groot deel van haar leven in beslag nam.

Een dezer dagen, moet ik wat echte rust krijgen, dacht ze.

Een jonge lokale agent ontmoette ze in het vliegtuig en reed ze naar het FBI-kantoor van Phoenix, een opvallend nieuw en modern gebouw. Toen hij de auto naar de parkeerplaats van het Bureau reed, zei hij, "Cool design, nietwaar? Won zelfs een of andere priijs. Kun je raden waar het op moet lijken?”

Riley keek naar de gevel. Het waren allemaal lange rechthoeken en smalle verticale ramen. Alles was zorgvuldig geplaatst en het patroon leek vertrouwd. Ze stopte en staarde er even naar.

"DNA-sequentiebepaling?" vroeg ze.

"Ja," zei de agent. "Maar ik wed dat je niet kunt raden hoe het rotsdoolhof daar van bovenaf eruitziet.”

Maar ze liepen het gebouw binnen voordat Riley of Bill een gokje konden wagen. Binnen zag Riley het DNA-motief herhaald worden in de scherp gevormde vloertegels. De agent leidde hen tussen streng ogende horizontale muren en scheidingswanden door tot ze het kantoor van Special Agent in Charge Elgin Morley bereikten en liet ze daar achter.

Riley en Bill stelden zich voor aan Morley, een kleine, nerdachtige man van in de vijftig met een dikke zwarte snor en een ronde bril. Een andere man wachtte hen op in het kantoor. Hij was in de veertig, lang, uitgemergeld en met een licht gebogen rig. Riley dacht dat hij er moe en depressief uitzag.

Morley zei, "Agenten Paige en Jeffreys, ik wil jullie voorstellen aan Agent Garrett Holbrook. Zijn zus was het slachtoffer dat werd gevonden in Nimbo Lake.”

Handen werden geschud en de vier agenten gingen zitten om te praten.

"Bedankt voor jullie komst," zei Holbrook. "Dit hele gebeuren is behoorlijk overweldigend geweest.”

"Vertel ons over je zus," zei Riley.

"Ik kan je niet veel vertellen," zei Holbrook. "Ik kan niet zeggen dat ik haar goed kende. Ze was mijn halfzusje. Mijn vader was een flirtende eikel, liet mijn moeder achter en kreeg kinderen met drie verschillende vrouwen. Nancy was vijftien jaar jonger dan ik. We hadden in de loop der jaren nauwelijks contact.”

Hij staarde een momentje leeg naar de vloer, met zijn vingers die verstrooid aan de arm van zijn stoel plukten. Toen zei hij zonder op te kijken, "De laatste keer dat ik van haar hoorde, had ze een kantoorbaan en volgde ze lessen op een gemeenschapscollege. Dat was een paar jaar geleden. Ik was geschokt toen ik ontdekte wat er van haar geworden was. Ik had geen idee.”

Toen werd hij stil. Riley dacht dat hij eruit zag alsof hij iets had verzwegen, maar ze zei tegen zichzelf dat dat misschien wel het enige was wat de man wist. Want wat kan Riley zeggen over haar eigen oudere zus als iemand haar vraagt? Zij en Wendy hadden al zo lang geen contact meer met elkaar dat ze net zo goed geen zusjes meer konden zijn.

Toch voelde ze iets meer dan verdriet in Holbrook’s houding. Ze vond het vreemd.

Morley stelde voor dat Riley en Bill met hem meegaan naar de forensische pathologie, waar ze het lichaam konden bekijken. Holbrook knikte en zei dat hij in zijn kantoor zou zijn.

Toen ze de Agent in Charge door de gang volgden, vroeg Bill, "Agent Morley, welke reden is er om te denken dat we te maken hebben met een seriemoordenaar?”

Morley schudde zijn hoofd. "Ik weet niet zeker of we een goede reden hebben," zei hij. "Maar toen Garrett erachter kwam dat Nancy was overleden, weigerde hij het met rust te laten. Hij is een van onze beste agenten, en ik heb geprobeerd hem te helpen. Hij probeerde zijn eigen onderzoek op gang te brengen, maar kwam niet verder. De waarheid is, dat hij deze hele tijd zichzelf niet meer was.”

