Книга - De perfecte wijk

a
A

De perfecte wijk
Blake Pierce


In DE PERFECTE WIJK (boek #2) lijmt Jessie Hunt, 29, profiler, de stukken van haar gebroken leven weer aan elkaar en verlaat ze de buitenwijken om opnieuw te beginnen in Downtown Los Angeles. Maar wanneer een rijke society dame vermoord wordt, moet Jessie, die op de zaak wordt gezet, teruggaan naar de perfect uitziende buitenwijken om op een krankzinnige moordenaar te jagen tussen de valse façades van normaliteit en de sociopatische vrouwen.   Jessie leeft weer op in Downtown LA en weet zeker dat ze de nachtmerrie van de buitenwijken achter zich gelaten heeft. Ze is er klaar voor om haar mislukte huwelijk los te laten en ze vindt een baan bij een lokaal politiekantoor nadat haar toelating tot de FBI Academy werd opgeschort. Ze krijgt een ongecompliceerde moord in een rijke wijk toegewezen, een eenvoudige case om haar carrière te starten. Maar haar bazen weten niet dat er meer aan de hand is met deze case dan iemand kon vermoeden. Niets kan haar voorbereiden op haar eerste case, die haar zal dwingen om te wroeten in de geesten van de rijke stellen uit de buitenwijken waarvan ze dacht dat ze die in het verleden achtergelaten had. Jessie beseft dat achter hun gepolijste familiefoto’s en gemanicuurde hagen perfectie niet is wat het lijkt.Als spannende, psychologische thriller met onvergetelijke personages en suspense die je hart sneller doet slaan, is DE PERFECTE WIJK het tweede boek in de meeslepende reeks waardoor je tot diep in de nacht wil blijven lezen. Het derde boek in de Jessie Hunt reeks - HET PERFECTE HUIS - is nu ook beschikbaar.







d e p e r f e c t e w i j k



(een Jessie Hunt psychologische thriller – book twee)



b l a k e p i e r c e


Blake Pierce



Blake Pierce is de auteur van de bestselling mystery-serie met Riley Paige. Er zijn al zo’n zeven spannende Riley Page-thrillers verschenen (en daarmee is de serie nog lang niet ten einde). Blake Pierce is ook de auteur van de mystery-serie met Mackenzie White, die nu al vier boeken telt (en waarvan fans van Blake Pierce er nog meer mogen verwachten) en van de allernieuwste mystery-serie met Keri Locke.



Eens weg (een Riley Paige-mystery, boek 1), Voordat hij doodt (een Mackenzie White-mystery, boek 1), Moord met een hoger doel (een Avery Black-mystery, boek 1) en A trace of death (een Keri Locke-mystery, boek 1).



Blake is zelf al zijn hele leven lang een grote fan van mystery-boeken en thrillers. Hij hoort graag wat je van zijn boeken vindt. Neem gerust eens een kijkje op www.blakepierceauthor.com om meer over hem te weten te komen en op de hoogte te blijven van zijn boeken.



Auteursrecht © 2018 Blake Pierce. Alle rechten voorbehouden. Tenzij zoals het is toegestaan volgens de U.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie gereproduceerd worden, verdeeld worden of verzonden worden in geen enkele vorm of op geen enkele manier, of bijgehouden worden in een database of bewaringssysteem, zonder de toestemming van de auteur. Dit e-book heeft enkel een licentie voor persoonlijk gebruik. Dit e-book mag niet doorverkocht worden of weggegeven worden aan andere personen. Indien u dit boek wil delen met andere personen, gelieve een bijkomende kopij te kopen voor elke ontvanger. Als u dit boek leest zonder het gekocht te hebben, of als het niet gekocht werd voor uw eigen gebruik, geef het dan terug en koop uw eigen kopij. Bedankt dat u het harde werk van de auteur respecteert. Dit is fictie. Namen, personages, handelszaken, organisaties, plaatsen, evenementen en gebeurtenissen zijn het product van het voorstellingsvermogen van de auteur of werden fictief gebruikt. Gelijkenissen met werkelijke personen, levend of dood, zijn geheel toevallig. Afbeelding op de omslag auteursrechten hurricanehank, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.


BOEKEN VAN BLAKE PIERCE



SPANNENDE, PSYCHOLOGISCHE THRILLERS MET JESSIE HUNT

DE PERFECTE ECHTGENOTE (boek 1)

DE PERFECTE WIJK (boek 2)



RILEY PAIGE MYSTERY-SERIE

EENS WEG (boek 1)

EENS GEPAKT (boek 2)

EENS BEGEERD (boek 3)

EENS GELOKT (boek 4)



AVERY BLACK MYSTERY-SERIE

MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1)

OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2)

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3)

REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4)

REDEN TOT BEWAREN (boek 5)



MACKENZIE WITTE MYSTERIE-SERIE

VOORDAT HIJ DOODT (boek 1)

VOORDAT ZE ZIET (boek 2)


In “De perfecte echtgenote” ruilen Jessie Hunt, masterstudente forensische psychologie en Kyle Voss, haar echtgenoot die als investeringsbankier werkt, hun flat in Downtown Los Angeles voor een villa in de gemeenschap van Westport Beach in Orange County wanneer Kyle een promotie krijgt op het werk en overgeplaatst wordt.

Terwijl Kyle helemaal enthousiast is over hun nieuwe leven, twijfelt Jessie en voelt ze zich niet op haar gemak tussen de bevoorrechte elite. Desondanks probeert ze haar nieuwe leven te aanvaarden. Ze leert nieuwe vrienden kennen en wordt lid van de lokale zeilclub met zijn geheime, schijnbaar sinistere rituelen.

In de les maakt Jessie indruk op Ryan Hernandez, gastdocent en rechercheur bij de LAPD, door een ingewikkelde case studie op te lossen. Om haar veldwerk te voltooien, slaagt ze erin toegewezen te worden aan een plaatselijk psychiatrisch ziekenhuis. Daar zit de beruchte seriemoordenaar Bolton Crutchfield opgesloten.

De misdaden van Crutchfield doen haar denken aan een man die de Beul van de Ozarks werd genoemd, een man die tientallen mensen ontvoerde en vermoordde in Missouri toen ze nog een kind was. Hij ontvoerde ook Jessie en haar moeder. Hij vermoordde haar moeder in haar bijzijn. Jessie gaat regelmatig op bezoek bij dokter Janice Lemmon om het trauma te verwerken.

Tijdens interviews onthult Crutchfield dat hij een bewonderaar is van de Beul van de Ozarks. Die werd nooit gevonden. Hij onthult ook dat hij op een of andere manier gecommuniceerd heeft met de man. Hij beweert ook, enkel door te observeren en te praten met Jessie, dat haar argwaan over haar nieuwe, rijke levensstijl gegrond is.

Terwijl haar vaardigheden als profiler van misdadigers verbeteren, ontdekt Jessie, die ondertussen zwanger is, dat de zeilclub eigenlijk een dekmantel is voor een luxe prostitutienetwerk. Ze ontdekt ook de duistere waarheid over haar echtgenoot: Kyle is een sociopaat die een werkneemster van de club waarmee hij een affaire had, vermoordde en hij heeft geprobeerd de moord in de schoenen van Jessie te schuiven. Jessie krijgt een miskraam omdat Kyle haar drugs gaf. Enkel door snel na te denken, kan Jessie voorkomen dat Kyle haar en twee van haar buren vermoordt. Ze is gewond, maar Kyle werd gearresteerd.

Jessie keert terug naar haar oude buurt in het centrum van L.A. om haar leven weer op te bouwen. Niet veel later krijgt ze bezoek van Kat Gentry, het hoofd van de beveiliging van het psychiatrisch ziekenhuis, die haar een boodschap geeft van Crutchfield. De beul van de Ozarks is naar haar op zoek. Jessie vertelt Kat haar diepste geheim: de reden waarom de Beul van de Ozarks haar achtervolgt is dat hij haar vader is.



Jessie Hunt is een bijna gescheiden, toekomstige profiler.

Kyle Voss is haar sociopatische, vervreemde echtgenoot, die nu in de gevangenis zit.

Bolton Crutchfield is een briljante seriemoordenaar die opkijkt naar Jessies moordende vader.

Kat Gentry is het hoofd van beveiliging van het psychiatrisch ziekenhuis waar Crutchfield opgesloten zit.

Dokter Janice Lemmon is de psychiater van Jessie en was vroeger profiler.

Lacy Cartwright is Jessies vriendin vanop de universiteit en Jessie logeert bij haar.

Ryan Hernandez is de rechercheur van de LAPD die een lezing als gastdocent gaf op de universiteit van Jessie.

De Beul van de Ozarks is de beruchte seriemoordenaar die nooit gepakt werd. En hij is de vader van Jessie.


INHOUD



HOOFDSTUK EEN (#u85238b69-7429-57ea-a99b-da792bac759e)

HOOFDSTUK TWEE (#ub937c3a4-4199-5a44-8ff0-7ba0698ced22)

HOOFDSTUK DRIE (#uf6cf50dd-81ce-5f35-b9dd-74717e16af5c)

HOOFDSTUK VIER (#ubf0a4048-4313-50e6-8d43-adbdc5f49219)

HOOFDSTUK VIJF (#u56587abe-def9-5702-8844-636f1a0ddf4e)

HOOFDSTUK ZES (#u8bd0064e-9d1a-55f1-8ca9-331586d7611b)

HOOFDSTUK ZEVEN (#u2d75797d-e4c3-5dda-9b07-8a30f66006d3)

HOOFDSTUK ACHT (#uea31c268-1f93-5929-a842-a0701b42bc1e)

HOOFDSTUK NEGEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ELF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWAALF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VEERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIERENDERTIG (#litres_trial_promo)




HOOFDSTUK EEN


De splinters van de houten stoelleuningen prikten in de armen van Jessica Thurman die met grof touw aan de stoel gebonden waren. De huid op haar armen was ruw en bloedde op verschillende plaatsen als gevolg van haar voortdurende pogingen om zichzelf lost te rukken.

Hoewel ze pas zes jaar was, was Jessica sterk. Maar ze was niet sterk genoeg om zichzelf te bevrijden uit de touwen waarmee haar ontvoerder haar vastgemaakt had. Ze kon niets anders doen dan daar zitten met haar oogleden open getapet, terwijl haar moeder hulpeloos voor haar stond met haar armen aan de houten balken van het plafond geketend in de verlaten hut in de Ozarks waar ze beiden vastgehouden werden.

Ze kon het gefluister van haar ontvoerder horen. Hij stond achter haar en zei dat ze moest kijken. Zacht noemde hij haar “kevertje”. Ze kende de stem maar al te goed.

Het was immers de stem van haar vader.

Opeens, met een onverwachte kracht die ze niet voor mogelijk had gehouden, wierp Jessica haar lichaam opzij, waardoor de stoel – en zijzelf – op de grond vielen. Ze voelde geen klap toen ze de grond raakte, wat ze vreemd vond.