Riley had zeker gemerkt dat Garrett vreselijk onrustig leek. Misschien iets meer dan een doorgewinterde agent zou zijn, zelfs na de dood van een familielid. Hij had duidelijk gemaakt dat ze niet close waren.

Morley leidde Riley en Bill naar de Forensische Pathologie van het gebouw, waar hij hen introduceerde bij de teamleider, Dr. Rachel Fowler. De patholoog trok de koelcel open waar Nancy Holbrook's lichaam werd bewaard.

Riley huiverde een beetje bij de bekende geur van ontbinding, ook al was de geur nog niet erg sterk. Ze zag dat de vrouw klein was en erg mager.

"Ze lag nog niet lang in het water," zei Fowler. "De huid begon net te rimpelen toen ze werd gevonden.”

Dr. Fowler wees naar haar polsen.

"Je kunt wondern van touw zien. Het lijkt erop dat ze vastgebonden was toen ze vermoord werd.”

Riley zag verhoogde vlekken op de kromming van de arm van het lijk.

"Dit lijkt op sporen", zei Riley.

"Juist. Ze gebruikte heroïne. Ik denk dat ze serieus verslaafd aan het raken was.”

Het leek voor Riley alsof de vrouw anorexia had gehad, en dat leek in overeenstemming met Fowlers verslavingstheorie.

"Dit soort verslaving lijkt niet op zijn plaats voor een eersteklas escorte," zei Bill. "Hoe weten we dat ze dat was?”

Fowler liet een gelamineerd visitekaartje in een plastic bewijszakje zien. Er stond een provocerende foto van de dode vrouw op. De naam op de kaart was gewoon "Nanette" en het bedrijf heette "Ishtar Escorts".”

"Deze kaart had ze bij zich toen ze werd gevonden," legde Fowler uit. "De politie nam contact op met Ishtar Escorts en ontdekte haar echte naam, en dat leidde al snel tot haar identificatie als Agent Holbrook's halfzus.”

"Enig idee hoe ze verstikt werd?" vroeg Riley.

"Er zitten wat blauwe plekken om haar nek," zei Fowler. "De moordenaar kan een plastic zak over haar hoofd hebben getrokken.”

Riley keek goed naar de plekken. Was dit een soort seksspel dat verkeerd afgelopen is, of een opzettelijke moord? Ze wist het nog niet.

"Wat had ze aan toen ze werd gevonden?" vroeg Riley.

Fowler opende een doos die de kleding van het slachtoffer bevatte. Ze droeg een roze jurk met een lage halslijn die nauwelijks respectabel was, merkte Riley op, maar zeker een niveau boven de typische trashy kleding van een tippelende prostituee. Het was de jurk van een vrouw die zowel erg sexy uit wilde zien en passend gekleed wilde zijn voor nachtclubs.

Bovenop de jurk lag een doorzichtig plastic zakje met sieraden.

"Mag ik even kijken?" vroeg Riley aan Fowler.

"Ga je gang.”

Riley pakte de zak op en keek naar de inhoud. Het meeste ervan was vrij smaakvolle kostuumsieraden - een kralenketting en armbanden en eenvoudige oorbellen. Maar één item viel op tussen de rest. Het was een slanke gouden ring met een diamant. Ze pakte hem op en liet het aan Bill zien.

"Echt?" vroeg Bill.

"Ja," antwoordde Fowler. "Echt goud en een echte diamant.”

"De moordenaar heeft niet de moeite genomen om het te stelen," zei Bill. "Dus dit ging niet om geld.”

Riley wendde zich tot Morley. "Ik wil graag zien waar het lichaam werd gevonden," zei ze. "Op dit moment, nu het nog licht is....”

Morley zag er een beetje verbaasd uit.

"We kunnen je er met een helikopter naartoe brengen," zei hij. "Maar ik weet niet wat je verwacht te vinden. Agenten en politie zijn overal op de plek geweest.”

"Vertrouw haar," zei Bill bewust. "Ze zal wel iets te weten komen.”




Hoofdstuk acht


Het brede oppervlak van Nimbo Lake zag er stil en rustig uit toen de helikopter naderde.

Maar de buitenkant kan je voor de gek houden, herinnerde Riley zichzelf. Ze wist goed dat rustige oppervlakken donkere geheimen konden bewaken.