Ze keek op en zag dat ze niet meer in de hut lag. In plaats daarvan lag ze op de grond in de entreehal van een indrukwekkende, moderne villa. En ze was niet meer de zes jaar oude Jessica Thurman. Ze was nu de achtentwintig jaar oude Jessie Hunt en ze lag op de grond in haar eigen huis. Ze keek omhoog naar een man die de pook van de open haard boven zijn hoofd hield en op het punt stond om haar daarmee te slaan. Maar die man was niet haar vader.

Het was haar echtgenoot Kyle.

Zijn ogen gloeiden met een razende intensiteit toen hij met de pook naar haar gezicht sloeg.

Ze bracht haar armen omhoog om zich te verdedigen, maar wist dat het te laat was.



*



Jessie hapte naar adem toen ze wakker werd. Ze hield haar armen nog steeds boven haar hoofd alsof ze de aanval wilde tegenhouden. Maar ze was alleen in de flat. Ze duwde zichzelf naar voren in het bed zodat ze rechtop zat. Zowel haar lichaam als de lakens waren helemaal bezweet. Haar hart klopte zo hevig dat het uit haar lichaam leek te komen.

Ze zwaaide haar benen naast het bed en plaatste haar voeten op de grond, terwijl ze naar voren boog en haar ellebogen op haar dijen zette en haar hoofd met haar handen steunde. Nadat ze haar lichaam enkele seconden gegund had om zich aan te passen aan haar werkelijke omgeving – de flat van haar vriendin Lacy in Downtown Los Angeles – keek ze naar het klokje naast het bed. Het was 3:54.

Terwijl ze het zweet voelde opdrogen op haar huid stelde ze zichzelf gerust.

Ik ben niet meer in die hut. Ik ben niet meer in dat huis. Ik ben veilig. Het zijn enkel nachtmerries. Die mannen kunnen me niet meer kwetsen.

Dat was natuurlijk maar de halve waarheid. Haar toekomstige ex-echtgenoot Kyle zat in de gevangenis te wachten op het proces van verschillende misdaden, waaronder poging tot moord op Jessie, maar haar vader werd nooit gevangengenomen.

Hij verscheen nog vaak in haar dromen. Wat erger was, was dat ze onlangs te weten was gekomen dat hij nog steeds naar haar op zoek was, hoewel ze als kind in een getuigenbeschermingsprogramma geplaatst werd, een nieuw thuis gekregen had en een nieuwe naam.

Jessie stond op en liep naar de douche. Het had geen zin te proberen opnieuw te slapen. Ze wist dat dat niet zou lukken.

Bovendien dwaalde er een idee in haar hoofd rond dat ze wilde uitwerken. Misschien werd het tijd dat ze ermee ophield te aanvaarden dat deze nachtmerries onvermijdelijk waren. Misschien moest ze ophouden angst te hebben voor de dag dat haar vader haar zou vinden.

Misschien werd het tijd om op hem te jagen.




HOOFDSTUK TWEE


Tegen de tijd dat haar oude vriendin van de universiteit en huidige huisgenote Lacy Cartwright naar de ontbijtkamer kwam, was Jessie al meer dan drie uur wakker. Ze had een verse pot koffie gezet en goot koffie in een kopje voor Lacy, die naar haar toe liep en het dankbaar aannam, terwijl ze sympathiek glimlachte. “Weer een boze droom?” vroeg ze.

Jessie knikte. In de zes weken dat Jessie in de flat van Lacy gewoond had terwijl ze haar leven opnieuw op het goede spoor probeerde te krijgen, was haar vriendin gewend geraakt aan het min of meer regelmatige gegil midden in de nacht en aan het vroege opstaan. Dat gebeurde ook af en toe toen ze nog op school zaten, dus was het geen totale verrassing. Maar de frequentie was dramatisch toegenomen sinds haar echtgenoot haar had geprobeerd te vermoorden.

“Maakte ik lawaai?” vroeg Jessie verontschuldigend.

“Een beetje,” gaf Lacy toe. “Maar je stopte na enkele seconden met schreeuwen. Ik viel meteen weer in slaap.”

“Het spijt me echt, Lace. Misschien moet ik oordopjes voor je kopen of een machine die harde geluiden neutraliseert, die je kan gebruiken tot ik verhuis. Ik beloof dat dat snel zal gebeuren.”

“Maak je daar maar geen zorgen om. Je gaat er beter mee om dan ik zou kunnen,” drong Lacy aan, terwijl ze haar lange haar in een staart vastmaakte.

“Lief dat je dat zegt.”

“Ik ben niet zomaar beleefd, meid. Denk er even over na. In de laatste twee maanden heeft je echtgenoot een vrouw vermoord, dat in jouw schoenen geprobeerd te schuiven en hij heeft een poging gedaan je te vermoorden toen je het ontdekte. En dan is er nog je miskraam.”

Jessie knikte, maar ze zei niets. Lacy’s lijst van vreselijke dingen vermeldde haar vader die seriemoordenaar was niet, want Lacy wist daar niets van, bijna niemand wist daar iets van. Jessie had het liever zo; zowel voor haar eigen veiligheid als die van anderen. Lacy ging verder.

“Als ik in jouw schoenen stond, zou ik opgerold in foetushouding liggen. Het feit dat je bijna klaar bent met je fysiotherapie en op het punt staat om deel te nemen aan een speciale FBI-training, doet me afvragen of je niet een of andere cyborg bent.”

Jessie moest toegeven dat als de dingen zo gesteld werden, het vrij indrukwekkend was dat ze nog zo goed functioneerde. Haar hand bewoog zich vanzelf naar de plek links op haar onderbuik, waar Kyle haar had geraakt met de haardpook. De dokters hadden haar verteld dat ze geluk had gehad dat hij haar inwendige organen had gemist.

Ze had een lelijk litteken. Het was een afzichtelijke aanvulling bij het litteken van haar kindertijd dat over haar sleutelbeen liep. Af en toe voelde ze nog steeds een scherpe pijn in haar buik. Maar over het algemeen voelde ze zich goed. Een week geleden kreeg ze toestemming om de wandelstok niet meer te gebruiken en haar fysiotherapeut had nog een laatste herstelsessie gepland, en die was vandaag. Daarna moest ze de nodige oefeningen zelf doen. Wat het mentale en emotionele herstel betreft dat nodig was nadat ze te weten was gekomen dat haar echtgenoot een sociopatische moordenaar was, dat was nog niet bepaald in orde.

“Misschien is het allemaal niet zo erg,” antwoordde ze uiteindelijk niet erg overtuigend, terwijl ze naar haar vriendin keek die zich aankleedde.

Lacy schoof haar schoenen met hakken van zeven centimeter over haar voeten en in plaats van een grote vrouw werd ze nu een echte amazone. Met haar lange benen en haar uitgesproken jukbeenderen zag ze er meer uit als een model dan als een toekomstige modeontwerpster. Haar haar was samengebonden in een hoge staart, waardoor haar hals vrij was. Ze was zorgvuldig uitgedost in kleding die ze zelf ontworpen had. Op dit moment was ze een koper voor een chic boetiek. Maar ze had plannen om haar eigen designbedrijf op te richten voor ze dertig werd en ze wilde vlak daarna de meest prominente positie in het land veroveren als lesbische, zwarte modeontwerpster.

“Ik begrijp je niet, Jessie,” zei ze, terwijl ze haar jas aandeed. “Je wordt toegelaten bij een prestigieuze FBI-opleiding in Quantico voor veelbelovende profilers en je lijkt niet erg enthousiast te zijn daarover. Ik zou gedacht hebben dat je blij zou zijn met de mogelijkheid je omgeving even te veranderen. Het is bovendien maar tien weken. Het is niet alsof je moet verhuizen.”

“Je hebt gelijk,” gaf Jessie toe, terwijl ze haar derde kopje koffie leegdronk. “Er is gewoon zoveel gaande tegenwoordig, ik weet niet of dit het juiste moment is. De scheiding van Kyle is nog niet finaal. Ik moet het huis in Westport Beach nog verkopen. Mijn lichaam is nog niet honderd percent hersteld. En ik word nog bijna elke nacht gillend wakker. Ik weet niet of ik al klaar ben voor de striktheid van de opleiding gedragsanalyse van de FBI.”

“Nou, je kunt maar beter snel beslissen,” zei Lacy, terwijl ze naar de voordeur liep. “Moet je ze geen antwoord geven tegen het einde van de week?”

“Klopt.”

“Nou, laat me weten wat je beslist. Kan je misschien ook even het raam in je slaapkamer openzetten voor je ervandoor gaat? Niet slecht bedoeld of zo, maar het ruikt een beetje als een sportzaal daarbinnen.”

Ze was weg voordat Jessie kon antwoorden, maar Jessie wist ook niet goed wat ze daarop moest zeggen. Lacy was een goede vriendin op wie je altijd kon rekenen voor een eerlijke mening. Maar ze was niet bepaald tactvol.

Jessie stond op en liep naar haar kamer om zich om te kleden. Ze zag zichzelf in de lange spiegel aan de achterkant van de deur en herkende zichzelf niet meteen. Ze zag er nog steeds hetzelfde uit aan de buitenkant, met haar halflange, bruine haar, haar groene ogen en haar een meter achtenzeventig.

Maar de ogen hadden rode randjes door de uitputting en haar haar was vettig en hing in slierten. Het was zo erg dat ze besloot een staart te maken en een pet te dragen. En ze had het gevoel dat ze steeds vooroverboog. Dat was het resultaat van de steeds aanwezige angst voor de onverwachte pijnscheuten in haar onderbuik.

Zal ik ooit weer mijn oude zelf worden? Bestaat die persoon nog?

Ze duwde die gedachte weg en dwong zichzelf niet toe te geven aan zelfmedelijden, op zijn minst voor even. Er was te veel te doen om daarnaar te luisteren.

Het werd tijd om zich klaar te maken voor haar afspraak bij de fysiotherapeut, haar ontmoeting met de makelaar en daarna haar afspraken bij haar psychiater en haar gynaecoloog. Het zou een gevulde dag worden waarin ze moest doen alsof ze een goed functionerend mens was.



*



Bridget, de makelaar, was een tengere vrouw in broekpak die als een draaiende derwisj de derde flat van die ochtend liet zien terwijl Jessie de neiging kreeg om van het balkon te springen.

Eerst was alles oké. Ze was nog een beetje euforisch na haar laatste bezoek aan de fysiotherapeut, dat geëindigd was met de vaststelling dat ze “redelijk goed gewapend was om het dagelijks leven aan te kunnen”. Bridget hield een flink tempo terwijl ze de eerste twee flats bekeken en zich concentreerden op de eigenschappen, de prijs en de voorzieningen. Pas toen ze de derde optie bekeken, de enige flat waar Jessie tot nu toe interesse in had, waren de persoonlijke vragen begonnen.

“Weet je zeker dat je enkel geïnteresseerd bent in flats met één slaapkamer?” vroeg Bridget. “Ik merk dat je deze leuk vindt. Maar er is een flat met twee slaapkamers een verdieping hoger met bijna dezelfde indeling. En die is maar drieduizend dollar meer en heeft een grotere verkoopwaarde. Je weet bovendien maar nooit wat je situatie over een paar jaar zal zijn.”

“Dat is waar,” gaf Jessie toe en ze dacht eraan dat ze nog maar twee maanden daarvoor getrouwd was geweest, zwanger was geweest en in een villa in Orange County gewoond had. Nu was ze gescheiden van een moordenaar, haar ongeboren kind was gestorven en ze logeerde bij een vriendin van op de universiteit. “Maar een flat met één slaapkamer is oké.”

“Natuurlijk,” zei Bridget op een toon die suggereerde dat ze het niet los ging laten. “Mag ik vragen wat je situatie nu is? Dat kun me helpen om iets te zoeken naar jouw voorkeur. Ik merkte op dat de huid op je vinger wit is waar tot voor kort misschien een trouwring zat. Ik kan het zoeken naar locaties baseren op het feit dat je absoluut weg wil, of dat je je wil… verschuilen.”

“Dit is de juiste omgeving,” zei Jessie en haar stem werd onopzettelijk scherper. “Ik wil enkel flats met één slaapkamer in deze buurt bekijken. Dat is de enige informatie die je op dit moment nodig hebt, Bridget.”

“Natuurlijk. Het spijt me,” zei Bridget, terechtgewezen.

“Ik moet even naar het toilet,” zei Jessie, terwijl de benauwdheid in haar keel zich uitbreidde naar haar borst. Ze wist niet zeker wat er met haar aan de hand was. “Is dat goed?”

“Geen probleem,” zei Bridget. “Weet je nog waar het is? In de gang.”

Jessie knikte en liep er zo snel mogelijk naartoe zonder werkelijk te rennen. Toen ze in het toilet was en de deur gesloten had, was ze bang dat ze zou flauwvallen. Ze had het gevoel dat ze een paniekaanval kreeg.

Wat gebeurt er verdomme met me?

Ze spatte wat koud water op haar gezicht en liet haar handen daarna op de wastafel rusten, terwijl ze langzaam en diep ademde.

Ze zag beelden voor zich die kant noch wal raakten: knuffelen op de bank met Kyle, rillen in een afgelegen hut diep in de heuvels van de Ozark Mountains, kijken naar de echografie van haar ongeboren kind, samen met haar adoptievader een verhaaltje lezen voor het slapengaan in een schommelstoel, zien hoe haar echtgenoot een lijk in het water gooit over de rand van een boot, het geluid van haar vader die “kevertje” in haar oor fluistert.

Jessie wist niet waarom ze getriggerd was door de voornamelijk onschuldige vraag van Bridget. Maar het was zo en nu voelde ze angstzweet, rilde ze ongewild en keek ze naar een persoon in de spiegel die ze amper herkende.

Gelukkig was haar volgende afspraak bij haar therapeute. Die gedachte kalmeerde Jessie een beetje en ze ademde nog enkele keren diep voor ze de badkamer verliet en terug door de hal liep naar de voordeur.

“Ik zal je nog contacteren,” riep ze naar Bridget, terwijl ze de deur achter zich sloot. Maar ze wist niet zeker of ze dat zou doen. Op dit ogenblik wist ze niets zeker.




HOOFDSTUK DRIE


De praktijk van dokter Janice Lemmon lag enkele straten van het flatgebouw dat Jessie verliet en ze was blij dat ze even kon lopen en haar hoofd leeg kon maken. Terwijl ze langs Figueroa liep, was ze bijna dankbaar voor de scherpe, snijdende wind die haar ogen deed tranen en onmiddellijk ook weer droogde. De verfrissende koude duwde bijna alle gedachten uit haar hoofd. Ze dacht er enkel nog aan zo snel mogelijk te bewegen.

Ze trok de rits van haar jas dicht tot aan de hals en hield haar hoofd naar beneden terwijl ze voorbij een koffiebar liep en daarna voorbij een restaurant dat overvol zat. Het was halverwege december in Los Angeles en lokale winkels deden hun best om eruit te zien alsof ze klaar waren voor de feestdagen in een stad waar sneeuw een bijna abstract concept was.

Maar in de windtunnels die gecreëerd werden door de wolkenkrabbers was de koude altijd aanwezig. Het was bijna 11:00, maar de lucht was grijs en de temperatuur was iets boven tien graden. Vanavond zou de temperatuur nog vijf graden dalen. Voor L.A. was dat ijzig koud. Jessie had uiteraard veel kouder weer doorstaan.

Toen ze als kind in het landelijke Missouri woonde, voor alles in elkaar stortte, speelde ze in de kleine voortuin van haar moeders caravan op het caravanterrein. Haar vingers en haar gezicht waren half verdoofd. Ze maakte niet erg indrukwekkende sneeuwpoppen met blije gezichten terwijl haar mama beschermend vanuit het raam toekeek. Jessie weet nog dat ze zich afvroeg waarom haar moeder nooit wegkeek. Nu ze erop terugkeek, was het duidelijk waarom.

Een paar jaar later woonde ze in de buitenwijken van Las Cruces, New Mexico, samen met het gezin dat haar geadopteerd had nadat ze in een getuigenbeschermingsprogramma werd geplaatst. Ze ging skiën met haar tweede vader, een FBI-agent die steeds en in alle situaties een kalm professionalisme uitstraalde. Hij was er altijd om haar te helpen als ze viel. En ze kon er meestal op rekenen dat ze een warme chocolademelk zou krijgen wanneer ze de kale, winderige heuvels verlieten en terug naar de blokhut gingen.

Die kille herinneringen verwarmden haar terwijl ze de laatste hoek omging op weg naar de praktijk van dokter Lemmon. Ze zorgde er zorgvuldig voor om niet te denken aan de minder aangename herinneringen die onvermijdelijk verweven waren met de goede herinneringen.

Ze meldde zich aan en ontdeed zich van de lagen kleding terwijl ze wachtte tot ze de praktijk binnengeroepen zou worden. Het duurde niet lang. Precies om 11:00 opende haar therapeut de deur en verwelkomde haar.

Dokter Janice Lemmon was halverwege zestig, maar zo zag ze er niet uit. Ze was erg fit en haar ogen waren scherp en geconcentreerd achter haar dikke brillenglazen. Haar blonde, gekrulde haren sprongen op en neer als ze liep en ze had een ingehouden intensiteit die zich niet liet verbergen.

Ze zaten tegenover elkaar in de pluche stoelen. Dokter Lemmon gaf haar een paar ogenblikken om tot rust te komen voor ze sprak.

“Hoe gaat het met je?” vroeg ze op die open manier die er altijd voor zorgde dat Jessie werkelijk serieuzer over de vraag nadacht dan ze in het dagelijkse leven deed.

“Niet erg goed,” gaf ze toe.

“Waarom?”

Jessie vertelde over haar paniekaanval in de flat en de flashbacks daarna.

“Ik weet niet wat de trigger was,” zei ze ten slotte.

“Ik denk dat je dat wel weet,” drong dokter Lemmon aan.

“Kan je me een tip geven?” vroeg Jessie.

“Nou, ik vraag me af of je je kalmte verloor in het bijzijn van een vreemde omdat je niet het gevoel hebt dat je je angsten op een andere plek kan tonen. Mag ik je vragen of er stresserende gebeurtenissen of beslissingen op je te wachten staan in de nabije toekomst?”

“Buiten de afspraak van twee uur bij mijn gynaecoloog om te weten te komen of ik voldoende hersteld ben na mijn miskraam, het finaliseren van de scheiding van de man die me probeerde te vermoorden, het verkopen van het huis waar we samen woonden, het idee verwerken dat mijn vader de seriemoordenaar naar me op zoek is, beslissen of ik wel of niet naar Virginia ga voor twee en een halve maand om FBI-leraars met me te laten spotten en uit de flat van mijn vriendin moeten verhuizen, zodat zij eindelijk een nacht kan slapen? Buiten al die dingen, gaat alles prima.”

“Dit klink inderdaad wel een heleboel,” antwoordde dokter Lemmon en ze negeerde het sarcasme van Jessie. “Laten we beginnen met de onmiddellijke zorgen en vandaaruit verder werken, oké?”

“Jij bent de baas,” mompelde Jessie.

“Dat ben ik niet. Maar vertel me over de afspraak die gepland staat. Waarom ben je ongerust?”

“Het is niet zozeer dat ik ongerust ben,” zei Jessie. “De dokter heeft al gezegd dat het lijkt alsof er geen blijvende schade was en ik in de toekomst op nieuw zwanger zal kunnen worden. Het gaat erom dat ik weet dat ik er weer zal aan denken aan wat ik kwijt ben en aan hoe dat gebeurde.”

“Je bedoelt het feit dat je echtgenoot je drugs heeft gegeven zodat hij de moord op Natalia Urgova in je schoenen kon schuiven? En dat de medicatie die hij daarvoor gebruikte ervoor zorgde dat je een miskraam kreeg?”

“Ja,” zei Jessie droogweg. “Dat is wat ik bedoel.”

“Nou, het zou me verbazen als iemand daarover zal beginnen praten,” zei dokter Lemmon met een vriendelijke glimlach.

“Dus je bedoelt dat ik een situatie die niet stresserend hoeft te zijn zelf stresserend maak?”

“Ik bedoel dat je je emoties vooraf aan het verwerken bent, misschien is het minder overweldigend op het moment dat je werkelijk in de kamer staat.”

“Gemakkelijker gezegd dan gedaan,” zei Jessie.

“Alles is gemakkelijker gezegd dan gedaan,” antwoordde dokter Lemmon. “Laten we dat even opzij leggen en laten we het hebben over je toekomstige scheiding. Wat is de stand van zaken?”

“Het huis werd op derdenrekening gezet. Dus hoop ik dat dat zonder problemen zal worden afgewikkeld. Mijn advocaat vertelde me dat mijn aanvraag voor een versnelde scheidingsprocedure werd aanvaarden dat alles finaal zou moeten zijn voor het einde van het jaar. Er is een voordeel, want in Californië krijg ik de helft van alle bezittingen van mijn moordende echtgenoot. Hij krijgt ook de helft van wat ik bezit, ondanks het feit dat hij voor de rechtbank moet voor negen ernstige misdrijven. Maar als je er rekening mee houdt dat ik tot voor enkele weken geleden student was, is dat niet erg veel.”

“Oké, hoe voel je je daarbij?”