De helikopter daalde af en wiebelde toen hij op zoek ging naar een landingsplaats. Riley voelde zich een beetje misselijk worden van de onstabiele beweging. Ze hield niet zo van helikopters. Ze keek naar Bill, die naast haar zat. Ze vond dat hij er even ongemakkelijk uitzag.

Maar toen ze naar Agent Holbrook keek, leek zijn gezicht leeg voor haar. Hij had nauwelijks iets gezegd tijdens de vlucht van een half uur vanuit Phoenix. Riley wist nog niet wat hij van hem moest denken. Ze was gewend om mensen gemakkelijk te lezen - soms zelf te gemakkelijk. Maar Holbrook vond ze nog steeds een raadsel.

De helikopter raakte uiteindelijk de grond en alle drie de FBI-agenten stapten uit op vaste grond en doken onder door de kolkende lucht onder de nog steeds ronddraaiende bladen doo. De weg waar de helikopter geland was, was niet meer dan parallelle bandensporen door het woestijnonkruid.

Riley merkte op dat de weg er niet erg gebruikt uitzag. Toch bleek dat er de afgelopen week genoeg voertuigen overheen waren gereden om de sporen te verbergen die de moordenaar had achtergelaten met het voertuig waarin hij was gereden.

De lawaaierige helikoptermotor werd stil, waardoor het makkelijker was om te praten terwijl Riley en Bill Holbrook te voet volgden.

"Vertel ons wat je kunt over dit meer", zei Riley tegen Holbrook.

"Het is een van de reservoirs die door dammen langs de Acacia-rivier zijn ontstaan," zei Holbrook. "Dit is het kleinste van de kunstmatige meren.... Het is vol met vis en is bovendien een populaire recreatieplek, maar de openbare ruimtes liggen aan de andere kant van het meer. Het lichaam werd ontdekt door een paar tieners die stoned van de wiet waren. Ik zal je laten zien waar.”

Holbrook leidde ze weg van de weg naar een stenen heuvelrug met uitzicht op het meer.

"De kinderen bevonden zich precies waar wij nu staan," zei hij. Hij wees naar de rand van het meer. "Ze keken daar beneden en zagen het. Ze zeiden dat het er gewoon uitzag als een donkere vorm in het water.”

"Hoe laat op die dag waren de kinderen hier?" vroeg Riley.

"Iets eerder dan het nu is," zei Holbrook. "Ze hadden van school gespijbeld en werden stoned.”

Riley nam de hele scène in zich op. De zon hing laag en de toppen van de rode rotswanden aan de overkant van het meer stonden in brand met licht. Er waren een paar boten op het water. De zuivere daling van de heuvelrug naar het water was niet ver - misschien maar een meter of drie.

Holbrook wees naar een plaats in de buurt waar de helling minder steil was.

"De kinderen klommen naar beneden om daar een kijkje te nemen", zei hij. "Toen kwamen ze erachter wat het werkelijk was.”

Arme kinderen, dacht Riley. Het was zo'n twee decennia geleden dat ze marihuana had geprobeerd op de universiteit. Toch kon ze zich de afschuw van zo'n ontdekking onder invloed goed voorstellen.

"Wil je naar beneden klimmen om wat grondiger te kunnen kijken?" vroeg Bill aan Riley.

"Nee, ik heb een goed uitzicht vanaf hier," zei Riley.

Haar gevoel vertelde haar dat ze precies was waar ze moest zijn. De moordenaar had het lichaam immers niet over dezelfde helling gesjouwd als waar de kinderen naar beneden waren gegaan.

Nee, dacht ze. Hij stond hier.

Het leek er zelfs op dat de schaarse vegetatie op de plek waar ze stond nog een beetje afgebroken was.

Ze haalde een paar keer adem, en probeerde zich in zijn perspectief te verzetten. Hij kwam hier ongetwijfeld 's nachts. Maar was het een heldere nacht of een bewolkte nacht? Nou, in Arizona in deze tijd van het jaar, was de kans groot dat de nacht helder was. En ze herinnerde zich dat de maan ongeveer een week geleden helder zou zijn geweest. In het ster- en maanlicht had hij kunnen zien wat hij deed – mogelijk zelfs zonder zaklamp.

Ze stelde zich voor dat hij het lichaam hier had gelegd. Maar wat had hij daarna gedaan? Blijkbaar had hij het lichaam van de rand gerold. Het was recht naar beneden gevallen in het ondiepe water.