“Ik ben blij met het geld. Ik vind dat ik het verdiend heb. Wist je dat ik de ziektekostenverzekering van zijn baan gebruikt heb om te betalen voor de verwondingen die ik kreeg omdat hij me met een haardpook gestoken heeft? Dat lijkt me rechtvaardig. Anderzijds zal ik blij zijn als het allemaal achter de rug is. Ik wil vooral dat alles voorbij is en dat ik kan vergeten dat ik bijna tien jaar van mijn leven met een sociopaat heb samengewoond zonder het te beseffen.”

“Je vindt dat je het had moeten weten?” vroeg dokter Lemmon.

“Ik probeer een professionele profiler te worden, dokter. Hoe goed ben ik als ik het misdadige gedrag van mijn eigen echtgenoot niet opmerk?”

“Daar hebben we al over gepraat, Jessie. Zelfs voor de beste profilers is het vaak moeilijk om illegaal gedrag te herkennen bij de mensen in hun nabije omgeving. Je hebt vaak professionele afstand nodig om te zien wat er werkelijk aan de hand is.”

“Ik heb begrepen dat je spreekt op basis van persoonlijke ervaring?” vroeg Jessie.

Janice Lemmon was gedragstherapeut, maar daarnaast was ze ook een hoog aangeschreven adviseur die vroeger voltijds voor de LAPD werkte. Af en toe werden haar diensten nog steeds gevraagd.

Lemmon had haar indrukwekkende netwerk van contacten aangesproken om ervoor te zorgen dat Jessie toegang kreeg tot het staatsziekenhuis in Norwalk zodat ze de seriemoordenaar Bolton Crutchfield kon interviewen als deel van haar practicum voor de universiteit. En Jessie vermoedde dat de dokter ook een belangrijke rol had gespeeld in het feit dat ze toegelaten werd tot de veelgeprezen National Academy opleiding van de FBI, waartoe normaal gesproken enkel ervaren, plaatselijke onderzoekers werden toegelaten, geen pas afgestudeerde mensen zonder enige praktijkervaring.

“Dat is zo.” zei dokter Lemmon. “Maar daar kunnen we een andere keer over praten. Wil je praten over de gevoelens die je hebt omdat je echtgenoot je manipuleerde?”

“Ik denk niet dat ik helemaal gemanipuleerd werd. Hij zit tenslotte door mij achter de tralies en drie mensen die dood hadden kunnen zijn, leven nog, inclusief mezelf. Is dat geen verdienste? Ik heb de waarheid tenslotte uiteindelijk wel ontdekt. En ik denk niet dat de politie ooit zou ontdekt hebben wat er gebeurd was.”

“Dat is een goed argument. Door je sarcasme ga ik ervan uit dat je liever over iets anders praat. Zullen we over je vader praten?”

“Echt?” vroeg Jessie vol ongeloof. “Moeten we daar echt over praten? Kunnen we niet praten over de problemen met mijn flat?”

“Ik heb begrepen dat dat met elkaar verbonden is. Is het immers niet zo dat je huisgenote niet kan slapen omdat je nachtmerries hebt waardoor je gaat gillen?”

“Dat is niet eerlijk, dokter.”

“Ik werk enkel met wat je me vertelt, Jessie. Je zou het niet gezegd hebben, als je niet wilde dat ik het wist. Kan ik ervan uitgaan dat de dromen te maken hebben met de moord op je moeder door je vader?”

“Ja,” antwoordde Jessie en ze behield de parmantige toon in haar stem. “De beul van de Ozarks is misschien ondergedoken, maar hij heeft nog een slachtoffer in zijn grip.”

“Zijn de nachtmerries erger geworden sinds we elkaar de laatste keer hebben ontmoet?” vroeg dokter Lemmon.

“Ik zou niet zeggen dat ze erger geworden zijn,” zei Jessie. “Ze blijven zo ongeveer op hetzelfde niveau van angstaanjagend afschuwelijk.”

“Maar ze namen dramatisch toe en werden veel intenser nadat je het bericht ontvangen had, juist?”

“Ik neem aan dat we praten over het bericht dat Bolton Crutchfield me gaf waarin hij onthulde dat hij contact had met mijn vader die me heel graag wil vinden.”

“Dat is inderdaad het bericht waarover we praten.”

“In dat geval: ja, mijn dromen werden rond die tijd erger,” antwoordde Jessie.

“Als we de dromen even opzij schuiven,” zei dokter Lemmon, “Ik wilde graag herhalen wat ik je eerder vertelde.”

“Ja, dokter, ik ben het niet vergeten. In je hoedanigheid van adviseur van het departement van staatsziekenhuizen, niet-rehabiliteerbare afdeling, heb je met het beveiligingsteam overlegd om te verzekeren dat Bolton Crutchfield geen contact heeft met ongeautoriseerd personeel van buitenaf. Er is geen enkele manier dat hij kan communiceren met mijn vader om hem mijn identiteit door te geven.”

“Hoe vaak heb ik dat gezegd?” vroeg dokter Lemmon. “Waarschijnlijk al verschillende keren als je het zo hebt gememoriseerd.”

“Laten we zeggen meer dan een keer. Bovendien ben ik vrienden geworden met Kat Gentry, het hoofd van beveiliging van de NRD, en zij vertelde me hetzelfde – ze hebben hun procedures bijgeschaafd om ervoor te zorgen dat Crutchfield niet kan communiceren met de wereld buiten het ziekenhuis.”

“En toch klink je niet erg overtuigd,” merkte dokter Lemmon op.

“Zou jij overtuigd zijn?” vroeg Jessie. “Als je vader een seriemoordenaar was die bekend stond als de Beul van de Ozarks en je persoonlijk hebt gezien hoe hij zijn slachtoffers afgemaakt heeft en je weet dat hij nooit gevonden werd, zou jij dan gerustgesteld zijn door een paar clichés?

“Ik geef toe dat ik waarschijnlijk sceptisch zou zijn. Maar ik weet niet of het erg productief is om te blijven stilstaan bij iets waar je geen controle over hebt.”

“Dat wilde ik met je bespreken, dokter Lemmon,” zei Jessie en ze liet het sarcasme vallen nu ze een echte vraag had. “Zijn we er zeker van dat ik geen enkele controle over de situatie heb? Blijkbaar weet Bolton Crutchfield heel wat over het doen en laten van mijn vader de laatste jaren. En Bolton … is blij met mijn gezelschap. Ik denk dat het misschien goed zou zijn om weer een bezoekje te brengen en met hem te praten. Wie weet wat hij misschien onthult?”

Dokter Lemmon ademde diep terwijl ze het voorstel overwoog.

“Ik denk niet dat het spelen van spelletjes met een beruchte seriemoordenaar de beste volgende stap is op weg naar jouw emotionele genezing, Jessie.”

“Weet je wat goed zou zijn voor mijn emotionele genezing, dokter?” zei Jessie, en ze voelde dat haar frustratie steeg ook al deed ze haar best. “Geen angst meer te moeten hebben dat mijn vader achter een hoek gaat tevoorschijn springen en me aanvalt met een mes.”

“Jessie, als zelfs praten met mij over dit onderwerp je zo overstuur maakt, wat gaat er dan gebeuren als Crutchfield je zal proberen te manipuleren?”

“Dat is niet hetzelfde. Bij jou hoef ik me niet te censureren. Bij hem ben ik iemand anders. Ik ben professioneel,” zei Jessie en ze zorgde ervoor dat haar toon nu neutraal was. “Ik ben het zat om een slachtoffer te zijn en dit is iets tastbaars dat ik kan doen om die dynamiek te veranderen. Kan je erover nadenken? Ik weet dat jouw aanbeveling zo ongeveer een vrijkaart is in deze stad.”

Dokter Lemmon keek haar enkele seconden aan vanachter haar dikke brilglazen, haar ogen waren indringend.

“Ik zal kijken wat ik kan doen,” zei ze uiteindelijk. “Over vrijkaarten gesproken, heb je de uitnodiging van de National Academy van de FBI al officieel aanvaard?”

“Nog niet. Ik overweeg mijn opties nog.”

“Ik denk dat je daar veel kan bijleren, Jessie. En het kan geen kwaad om dat op je CV te hebben staan als je probeert werk te vinden. Ik ben ongerust en vraag me af of het een soort van zelf-sabotage zou zijn als je nee zegt.”

“Dat is het niet,” verzekerde Jessie. Ik weet dat het een buitenkans is. Ik weet alleen niet of dit de ideale periode is voor mij om drie maanden naar de andere kant van het land te verhuizen. Mijn hele wereld staat op zijn kop nu.”

Ze probeerde de onrust uit haar stem te houden, maar ze hoorde dat die erin sloop. Dokter Lemmon merkte het duidelijk ook, want ze veranderde van onderwerp.

“Oké. Nu we een overzicht hebben van de situatie wil ik graag wat dieper ingaan op een aantal onderwerpen. Als ik het goed onthouden heb, kwam je adoptievader onlangs op bezoek om je te helpen alles op orde te brengen. Daar wil ik meteen over praten. Maar laten we eerst praten over je fysieke herstel. Ik heb begrepen dat je net je laatste sessie fysiotherapie achter de rug hebt. Hoe was het?”

De volgende vijfenveertig minuten had Jessie het gevoel dat ze een boom was waarvan de schors langzaam geschild werd. Toen het voorbij was, was ze blij dat ze ervandoor kon, zelfs als dat betekende dat ze daarna naar een check-up moest om opnieuw een bevestiging te krijgen dat ze in de toekomst nog kinderen zou kunnen krijgen. Nadat dokter Lemmon bijna een uur lang haar psyché gepord en gestoken had, ging ze ervan uit dat het een makkie ging zijn om lichamelijk gepord en gestoken te worden. Ze had zich vergist.



*



Het was niet zozeer het porren dat haar triggerde. Het was de nasleep. De afspraak zelf was niet erg bijzonder. Jessies dokter bevestigde dat ze geen permanente schade had en verzekerde haar dat ze in de toekomst kinderen zou kunnen krijgen. Ze zei ook dat het weer veilig was om seksueel actief te zijn, een idee dat werkelijk niet bij Jessie was opgekomen sinds het ogenblijk dat Kyle haar aangevallen had. De dokter zei dat tenzij er een onverwacht voorval was, ze na zes maanden terug moest komen voor een controle.

Pas toen ze in de lift stond op weg naar de parkeergarage raakte ze overstuur. Ze wist niet helemaal waarom, maar ze had het gevoel dat ze in een duistere put in de grond viel. Ze rende naar de auto en ging achter het stuur zitten. Ze snikte hevig en heel haar lichaam schudde.

En toen, in het midden van de tranen, begreep ze het. Iets in verband met de finaliteit van de afspraak had haar diep geraakt. Ze hoefde pas over zes maanden terug te komen. Het zou een normaal bezoek zijn. De periode van zwangerschap was voorlopig voorbij.

Ze voelde dat de emotionele deur toesloeg en het was schokkend. Bovenop het feit dat haar huwelijk op de meest schokkend mogelijke manier geëindigd was en dat haar moordende vader waarvan ze dacht dat ze hem in het verleden had achtergelaten, nu terug was; was het besef dat ze een levend wezen in haar lichaam had gehad dat nu verdwenen was, te veel voor haar om te dragen.