Maar iets aan dit scenario vond Riley maar raar. Ze vroeg zich opnieuw af, zoals ze in het vliegtuig al deed, hoe hij zo onvoorzichtig kon zijn geweest.

Het is waar, vanaf hier op de rand had hij waarschijnlijk niet gezien kunnen hebben dat het lichaam niet ver is gezonken. De kinderen hadden de zak beschreven als "een donkere vorm in het water". "Vanaf deze hoogte was de ondergedompelde zak waarschijnlijk onzichtbaar geweest, zelfs op een heldere nacht. Hij ging ervan uit dat het lichaam was gezonken, zoals nieuwe dode lichamen dat doen in zoet water, vooral wanneer ze met stenen zijn verzwaard.

Maar waarom dacht hij dat het water hier diep was?

Ze gluurde naar beneden in het heldere water. In het late namiddaglicht kon ze gemakkelijk de ondergedompelde rand zien waar het lichaam was geland. Het was een klein horizontaal gebied, niet meer dan de bovenkant van een rotsblok. Rondom was het water zwart en diep.

Ze keek over het meer uit. Stevige kliffen staken overal uit het water. Ze kon zien dat Nimbo Lake een diepe canyon was geweest voordat de dam hem met water had gevuld. Ze zag maar een paar plaatsen waar men langs de kustlijn kon lopen. De zijkanten van de klif vielen recht naar beneden in de diepte.

Rechts en links van haar zag Riley randen die vergelijkbaar waren met de rand waar ze stonden, en die ongeveer even hoog waren. Het water onder die kliffen was donker en vertoonde geen tekenen van het soort rand dat hier beneden lag.

Ze voelde een tinteling van begrip.

"Hij heeft dit eerder gedaan," vertelde ze Bill en Holbrook. "Er ligt nog een lichaam in dit meer....”



*



Op de helikoptervlucht terug naar het hoofdkwartier van de FBI Phoenix Division, zei Holbrook, "Dus je denkt dat het toch gaat om een seriemoordenaar?”

"Ja, dat denk ik," zei Riley.

Holbrook zei, "Ik was er niet zeker van. Ik was er tot nog toe niet zeker van. Ik wilde gewoon een goede agent op de zaak. Wat heeft je anders doen vermoden?”

"Er zijn andere randen die er net zo uitzien als de rand waar hij dit lichaam overduwde," legde ze uit. "Hij gebruikte een van die andere drop-offs eerder, en dat lichaam zonk precies zoals het hoort. Maar misschien kon hij deze keer niet dezelfde plek vinden. Of misschien dacht hij dat dit dezelfde plek was. Hoe dan ook, hij verwachtte dit keer hetzelfde resultaat. Hij had het mis.”

Bill zei, "Ik zei toch dat ze daar iets zou vinden.”

"Duikers zullen dit meer moeten doorzoeken," voegde Riley eraan toe.

"Dat zal wat werk vergen," zei Holbrook.

"Het moet sowieso gedaan worden. Er is daar ergens een ander lichaam. Daar kun je op rekenen. Ik weet niet hoe lang het daar al ligt, maar het is er wel.”

Ze pauzeerde en beoordeelde mentaal wat dit alles zei over de persoonlijkheid van de moordenaar. Hij was competent en bekwaam. Dit was geen zielige loser, zoals Eugene Fisk. Hij leek meer op Peterson, de moordenaar die haar en April had gevangen en gekweld. Hij was sluw en evenwichtig en hij genoot van het doden - een sociopaat in plaats van een psychopaat. Bovenal was hij zelfverzekerd.

Misschien te zelfverzekerd voor zijn eigen bestwil, dacht Riley.

Het zou wel eens zijn ondergang kunnen zijn.

Ze zei, "De man die we zoeken is niet een of andere zielige crimineel. Ik denk dat hij een gewone burger is, redelijk goed opgeleid, misschien met een vrouw en familie. Niemand die hem kent, zou denken dat hij een moordenaar is.”

Riley keek naar Holbrook’s gezicht terwijl ze praatten. Hoewel ze nu iets wist van de zaak dat ze nog niet eerder had geweten, vond ze Holbrook nog steeds volkomen ondoorgrondelijk.

De helikopter cirkelde over het FBI-gebouw. De schemering was gevallen en het gebied eronder was goed verlicht.

"Kijk daar," zei Bill, wijzend uit het raam.

Riley keek naar beneden naar waar hij wees. Ze was verbaasd om te zien dat de rotstuin er vanaf hier uit zag als een gigantische vingerafdruk. Hij spreidde zich onder hen als een welkomstteken. Een of andere hovenier had besloten dat dit beeld in steen geschikter was voor het nieuwe FBI-gebouw dan een beplante tuin. Honderden substantiële stenen waren zorgvuldig in gebogen rijen geplaatst om de geribbelde illusie te creëren.

"Wow," zei Riley tegen Bill. "Wiens vingerafdruk denk je dat ze gebruikt hebben? Iemand die legendarisch is, denk ik. Dillinger, misschien?”

"Of misschien John Wayne Gacy.... Of Jeffrey Dahmer.”

Riley vond het een vreemd schouwspel. Op de grond zou niemand ooit kunnen vermoeden dat de plaatsing van stenen meer dan een zinloos doolhof was.

Ze vond het er al bijna uitzien als een teken en een waarschuwing. Deze zaak zou vereisen dat zij dingen vanuit een nieuw en verontrustend perspectief zou bekijken. Ze stond op het punt om gebieden van duisternis te onderzoeken die zelfs zij zich niet eens had kunnen voorstellen.




Hoofdstuk negen


De man genoot ervan naar tippelaars te kijken. Hij vond het leuk hoe ze zich op de hoek in groepen verzamelden en de trottoirs op en neer liepen, meestal met z'n tweeën. Hij vond ze veel pittiger dan call girls en escorts, omdat ze gemakkelijk hun geduld konden verliezen.

Zo zag hij op dit moment een meid schelden op een stelletje onnozele jongemannen in een langzaam rijdende auto omdat ze foto’s van haar hadden genomen. De man nam het haar niet kwalijk. Ze was hier immers om zaken te doen, niet om als decor te dienen.

Waar blijft hun respect? dacht hij met een glimlach. Jongeren tegenwoordig.

Nu lachten de jongens haar uit en schreeuwden obsceniteiten. Maar ze konden haar kleurrijke retorten niet evenaren, sommige ervan in het Spaans. Hij hield van haar stijl.

Hij stond vanavond in een sloppenwijk, geparkeerd langs een rij goedkope motels waar prostituees zich verzamelden. De andere meisjes waren minder levendig dan degene die stond te vloeken. Hun pogingen om er sexy uit te zien leken in vergelijking onhandig, en hun come-ons waren grof. Terwijl hij toekeek, trok er één haar rok omhoog om haar bijna niet-bestaande onderbroek te laten zien aan de bestuurder van een langzaam voorbijrijdende auto. De chauffeur stopte niet.

Hij hield zijn oog gericht op het meisje dat zijn aandacht het eerst had getrokken. Ze stampte verontwaardigd rond, klaagde bij de andere meisjes.

De man wist dat hij haar kon krijgen als hij haar wilde. Ze kon zijn volgende slachtoffer zijn. Het enige wat hij hoefde te doen om haar aandacht te krijgen was om langs de stoep naar haar toe te rijden.

Maar nee, dat zou hij niet doen. Dat heeft hij nooit gedaan. Hij zou nooit een hoer op straat benaderen. Het was aan haar om hem te benaderen. Het deed hetzelfde met hoeren die hij ontmoette via een dienst of een bordeel. Hij zou ze hem ergens alleen laten ontmoeten zonder het ooit direct te vragen. Het moest hun idee lijken.

Met een beetje geluk, zou het pittige meisje zijn dure auto opmerken en recht op hem af komen. Zijn auto was prachtig aas. Naast het feit dat hij goed gekleed was.

Maar hoe de nacht ook eindigde, hij moest voorzichtiger zijn dan de vorige keer. Hij was slordig geweest, en had haar lichaam over die rand laten vallen en verwachtte dat ze zou zinken.

En wat een ophef had ze gecreëerd! De zus van een FBI-agent! En ze hadden grote jongens uit Quantico gebeld. Hij vond het niet leuk. Hij was niet uit op publiciteit of roem. Het enige wat hij wilde doen was zijn verlangen bevredigen.