Ze reed weg uit de parkeergarage en haar zicht werd wazig door de tranen in haar ogen. Het maakte niets uit. Ze trapte hard op het gaspedaal en ze raasde zuidwaarts op Robertson. Het was vroege middag en er was niet veel verkeer. Toch slalomde ze wild van rijstrook naar rijstrook.

Voor haar, aan het stoplicht, zag ze een grote verhuiswagen. Ze drukte het gaspedaal harder in en voelde dat haar hoofd naar achteren vloog terwijl ze versnelde. De snelheidslimiet was zestig, maar ze reed zeventig, vijfentachtig, bijna honderd. Ze wist zeker dat als ze snel genoeg tegen de verhuiswagen aanreed, dat haar pijn meteen voorbij zou zijn.

Ze keek naar links terwijl ze voorbij raasde en zag een moeder die met een peuter op de stoep liep. De gedachte dat dat kleine jongetje getuige zou zijn van een hoop verkreukeld metaal, verschroeiend vuur en verkoolde lijken, bracht haar meteen terug naar de werkelijkheid.

Jessie drukte stevig op de rem en kwam met gierende banden enkele meters achter de verhuiswagen tot stilstand. Ze reed de parkeerplaats op van een tankstation aan haar rechterkant. Ze parkeerde en zette de auto uit. Haar ademhaling was zwaar en ze voelde dat de adrenaline door haar lichaam jaagde, waardoor haar vingers en tenen onaangenaam prikkelden.

Nadat ze ongeveer vijf minuten zonder te bewegen en met haar ogen toe had gezeten, ging haar borstkas niet meer zo hevig op en neer en ademde ze weer normaal. Ze hoorde een zoem en opende haar ogen. Het was haar telefoon. Op het scherm zag ze dat het rechercheur Ryan Hernandez van de LAPD was. Hij had een lezing gehouden voor haar les criminologie vorig semester, waar ze een goede indruk had gemaakt door de oplossing te vinden voor een case die hij aan de klas had voorgesteld. Hij had haar ook bezocht in het ziekenhuis nadat Kyle geprobeerd had haar te vermoorden.

“Hallo, hallo,” zei Jessie hardop tegen zichzelf. Ze wilde weten of haar stem normaal klonk. Goed genoeg. Ze beantwoorde de oproep.

“Met Jessie,”

“Hoi, mevrouw Hunt. Dit is rechercheur Ryan Hernandez. Ken je me nog?

“Natuurlijk,” zei ze en ze was blij dat ze weer als zichzelf klonk. “Zeg het maar.”

“Ik weet dat je onlangs afgestudeerd bent,” zei hij en er was meer twijfel in zijn stem dan ze zich herinnerde. “Heb je al een positie gevonden?”

“Nog niet,” antwoordde ze. “Ik ben mijn opties aan het bekijken.”

“In dat geval wil ik graag met je praten over een baan.”




HOOFDSTUK VIER


Een uur later zat Jessie in de receptie van het Central Community Police Station van het Los Angeles Police Department, of ook wel Downtown Division, zoals de meeste mensen het noemde. Ze wachtte op rechercheur Hernandez die haar zou komen oppikken. Ze weigerde uitdrukkelijk na te denken over wat er gebeurd was tijdens haar bijna-auto-ongeluk. Het was te veel om te verwerken op dit ogenblik. In plaats daarvan concentreerde ze zich op wat er nu ging gebeuren.

Hernandez was behoedzaam geweest tijdens het telefoongesprek. Hij had haar verteld dat hij niet veel bijzonderheden vertellen kon, enkel dat er een juniorpositie vrijgekomen was en dat hij aan haar gedacht had. Hij had haar gevraagd om naar het politiekantoor te komen om het persoonlijk te bespreken omdat hij wilde peilen of ze geïnteresseerd was voor hij haar zou vermelden bij zijn meerderen.

Terwijl ze aan het wachten was, probeerde ze zich te herinneren wat ze wist over Hernandez. Ze had hem eerder in de herfst ontmoet toen hij een bezoek bracht aan haar les forensische psychologie tijdens haar masteropleiding. Hij besprak de praktische toepassingen van profiling. Hij bleek een wijkagent geweest te zijn en hij had een grote rol gespeeld bij de arrestatie van Bolton Crutchfield.

In de les had hij een ingewikkelde moordzaak aan de studenten voorgelegd en gevraagd of iemand de dader en het motief voor de moord kon aanduiden. Enkel Jessie had de oplossing gevonden. Hernandez had zelfs gezegd dat zij nog maar de tweede student was die de oplossing gevonden had.

De volgende keer dat ze hem zag, was in het ziekenhuis toen ze herstelde van de aanval van Kyle. Ze was toen nog steeds een beetje bedwelmd door de medicijnen, dus was haar herinnering wat wazig.

Hij was er in de eerste plaats enkel omdat ze hem gebeld had. Ze had argwaan over Kyle’s verleden voor ze hem had leren kennen op achttienjarige leeftijd en ze had gehoopt dat Hernandez haar aanwijzingen kon geven. Ze had een voicemail voor de rechercheur achtergelaten en toen hij haar niet kon bereiken na verschillende pogingen – voornamelijk omdat ze door haar echtgenoot vastgebonden werd in hun huis – had hij haar telefoon laten traceren en had hij haar in het ziekenhuis gevonden.

Toen hij haar bezocht, was hij hulpvaardig en had samen met haar de situatie van de toekomstige rechtszaak tegen Kyle overlopen. Maar hij was ook duidelijk achterdochtig (en daar had hij goede redenen voor) over het feit dat Jessie niet alles gedaan had om de zaak aan het licht te brengen nadat Kyle Natalia Urgova vermoord had.

Dat was de waarheid. Nadat Kyle Jessie ervan overtuigd had dat zij Natalia vermoord had in een dronken woedeaanval waarvan ze zich niets meer herinnerde, had hij aangeboden dat hij de misdaad zou verbergen door het lichaam van de vrouw in zee te werpen. Ondanks haar bezwaren op dat moment, was Jessie niet erg krachtdadig geweest om toch naar de politie te stappen en te bekennen. Daar had ze nog steeds veel spijt van.

Hernandez had het geraden, maar voor zover ze wist, had hij er nooit tegen iemand anders over gesproken. Een klein deel van haar had angst dat dat de echte reden was dat hij haar hiernaartoe had gelokt vandaag en dat de baan maar een voorwendsel was om haar naar het politiekantoor te lokken. Als hij haar naar de ondervragingskamer zou begeleiden, zou ze weten welke weg het op zou gaan, dacht ze.

Na een paar minuten kwam hij de kamer binnen en begroette hij haar. Hij was net zoals ze zich herinnerde, ongeveer dertig, gespierd, maar niet overdreven indrukwekkend. Hij was een meter tachtig en ongeveer 90 kilogram en hij was duidelijk fit. Pas toen hij dichterbij kwam, herinnerde ze zich hoe gespierd hij was.

Hij had kort, zwart haar, bruine ogen en een brede, warme glimlach waardoor waarschijnlijk zelfs verdachten zich op hun gemak voelden. Ze vroeg zich af of hij dat net om die reden cultiveerde. Ze zag de trouwring aan zijn linkerhand en herinnerde zich dat hij getrouwd was, maar geen kinderen had.

“Bedankt om langs te komen, mevrouw Hunt,” zei hij en hij reikte haar zijn hand.

“Zeg alsjeblieft Jessie,” zei ze.

“Oké, Jessie. Laten we naar mijn bureau gaan en ik zal je vertellen waar ik aan dacht.”

Jessie ervoer een sterkere vlaag van opluchting dan ze verwacht had toen hij niet naar de verhoorkamer wees, maar ze slaagde erin om dat te verbergen. Hij praatte zacht terwijl ze naar de werkruimte liepen.

“Ik ben je zaak blijven volgen,” gaf hij toe. “Of om precies te zijn: de zaak van je echtgenoot.”

“Toekomstige ex-echtgenoot,” merkte ze op.

“Juist. Dat had ik ook gehoord. Geen plannen om samen te blijven met de man die je beschuldigde van moord en je toen probeerde te vermoorden, hé? Geen loyaliteit meer tegenwoordig.”

Hij grijnsde om te tonen dat hij een grapje maakte. Jessie kon niet anders dan onder de indruk zijn van een man die een grap over moord durfde te maken bij iemand die bijna vermoord was.

“Het schuldgevoel is overweldigend,” zei ze. Ze speelde het spel mee.

“Dat zal wel. Ik moet zeggen dat het er niet goed uitziet voor je toekomstige ex. Zelfs als de aanklager niet om de doodstraf vraagt, twijfel ik eraan dat ze hem ooit nog zullen vrijlaten.”

“Als jij het zegt …” mompelde Jessie. Ze hoefde de zin niet af te maken.

“Laten we over een leuker onderwerp praten.” stelde Hernandez voor. “Ik weet niet of je het nog onthouden hebt na mijn bezoek aan je les, maar ik werk voor een speciale afdeling in de divisie inbraak en moord. De afdeling heeft de naam Homicide Special Section of afgekort HSS. We zijn gespecialiseerd in spraakmakende cases; het soort van cases die veel media-aandacht trekken of die sterk opgevolgd worden door de publieke opinie. Dat zijn onder andere brandstichtingen, moorden met meerdere slachtoffers, bekende personen die vermoord worden en natuurlijk ook seriemoordenaars.

“Zoals Bolton Crutchfield, de man die onder andere door jou gearresteerd werd.”

“Precies,” zei hij. “Onze unit maakt ook gebruik van profilers. Die werken niet exclusief voor ons. Ze werken voor de hele divisie, maar wij hebben voorrang voor hun diensten. Misschien heb je al gehoord van onze senior profiler, Garland Moses?”

Jessie knikte. Moses was een legende voor profilers. Als voormalige FBI-agent was hij naar de West Coast verhuisd in de late jaren ’90 nadat hij tientallen jaren doorheen het land gereisd was om op seriemoordenaars te jagen. Maar de LAPD had hem een voorstel gedaan en hij had ermee ingestemd om als adviseur te werken. Hij werd door de afdeling betaald, maar was geen officiële werknemer, dus kon hij komen en gaan wanneer hij wilde.

Hij was nu meer dan zeventig jaar oud, maar hij kwam nog bijna elke dag naar het werk. En minstens drie of vier keer per jaar las Jessie een artikel waarin verteld werd dat hij een case opgelost had die niemand anders had kunnen oplossen. Naar verluidt had hij een kantoor op de eerste verdieping van dit gebouw in een omgebouwde bezemkast.

“Ga ik hem ontmoeten?” vroeg Jessie en ze probeerde haar enthousiasme in toom te houden.

“Vandaag niet,” zei Hernandez. “Als je de baan aanneemt en het hier een beetje gewend bent geraakt, zal ik je aan hem voorstellen. Hij is wat prikkelbaar.”