En had hij niet het volste recht? Welke gezonde volwassen man had zijn verlangens niet?

Nu zouden ze duikers het meer in sturen om naar lichamen te zoeken. Hij wist wat ze daar zouden kunnen vinden, zelfs na zo'n drie jaar. Hij vond dat helemaal niet leuk.

Het was niet alleen uit zorg voor zichzelf. Vreemd genoeg had hij medelijden met het meer. Duikers die elke ondergedompelde hoek en spleet zouden onderzoeken leek hem nogal obsceen en invasief, een onvergeeflijke schending. Het meer had tenslotte niets verkeerd gedaan. Waarom zou het lastig gevallen moeten worden?

Hoe dan ook, hij was niet bezorgd. Er was geen enkele manier om een van beide slachtoffers op hem terug te leiden. Het zou gewoon niet gebeuren. Maar hij was klaar met dat meer. Hij had nog niet besloten waar hij zijn volgende slachtoffer zou deponeren, maar hij was er zeker van dat hij nog voor het einde van de nacht tot een beslissing zou komen.

Nu keek het levendige meisje naar zijn auto. Ze begon naar hem toe te lopen, met veel passie in elke stap.

Hij opende het passagiersraam en zij stak haar hoofd erin. Ze was een donkergekleurde Latina, zwaar opgemaakt met een dikke lippenstift, een kleurrijke oogschaduw en felle gebogen wenkbrauwen die op tatoeages leken. Haar oorbellen waren grote goudkleurige kruisbeelden.

"Mooie auto," zei ze.

Hij glimlachte.

"Wat doet een leuke meid zoals jij zo laat nog buiten?" vroeg hij. "Is het niet al bedtijd?”

"Misschien wil je me instoppen," zei ze glimlachend.

Haar tanden vielen hem op als opmerkelijk schoon en recht. Inderdaad, ze zag er opmerkelijk gezond uit. Dat was vrij zeldzaam hier op straat, waar de meeste meisjes "tweakers" waren, in verschillende stadia van meth-verslaving.

"Ik vind je stijl mooi," zei hij. "Zeer chola."

Haar glimlach werd wijder. Hij kon zien dat ze het als een compliment opvatte dat ze een Latina-gangbanger werd genoemd.

"Wat is je naam?" vroeg hij.

"Socorro.”

Ah, "socorro," dacht hij. Spaans voor "hulp".”

"Ik durf te wedden dat je geweldige socorro biedt," zei hij met een grijns op zijn gezicht.

Haar diepbruine ogen grijnsden terug. "Je ziet eruit alsof je misschien wat socorro kan gebruiken op dit moment.”

"Misschien kan ik dat wel", zei hij.

Maar voordat ze konden beginnen met het regelen van de voorwaarden, parkeerde een auto op de plek vlak achter hem. Hij hoorde een man roepen uit het raam van de chauffeur.

"Socorro!" schreeuwde hij. "Vente!”

Het meisje ging rechtop staan met een nogal onbevredigende show van verontwaardiging.

"¿Porqué?" schreeuwde ze terug.

"Vente aquí, ¡puta!”

De man ontdekte een spoor van angst in de ogen van het meisje. Dit kon niet komen doordat de man in de auto haar een hoer had genoemd. Hij gokte dat de man haar pooier was, die haar controleerde om te zien hoeveel geld ze tot nu toe had binnengebracht vanavond.

“¡Pinche Pablo!” Ze mompelde de universele belediging onder haar adem. Toen liep ze naar de auto toe.

De man zat daar en vroeg zich af of ze nog steeds zaken met hem wilde doen. Hoe dan ook, hij vond het niet leuk. Wachten was niet zijn stijl.

Zijn interesse in het meisje verdween plotseling. Nee, hij zou zich niet met haar bemoeien. Ze had geen idee hoe veel geluk ze had.

Trouwens, wat deed hij in een sloppenwijk als deze? Zijn volgende slachtoffer zou een eleganter slachtoffer moeten zijn.

Chiffon, dacht hij. Hij was Chiffon bijna vergeten. Maar misschien heb ik haar gewoon bewaard voor een speciale gelegenheid.

Hij kon wachten. Het hoefde niet vanavond te zijn. Hij reed weg, glunderend over zijn show van zelfbeheersing, ondanks zijn enorme verlangens. Hij vond dat een van zijn beste persoonlijke kwaliteiten.

Hij was tenslotte een zeer beschaafde man.




Hoofdstuk tien


De drie jonge vrouwen in de verhoorkamer zagen er niet uit zoals Riley had verwacht. Ze bekeek ze een tijdje gewoon door het eenrichtingsraam. Ze waren smaakvol gekleed, bijna als goed betaalde secretaresses. Haar werdverteld dat hun namen Mitzi, Koreen en Tantra waren. Natuurlijk was Riley er zeker van dat dat niet hun echte namen waren.

Riley betwijfelde ook of ze zich zo acceptabel kleedden toen ze aan het werk waren. Werkend voor ongeveer 250 dollar per uur, hadden ze zeker geïnvesteerd in uitgebreide garderobekasten om tegemoet te komen aan de fantasieën van allerlei klanten. Zij waren collega's van Nancy "Nanette" Holbrook bij Ishtar Escorts. De kleren die Nancy Holbrook droeg toen ze werd vermoord, waren duidelijk minder goed. Maar, dacht Riley, toen ze niet echt aan het werk waren, wilden de vrouwen er respectabel uitzien.

Hoewel prostituees een rol hadden gespeeld in een aantal van de zaken die Riley in het verleden had onderzocht, was dit de eerste keer dat ze zo direct met hun samenwerkte. Deze vrouwen waren zelf potentiële slachtoffers. Het kunnen zelfs potentiële verdachten zijn, hoewel vrijwel alle moorden van dit type door mannen zijn uitgevoerd. Riley was er zeker van dat deze vrouwen niet het soort monsters waren waarop ze in haar werk jaagde.

Het was later op de zondagmiddag. Gisteravond hadden Riley en Bill zich gevestigd in hun aparte en comfortabele hotelkamers niet ver van het FBI-gebouw. Riley had April gebeld, die in een hotel was in Washington, DC voor het geschiedenisuitje. April was giechelig en blijf, en had haar moeder gewaarschuwd dat ze niet echt tijd had voor telefoontjes. "Ik sms je morgen," zei April, schreeuwend boven het tienergeroep in de achtergrond.

Riley vond dat er vandaag al te veel tijd verspild was. Het had het grootste deel van de dag gekost om de prostituees op te pakken en binnen te halen. Riley had Special Agent in Charge Elgin Morley verteld dat ze alleen met de vrouwen wilde praten zonder mannen erbij. Misschien zouden ze meer open zijn bij een andere vrouw. Nu wilde ze hen een paar minuten ongezien observeren en beluisteren voordat ze ze echt zou ondervragen. Via de spreker kon ze hun gesprek horen.

Hun stijlen en persoonlijkheden waren kenmerkend. Korte, blonde, buxom Mitzi toonde een bepaald beeld van het meisje hiernaast, passend bij een kleine stad.

"Heeft Kip je al een aanzoek gedaan?" vroeg Mitzi aan Koreen.

"Nog niet," zei Koreen met een samenzweerderige glimlach. Ze was een slanke brunette met iets van de gratie van een ballerina. "Ik heb het gevoel dat hij een ring heeft gekocht, dat wel.”

"Wil hij nog steeds vier kinderen hebben?" vroeg Mitzi.

Koreen liet een hoge, zangerige lach los. "Ik heb hem kunnen ompraten om het bij drie te houden. Maar tussen jou en mij, hij krijgt er maar twee.”

Mitzi begon ook te lachen.

Tantra gaf Koreen een duwtje. Ze was een grote Afrikaans-Amerikaanse met een dondere huid. Ze leek de glamoureuze houding van een supermodel te hebben aangenomen.

"Zorg er maar voor dat hij er niet achter komt wat je voor de kost doet," zei Tantra.

Alle drie de vrouwen lachten hartelijk. Riley was verbaads. Deze drie prostituees hadden het over het hebben van gezinnen, net als gewone vrouwen in een schoonheidssalon. Was dit soort normaliteit echt weggelegd voor hen? Ze kon zich niet voorstellen dat zoiets mogelijk was.





Конец ознакомительного фрагмента. Получить полную версию книги.


Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=51922290) на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.