Jessie wist dat Hernandez het nog zacht uitdrukte. Garland Moses had de reputatie een zwijgzame rotzak met een kort lontje te zijn. Al hij niet zo goed was in het vinden van moordenaars, zou hij waarschijnlijk nooit een baan hebben gevonden.

“Moses is dus min of meer de profiler emeritus van de divisie,” ging Hernandez verder. “Hij daagt enkel op voor heel grote cases. De afdeling heeft een aantal andere profilers die in dienst werken of als freelancer op minder beruchte cases. Spijtig genoeg heeft Josh Caster, onze juniorprofiler, gisteren zijn ontslag ingediend.”

“Waarom?”

“Officieel?” vroeg Hernandez. “Hij wenste te verhuizen naar een plek waar het aangenamer is voor families. Hij heeft een vrouw en twee kinderen die hij amper zag. Dus aanvaardde hij een baan in Santa Barbara.”

“En niet officieel?”

“Hij kon het niet meer aan. Hij werkte een zestal jaar bij inbraak en moord, ging daarna naar de opleiding van het FBI, kwam helemaal klaar voor de strijd terug en werkte hard als profiler voor twee jaar. Toen liep hij tegen een muur op.”

“Wat bedoel je?” vroeg Jessie.

“Dit is een lelijk beroep, Jessie. Ik heb het gevoel dat ik je dat niet moet vertellen na wat er met je echtgenoot gebeurd is. Maar het is één ding om een keer in aanraking te komen met geweld of de dood. Het is een heel andere zaak om er elke dag mee om te gaan en te zien wat voor vreselijke dingen mensen elkaar kunnen aandoen. Het is moeilijk om je menselijkheid te bewaren als je door die dingen overspoeld wordt. Het vreet aan je. Als je het nergens kwijt kunt aan het einde van de dag, kan het je werkelijk overhoop halen. Dat is iets waarover je moet nadenken als je mijn voorstel overweegt.”

Jessie besloot dat dit niet het moment was om aan rechercheur Hernandez te vertellen dat haar ervaring met Kyle niet de eerste keer was dat ze de dood van dichtbij gezien had. Ze wist niet zeker of het feit dat ze haar vader meerdere mensen had zien vermoorden, waaronder haar moeder, toen ze nog een kind was, haar kansen op de baan zou beïnvloeden.

“Wat is je voorstel precies?” vroeg ze en ze vermeed op die manier het onderwerp.

Ze hadden het bureau van Hernandez bereikt. Hij gebaarde dat ze tegenover hem plaats kon nemen terwijl hij verder praatte.

“Caster vervangen, op zijn minst tijdelijk. De divisie is nog niet bereid om een nieuwe voltijdse profiler aan te nemen. Ze hebben veel geld in Caster geïnvesteerd en ze voelen zich verbrand. Ze willen een grondige selectie van kandidaten organiseren voor ze zijn permanente vervanger aannemen. Ondertussen zoeken ze iemand voor een junior functie die het niet erg vindt om niet voltijds te werken en die voor een laag salaris wil werken.

“Dat zal fantastische kandidaten opleveren,” zei Jessie.

“Inderdaad. Daar vrees ik voor – dat ze om de kosten laag te houden zullen kiezen voor iemand die niet heeft wat nodig is. Als het aan mij zou liggen? Ik kies liever iemand die onervaren is maar talent heeft in plaats van iemand die niet kan profilen.”

“Vind je dat ik talent heb?” vroeg Jessie en ze hoopte dat het niet klonk alsof ze naar complimenten viste.

“Ik zie potentieel. Dat heb je laten zien in de case tijdens de les. Ik heb respect voor jouw professor, Warren Hosta. En hij heeft me verteld dat je echt talent hebt. Hij wilde geen details geven, maar hij gaf aan dat je toestemming had gekregen om een belangrijke gevangene te interviewen en dat je een band had opgebouwd die later misschien nuttig zou zijn. Het feit dat hij me niet meer kon vertellen over waar een pas afgestudeerde masterstudent mee bezig is, gaf me de indruk dat je niet zo onervaren bent als je op het eerste zicht zou denken. Bovendien slaagde je erin om het ingewikkelde moordcomplot van je echtgenoot te ontdekken en desondanks niet vermoord te worden. Dat is niet niets. Ik weet ook dat je aanvaard werd voor de National Academy opleiding van het FBI zonder enige ervaring in ordehandhaving. Dat gebeurt bijna nooit. Dus ik ben bereid het risico te nemen en jouw naam voor te stellen. Enkel als je geïnteresseerd bent natuurlijk. Ben je geïnteresseerd?




HOOFDSTUK VIJF


“Dus je gaat dat FBI ding doen?” vroeg Lacy vol ongeloof terwijl ze nog een slok wijn nam.

Ze zaten op de bank, hadden een halve fles rode wijn gedronken en verslonden het Chinese eten dat net geleverd was. Het was acht uur ’s avonds en Jessie was uitgeput na de langste dag in maanden.

“Ik ga het nog steeds doen, maar niet nu. Ze gaven me een eenmalig uitstel. Ik kan me aansluiten bij een volgende periode, zolang dat binnen de volgende zes maanden is. Als ik dat niet doe, moet ik opnieuw een aanvraag indienen. Omdat ik deze keer veel geluk heb gehad, betekent dat eigenlijk dat ik sowieso snel zal gaan.”

“En je gaat niet omdat je vuil werk wil doen voor de LAPD?” vroeg Lacy en ze leek het amper te geloven.

“Nogmaals, ik doe het nog steeds,” zei Jessie, terwijl ze een stevige slok van haar eigen glas nam, “ik stel het enkel even uit. Ik twijfelde al door alles wat er aan de hand is met de verkoop van het huis en mijn lichamelijke herstel. Dit gaf gewoon de doorslag. Het klinkt bovendien spannend!”

“Helemaal niet,” zei Lacy. “Het klinkt ongelooflijk saai. Zelfs je vriend rechercheur zei dat je routine-opdrachten zal doen en je de onbelangrijke cases zal krijgen die niemand anders wil doen.”

“In het begin. Maar van zodra ik wat meer ervaring heb, zullen ze me zeker iets interessanters geven. Dit is Los Angeles, Lace. Ze kunnen me niet weghouden van de gekte.”



*



Twee weken later, nadat de politieauto haar enkele straten van de plaats delict had afgezet, bedankte ze de agenten en liep ze naar het steegje waar ze de politietape al zag. Terwijl ze de straat overstak en de chauffeurs probeerde te vermijden die meer moeite leken te doen om haar te raken dan om haar te ontwijken, bedacht ze dat dit haar eerste moordcase was.

Als ze terugkeek naar haar korte periode bij Central Station, besefte ze dat ze zich vergist had toen ze dacht dat ze de gekte niet zouden kunnen weghouden. Op een of andere manier waren ze daar, tenminste tot nu toe, in geslaagd. Het grootste deel van haar tijd werd tegenwoordig op kantoor doorgebracht. Ze bekeek open cases om er zeker van te zijn dat Josh Caster alle papierwerk had gedaan voor hij was vertrokken. Het was saai werk.

Het feit dat Central Station de indruk gaf een druk busstation te zijn, hielp niet veel. De grote werkruimte was gigantisch. Mensen zwermden de hele tijd om haar heen en ze wist nooit echt zeker of het ging om personeel, burgers of verdachten. Ze moest verschillende keren van bureau veranderen omdat profilers die niet het label “tijdelijk” droegen, hun senioriteit gebruikten om hun favoriete werkplekken te claimen. Waar zo ook terecht kwam, Jessie leek altijd vlak onder een flikkerende TL-lamp terecht te komen.

Maar vandaag niet. Toen ze het steegje net naast East 4th Street inliep, zag ze rechercheur Hernandez aan het andere eind en ze hoopte dat deze case anders zou zijn dan de cases die ze tot nu toe toegewezen had gekregen. Bij die cases had ze de rechercheurs geschaduwd, maar niemand had naar haar mening gevraagd. Die was ook niet nodig geweest.

Van de drie cases waarbij ze geschaduwd had, waren er twee inbraken en een was een brandstichting. In alle gevallen had de verdachte meteen na de arrestatie bekend, in één geval zelfs zonder ondervraging. De rechercheur moest de kerel eerst zijn rechten voorlezen om hem daarna opnieuw te doen bekennen.

Maar misschien zou het vandaag anders zijn. Het was de maandag voor kerstdag en Jessie hoopte dat het kerstgevoel Hernandez misschien vrijgeviger zou maken dan sommige van zijn collega's. Ze ging bij hem en zijn partner voor die dag staan. Het was een man van in de veertig met een bril. Hij heette Callum Reid. Ze onderzochten de dood van een junkie in het steegje.

Er stak nog een naald in zijn linkerarm en de agent in uniform had de rechercheurs enkel opgeroepen als een formaliteit. Terwijl Hernandez en Reid met de agent praatten, dook Jessie onder de politietape door en liep naar het lichaam terwijl ze ervoor zorgde dat ze nergens liep waar het niet mocht.

Ze keek naar de jonge man. Hij zag er niet ouder uit dan zijzelf. Hij was zwart en had een opgeschoren kapsel. Zelfs liggend en zonder schoenen, kon ze zien dat hij groot was. Er was iets aan hem dat bekend leek.

“Moet ik deze man kennen?” riep ze naar Hernandez. “Ik heb het gevoel dat ik hem al eens ergens gezien heb.”

“Waarschijnlijk,” riep Hernandez terug. “Je ging naar USC, nietwaar?”

“Ja,” zei ze.

“Hij ging denk ik een jaar of twee naar die universiteit toen jij er ook was. Zijn naam is Lionel Little. Hij speelde er een paar jaar basketbal voor hij er zijn beroep van maakte.”

“Oké, ik denk dat ik me hem herinner,” zei Jessie.

“Hij had een prachtige linker worp,” zei rechercheur Reid. “Deed me een beetje aan George Gervin denken. Hij was een veelgeprezen nieuweling, maar uiteindelijk faalde hij een paar jaar later. Hij was slecht in de verdediging en hij kon niet om met al het geld en de NBA levensstijl. Hij heeft het maar drie seizoenen volgehouden voor hij helemaal uit de competitie lag. Vanaf dat moment hebben de drugs het overgenomen. Op een bepaald moment is hij op straat beland.

“Ik zag hem af en toe in deze buurt,” voegde Hernandez toe. “Het was een lieve jongen. Nooit heb ik hem voor meer dan rondhangen op een openbare plek en wildplassen moeten beboeten.”

Jessie boog zich en keek zorgvuldig naar Lionel. Ze probeerde zichzelf voor te stellen hoe het moest geweest zijn in zijn situatie, een jongen die de weg was kwijtgeraakt, verslaafd, maar geen andere problemen, gedurende enkele jaren dolend door de steegjes van Downtown L.A. Op een of andere manier was hij erin geslaagd om zijn verslaving te voeden zonder een overdosis te nemen of in de gevangenis te belanden. En desondanks was hij hier en lag hij in een steegje met een naald in zijn arm en zonder schoenen. Er klopte iets niet.

Ze hurkte naast hem om beter te kunnen zien waar de naald in zijn huid stak. De naald stak diep in zijn huid die verder glad was.

Zijn gladde huid…

“Rechercheur Reid, je zei dat Lionel een mooie linker worp had, nietwaar?”

“Het was prachtig,” antwoordde hij waarderend.

“Dus kan ik ervan uitgaan dat hij linkshandig was?”

“O ja, hij was helemaal linkshandig. Hij vond het moeilijk om rechts te spelen. Verdedigers wisten dat en konden hem van die kant helemaal manipuleren. Dat was nog een reden waarom hij niet succesvol was in de professionele competitie.”

“Dat is raar,” mompelde ze.

“Wat is er?” vroeg Hernandez.

“Het is enkel … kunnen jullie even hierheen komen? Er is iets dat niet logisch lijkt aan dit plaats delict.”

De rechercheurs kwamen dichterbij en stopten vlak achter de plek waar zij hurkte. Ze wees naar de linkerarm van Lionel.

“De naald lijkt halverwege zijn arm te steken en niet eens in de buurt van een ader.”

“Misschien kon hij niet goed mikken?” stelde Reid voor.

“Misschien,” zei Jessie. “Maar kijk eens naar zijn rechterarm. Er loopt een precies spoor van naaldprikken die allemaal zijn ader volgen. Het is heel nauwkeurig voor een drugverslaafde. En het is logisch, want hij was linkshandig. Uiteraard injecteert hij zijn rechterarm met zijn dominante hand.”

“Dat lijkt me logisch,” gaf Hernandez toe.

“Toen dacht ik dat hij misschien slordiger was als hij zijn rechterhand gebruikte,” ging Jessie verder. “Zoals je zei, rechercheur Reid, misschien kon hij gewoon slecht mikken.”

“Precies,” zei Reid.

“Maar kijk,” zei Jessie en ze wees naar de arm. “Buiten de plek waar de naald nu zit, is zijn linkerarm glad; helemaal geen naaldsporen.”

“Wat leid je daaruit af?” vroeg Hernandez en hij begon te begrijpen waar ze naartoe wilde.

“Ik leid daaruit af dat hij nooit in zijn linkerarm spoot. Voor zover ik kan zien, is hij ook niet iemand die iemand anders zou vragen om in zijn plaats te spuiten. Hij had een systeem. Hij was heel methodisch. Kijk naar de rug van zijn rechterhand. Daar heeft hij ook naaldsporen. Hij spoot liever in zijn hand dan iemand anders te vertrouwen. Ik durf te wedden dat als we zijn sokken uittrekken, we naaldsporen zullen vinden tussen de tenen van zijn rechtervoet.”

“Dus je beweert dat hij geen overdosis nam?” vroeg Reid sceptisch.

“Ik beweer dat iemand wil dat het lijkt alsof hij een overdosis nam, maar dat ze slordig waren en de naald zomaar in zijn linkerarm gestoken hebben, de arm die een rechtshandige persoon zou gebruiken.”

“Waarom?” vroeg Reid.

“Nou,” zei Jessie voorzichtig, “Ik dacht aan het feit dat zijn schoenen ontbreken. Hij heeft verder nog al zijn kleren. Ik vroeg me af of hij dure schoenen droeg, hij was immers een voormalige professionele basketbalspeler. Zijn zo'n schoenen niet honderden dollars waard?”

“Klopt,” antwoordde Hernandez en hij klonk opgewonden. “Toen hij professioneel begon te spelen en iedereen ervan overtuigd was dat hij het ging maken, tekende hij een contract met Hardwood, een nieuw bedrijf. De meeste spelers tekenden bij een van de grotere bedrijven: Nike, Adidas, Reebok. Maar Lionel koos dit bedrijf. Ze waren trendy. Misschien een beetje te trendy, want ze gingen enkele jaren geleden failliet.”

“Dus zijn de sneakers niet erg veel geld waard,” zei Reid.

“Het tegendeel eigenlijk,” corrigeerde Hernandez. “Omdat ze failliet gingen, ging de prijs van de schoenen omhoog. Er waren maar weinig schoenen op de markt, dus is elk paar erg kostbaar voor verzamelaars. Als woordvoerder van het bedrijf, kreeg Lionel waarschijnlijk een heleboel schoenen toen hij tekende. En ik durf te wedden dat hij vanavond deze schoenen droeg.”

“Dus,” ging Jessie verder, “Iemand zag dat hij de schoenen droeg. Misschien hadden ze geld nodig. Lionel was geen zware jongen. Hij is een gemakkelijk slachtoffer. Dus valt deze persoon Lionel aan, steelt hij de schoenen en steekt een naald in zijn arm in de hoop dat wij denken dat het gewoon om een overdosis gaat.”

“Dat is geen gekke theorie,” zei Hernandez. “Laten we in de buurt een zoektocht organiseren voor een persoon die Hardwoods schoenen draagt.”

“Als Lionel geen overdosis nam, hoe heeft de verdachte hem dan vermoord?” vroeg Reid. “Ik zie geen bloed.”

“Dat is een goede vraag … voor de patholoog,” zei Hernandez en hij grijnsde terwijl hij terug naar de andere kant van de politietape stapte. “Zullen we deze doorgeven naar het kantoor en gaan lunchen?”

“Ik moet snel even langs de bank,” zei Reid. “Goed als ik jullie gewoon terug aan het kantoor ontmoet?”

“Oké. Het ziet ernaar uit dat we met ons tweeën zijn, Jessie,” zei Hernandez. “Wat denk je van een hotdog van een kraampje? Ik zag eerder een verkoper aan de overkant van de straat.”

“Ik heb het gevoel dat ik daar spijt van zal krijgen, maar ik doe het toch, want ik wil niet dat je denkt dat ik een watje ben.”

“Weet je,” zei hij, “als je zegt dat je het enkel doet zodat je geen watje lijkt, weet iedereen dat je het enkel eet voor je reputatie. Dan ben je eigenlijk al een watje. Gewoon advies van de prof.”

“Bedankt, Hernandez,” antwoordde Jessie. “Ik leer veel bij vandaag.”

“Het heet opleiding tijdens het werk,” zei hij en hij bleef haar plagen terwijl ze van het steegje naar de straat liepen. “Als je echt een reputatie wil krijgen, moet je ui en chilipepers op je hotdog vragen.”

“Wauw,” zei Jessie en ze trok een gezicht. “En wat vindt je vrouw ervan om naast je te liggen als je daardoor stinkt?”

“Dat is niet echt een probleem,” zei Hernandez en toen richtte hij zich naar de verkoper om zijn bestelling te plaatsen.

Er was iets raars aan de reactie van Hernandez. Misschien was zijn vrouw gewoon niet erg gevoelig voor de geur van ui en chilipepers in bed. Maar zijn intonatie suggereerde dat het misschien niet zo'n groot probleem was omdat hij en zijn vrouw het bed tegenwoordig niet meer deelden.

Ondanks haar nieuwsgierigheid, ging Jessie er verder niet op in. Ze kende deze man amper. Ze ging hem niet ondervragen over de staat van zijn huwelijk. Maar ze wenste dat ze op een of andere manier kon te weten komen of haar vermoedens juist waren.

De verkoper keek haar vol verwachting aan. Hij wachtte op haar bestelling. Ze keek naar de hotdog van Hernandez die gevuld was met ui, chilipepers en iets wat eruit zag als salsa. De rechercheur keek haar aan en wachtte duidelijk op de kans om haar te plagen.

“Ik neem wat hij besteld heeft,” zei ze. “Precies wat hij besteld heeft.”



*



Toen ze enkele uren later terug op het kantoor waren, verliet ze de damestoiletten voor de derde keer toen Hernandez haar benaderde met een brede glimlach op zijn gezicht. Ze dwong zichzelf om een nonchalante indruk te maken en het oncomfortabele gerommel in haar buik te negeren.

“Goed nieuws,” zei hij en gelukkig leek hij haar ongemak niet op te merken. “We kregen het nieuws dat er enkele minuten geleden iemand werd opgepakt die Hardwoods droeg in de schoenmaat van Lionel, 51. De persoon die de schoenen droeg had voeten met een schoenmaat 42. Dus dat was uiteraard verdacht. Goed gewerkt.”

“Dank je,” zie Jessie en ze probeerde te doen alsof het niets was geweest. “Is er nieuws van de patholoog over een mogelijke doodsoorzaak?”

“Nog niets officieels. Maar toen ze Lionel omdraaiden, vonden ze een gigantische buil achterop zijn hoofd. Dus is het niet zo gek om te denken dat het een subduraal hematoom was. Dat zou verklaren waarom er geen bloed was.”

“Fantastisch,” zei Jessie en ze was blij dat haar theorie juist bleek te zijn.

“Ja, behalve voor zijn familie. Zijn moeder is zijn lichaam komen identificeren en ze was er helemaal ondersteboven van. Ze is een alleenstaande moeder. Ik weet nog dat ik ooit een artikel gelezen heb waarin stond dat ze drie verschillende banen had toen Lionel nog een kind was. Waarschijnlijk dacht ze dat ze minder kon gaan werken wanneer hij succes kreeg. Maar blijkbaar is dat niet zo.”

Jessie wist niet wat te antwoorden, dus knikte ze en zweeg ze.

“Ik hou ermee op voor vandaag,” zei Hernandez opeens. “We gaan met een paar mensen iets drinken, als je mee wil. Je hebt absoluut een drankje op mijn kosten verdiend.”

“Graag, maar ik moet vanavond naar een club met mijn huisgenote. Ze vindt dat het tijd wordt dat ik terug begin te daten.”

“Vind je zelf dat het tijd begint te worden?” vroeg Hernandez en hij trok zijn wenkbrauwen omhoog.

“Ik denk dat ze vastberaden is en niet zal opgeven tot ik minstens een keer mee uitga, zelfs al is het op maandagavond. Dan ben ik een paar weken gerust voor ze weer begint.”

“Nou, veel plezier in dat geval,” zei hij en hij probeerde optimistisch te klinken.

“Dank je. Ik weet zeker dat ik niet veel plezier zal hebben.”




HOOFDSTUK ZES


De club was luid en duister en Jessie had het gevoel dat ze snel hoofdpijn zou krijgen.

Toen ze zich samen met Lacy aan het klaarmaken was, leek het allemaal veelbelovend. Het enthousiasme van haar huisgenote werkte aanstekelijk en terwijl ze hun jurken aantrokken en hun haar deden, begon Jessie bijna uit te kijken naar de avond.