Eens begeerd is het derde boek in de bestseller-serie met Riley Paige, die begint met Eens weg (boek 1): een gratis download met meer dan 100 vijfsterren recensies!Als er in Phoenix dode prostituees worden gevonden, wordt er eerst niet veel aandacht aan besteed. Maar als er een patroon van verontrustende moorden wordt ontdekt, beseft de plaatselijke politie al snel dat er een seriemoordenaar als een gek tekeergaat, en deze zaak gaat hun pet te boven. Gezien de unieke aard van de misdaden wordt de FBI erbij geroepen, want ze hebben hun meest briljante geest nodig om deze zaak op te lossen: Special Agent Riley Paige.Riley, die nog moet bijkomen van haar laatste zaak en probeert om de stukjes van haar leven bij elkaar te rapen, is eerst afwijzend. Maar als ze over de trieste aard van de misdaden hoort en beseft dat de moordenaar weer snel zal toeslaan, voelt ze zich genoodzaakt. Ze begint haar jacht op de ongrijpbare moordenaar en haar obsessieve karakter laat haar te ver gaan; dit keer misschien wel veel te ver om haar nog van de afgrond terug te kunnen trekken.Rileys zoektocht brengt haar naar de verontrustende wereld van prostituees, van gebroken gezinnen en verbrijzelde dromen. Ze leert dat er zelfs bij deze vrouwen onderling sprankjes hoop zijn, hoop om niet door een gewelddadige psychopaat beroofd te worden. Als er een tiener ontvoerd is, worstelt Riley in een panische race tegen de klok om de diepten van de geest van de moordenaar te doorgronden. Maar wat ze ontdekt leidt haar naar een uitkomst die zelfs voor haar te schokkend is.Eens begeerd is een duistere psychologische thriller met bloedstollende spanning, en is het derde deel in een meeslepende nieuwe serie – met een geliefd nieuw personage – waardoor je tot diep in de nacht blijft lezen.Boek 4 in de Riley Paige-serie is binnenkort beschikbaar.

Как скачать книгу - "Eens begeerd" в fb2, ePub, txt и других форматах?

  1. Нажмите на кнопку "полная версия" справа от обложки книги на версии сайта для ПК или под обложкой на мобюильной версии сайта
    Полная версия книги
  2. Купите книгу на литресе по кнопке со скриншота
    Пример кнопки для покупки книги
    Если книга "Eens begeerd" доступна в бесплатно то будет вот такая кнопка
    Пример кнопки, если книга бесплатная
  3. Выполните вход в личный кабинет на сайте ЛитРес с вашим логином и паролем.
  4. В правом верхнем углу сайта нажмите «Мои книги» и перейдите в подраздел «Мои».
  5. Нажмите на обложку книги -"Eens begeerd", чтобы скачать книгу для телефона или на ПК.
    Аудиокнига - «Eens begeerd»
  6. В разделе «Скачать в виде файла» нажмите на нужный вам формат файла:

    Для чтения на телефоне подойдут следующие форматы (при клике на формат вы можете сразу скачать бесплатно фрагмент книги "Eens begeerd" для ознакомления):

    • FB2 - Для телефонов, планшетов на Android, электронных книг (кроме Kindle) и других программ
    • EPUB - подходит для устройств на ios (iPhone, iPad, Mac) и большинства приложений для чтения

    Для чтения на компьютере подходят форматы:

    • TXT - можно открыть на любом компьютере в текстовом редакторе
    • RTF - также можно открыть на любом ПК
    • A4 PDF - открывается в программе Adobe Reader

    Другие форматы:

    • MOBI - подходит для электронных книг Kindle и Android-приложений
    • IOS.EPUB - идеально подойдет для iPhone и iPad
    • A6 PDF - оптимизирован и подойдет для смартфонов
    • FB3 - более развитый формат FB2

  7. Сохраните файл на свой компьютер или телефоне.

Видео по теме - Chapter 9.7 - Eens begeerd (Een Riley Paige Mysterie--Boek #3)

Книги автора

Аудиокниги автора

Рекомендуем

Последние отзывы
Оставьте отзыв к любой книге и его увидят десятки тысяч людей!
  • константин александрович обрезанов:
    3★
    21.08.2023
  • константин александрович обрезанов:
    3.1★
    11.08.2023
  • Добавить комментарий

    Ваш e-mail не будет опубликован. Обязательные поля помечены *