Toen ze de flat verlieten, vond ze zelfs dat Lacy een beetje gelijk had toen ze zei dat Jessie er “sexy” uitzag. Ze droeg een rode rok met een hoge split, de rok die ze nooit had kunnen dragen tijdens haar korte, maar tumultueuze verblijf in Orange County. Ze droeg een zwart topje zonder mouwen dat de spieren accentueerde die ze gekregen had door de fysiotherapie.

Ze had het zelfs gewaagd om een paar zwarte pumps met hielen van zeven centimeter aan te trekken zodat ze meer dan een meter tachtig werd en samen met Lacy bij de club van amazones kon. Eerst had ze haar bruine haar omhoog gestoken, maar haar huisgenote en mode impresario had haar overtuigd dat ze haar haar los moest laten, zodat het over haar schouders en rug zou vallen. Toen ze in de spiegel keek, vond ze dat het niet helemaal belachelijk was dat Lacy zei dat ze op modellen leken die een avondje stappen gingen in een minder chique buurt.

Maar een uur later was haar humeur helemaal gekanteld. Lacy amuseerde zich. Ze flirtte speels met de mannen waarin ze toch niet geïnteresseerd was en ze flirtte in alle ernst met de meisjes die haar wel interesseerden. Jessie praatte ondertussen met de barkeeper. Die was duidelijk goed getraind om meisjes te entertainen die de scene niet gewend waren.

Ze wist niet wanneer ze zo saai geworden was. Het was zo dat ze al bijna tien jaar niet meer single geweest was. Maar ze was samen met Kyle vaak naar precies dit soort van clubs geweest toen ze hier nog woonden, voor ze naar Westport Beach verhuisd waren. Ze had zich nooit als een vreemde gevoeld.

Ze vond het zelfs leuk vroeger om de nieuwe clubs, bars en restaurants uit te proberen in Dowtown L.A. – DTLA voor de “locals” – het leek wel of er elke week iets nieuws openging. Met zijn tweeën liepen ze door de deur en namen ze de plek in beslag. Ze probeerden het meest onconventionele item op de menukaart en dansten knullig in het midden van de club zonder de vreemde blikken van de andere mensen op te merken. Ze miste Kyle niet, maar ze moest toegeven dat ze het leven miste dat ze hadden voor alles fout liep.

Een jonge kerel, waarschijnlijk niet veel ouder dan vijfentwintig, kwam dichterbij en nam plaats op de lege barkruk links van haar. Ze bekeek hem van top tot teen in de spiegel van de bar en probeerde ongemerkt een beeld van hem te maken.

Dat was deel van een privé-spelletje dat ze graag met zichzelf speelde. Informeel noemde ze het “mensen voorspellen.” Ze probeerde zoveel mogelijk over het leven van een persoon te raden, enkel op basis van zijn of haar uiterlijk, lichaamstaal en de manier waarop hij of zij sprak. Terwijl ze de kerel heimelijk van opzij bekeek, was ze blij te beseffen dat het spelletje nu ook professionele voordelen had. Ze was nu immers een tijdelijke, juniorprofiler. Dit was veldwerk.

De kerel was matig aantrekkelijk, met slordig, donkerblond haar dat over de rechterzijde van zijn voorhoofd viel. Hij had een kleurtje, maar niet alsof hij aan het strand had gelegen. Daarvoor was het te effen en perfect. Ze vermoedde dat hij regelmatig naar de zonnestudio ging. Hij was fit, maar zag er bijna onnatuurlijk mager uit, als een wolf die al een tijdje niets meer gegeten had.

Hij kwam duidelijk net van het werk, want hij droeg het “uniform” nog: een pak, glanzende schoenen en een das die een beetje losgemaakt was om te tonen dat hij aan het ontspannen was. Het was bijna 22:00 en als hij nog maar net gestopt was met werken, betekende dat dat hij een baan had waarbij je vele uren moest werken. Misschien financiën, maar dat betekende meestal vroeg opstaan in plaats van late avonden.

Het was waarschijnlijker dat hij een advocaat was. Niet voor de overheid, maar misschien een assistent in zijn eerste jaar bij een of ander chique advocatenkantoor in een hoogbouw vlakbij waar ze hem hard lieten werken. Hij verdiende goed, dat zag je aan zijn maatpak. Maar hij had niet veel tijd om zijn geld uit te geven.

Hij leek na te denken over wat hij tegen haar zou zeggen. Hij kon haar geen drankje aanbieden, want ze had er al een en dat was nog half vol. Jessie besloot hem te helpen.

“Welk kantoor?” vroeg ze en ze draaide zich naar hem toe.

“Wat?”

“Voor welk advocatenkantoor werk je?” herhaalde ze en ze moest bijna roepen om gehoord te worden boven de bonkende muziek.

“Benson & Aguirre,” antwoordde hij in een accent van de Oostkust dat ze niet helemaal kon thuisbrengen. “Hoe wist je dat ik een advocaat was?”

“Gewoon gegokt. Je ziet eruit alsof ze je daar hard doen werken. Ben je net gestopt met werken?”

“Ongeveer een half uur geleden,” zei hij en zijn stem verried dat hij eerder afkomstig was van een van de Midden-Atlantische Staten dan van New York. “Ik was me al drie uur lang aan het verheugen op een drankje. Ik heb echt zin in een Water Ice, maar dit is ook goed.”

Hij nam een slok van zijn flesje bier.

“Wat vind je van L.A. als je vergelijkt met Philadelphia?” vroeg Jessie. “Ik weet dat je hier nog maar zes maanden bent, maar lukt het een beetje om je aan te passen?”

“Jezus, in godsnaam. Ben jij een privédetective of zo? Hoe weet je dat ik van Philly kom en dat ik pas in augustus hierheen verhuisd ben?”

“Het is een talent dat ik heb. Ik heet Jessie, trouwens,” zei ze en ze reikte hem haar hand.

“Doyle,” zei hij en hij schudde haar hand. “Ga je me uitleggen hoe je dat trucje gedaan hebt? Want ik flip een beetje.”

“Ik wil het mysterie niet verpesten. Mysteries zijn erg belangrijk. Laat me nog een vraag stellen, enkel om het beeld te vervolledigen. Studeerde je rechten in Temple of Villanova?”

Hij keek haar aan met een open mond. Nadat hij enkele keren geknipperd had, ging hij verder.

“Hoe weet je dat ik niet op Penn gestudeerd heb?” vroeg hij en hij deed of hij beledigd was.

“Nee, jij hebt geen Water Ice besteld in Penn. Temple of Villanova?”

“Nova is de beste, schatje!” riep hij. “Go Wildcats!”

Jessie knikte waarderend.

“Ik ben zelf een Trojan-meisje,” zei ze.

“O Jezus. Ging je naar USC? Hoorde je het nieuws over die kerel, Lionel Little? Hij was vroeger een basketbalspeler daar. Hij werd vandaag vermoord.”

“Heb ik gehoord,” zei Jessie. “Droef verhaal.”

“Ik heb gehoord dat hij vermoord werd voor zijn schoenen,” zei Doyle en hij schudde zijn hoofd. “Kan je dat geloven?”

“Je moet op die van jou letten, Doyle. Die zien er ook niet goedkoop uit.”

Doyle keek naar beneden, boog zich toen naar haar toe en fluisterde in haar oor, “Achthonderd dollar.”

Jessie floot alsof ze helemaal onder de indruk was. Haar interesse in Doyle was op een snel tempo aan het minderen. Zijn jeugdige uitbundigheid werd stilaan overschaduwd door zijn jeugdige zelfgenoegzaamheid.

“En wat is jouw verhaal?” vroeg hij.

“Wil je niet proberen om te raden?”

“Ach man, daar ben ik niet zo goed in.”

“Probeer maar, Doyle,” overhaalde ze hem. “Misschien verras je jezelf. Moet een advocaat bovendien niet opmerkzaam zijn?”

“Dat is waar. Oké, ik zal het proberen. Ik denk dat je een actrice bent. Je bent er in ieder geval mooi genoeg voor. Maar DTLA is niet echt de buurt voor actrices. Dat is eerder Hollywood. Ben je een model? Dat zou kunnen. Maar je lijkt me te intelligent om dat als carrière te hebben. Misschien deed je modellenwerk als tiener en doe je nu iets professioneel. O, ik weet het, je werkt in public relations. Daarom kan je mensen zo goed lezen. Heb ik het geraden? Ik weet dat ik juist ben.”

“Heel dichtbij, Doyle. Maar niet helemaal.”

“Wat doe je dan?” vroeg hij.

“Ik ben een profiler bij de LAPD.”

Het was prettig om het hardop te zeggen, vooral omdat zijn ogen steeds groter werden.

“Zoals in die serie Mindhunter?”

“Ja, zoiets. Ik help de politie in de hoofden van misdadigers te kijken zodat de kans dat ze de dader vinden groter wordt.”

“Wow. Dus je jaagt op seriemoordenaars en zo?”

“Al eventjes nu,” zei ze en ze vermeldde niet dat ze op een enkele seriemoordenaar joeg en dat dat eigenlijk niets te maken had met haar baan.

“Dat is geweldig. Wat een coole baan.”

“Dank je,” zei Jessie en ze had het gevoel dat hij eindelijk de moed had bijeengeraapt om de vraag te stellen die hij al een tijdje wilde stellen.

“Hoe zit het met jou? Ben je single?”

“Gescheiden.”

“Echt?” zei hij. “Je ziet er te jong uit om al gescheiden te zijn.”

“Vind ik ook. Ongebruikelijke omstandigheden. Het werkte niet.”

“Ik wil niet onbeleefd zijn, maar mag ik vragen wat zo ongebruikelijk was? Ik bedoel, je ziet er leuk uit. Ben je een psychopaat of zoiets?”

Jessie wist dat hij het niet kwaad bedoeld had. Hij was werkelijk geïnteresseerd in het antwoord en in haar, maar hij had een er een zootje van gemaakt. Toch merkte ze dat het laatste stukje interesse dat ze nog voor Doyle had op dat moment wegvloeide. En op hetzelfde ogenblik staken het gewicht van de dag en het ongemak van haar hoge hakken de kop op. Ze besloot de avond af te sluiten met een knal.

“Ik zou mezelf geen psychopaat noemen, Doyle. Ik ben duidelijk beschadigd, want ik word bijna elke nacht gillend wakker. Maar psychopaat? Zo zou ik het niet noemen. We zijn vooral gescheiden omdat mijn echtgenoot een sociopaat was die een vrouw vermoord heeft waarmee hij een affaire had en omdat hij die moord in mijn schoenen wilde schuiven en omdat hij uiteindelijk geprobeerd heeft om mijzelf en twee van onze buren te vermoorden. Hij ging echt op in dat ’tot de dood ons scheidt’ ding.”

Doyle keek haar aan en zijn mond stond zover open dat hij vliegen kon vangen. Ze wachtte tot hij zich herpakte. Ze was nieuwsgierig om te zien hoe soepel zijn poging zou zijn om te ontsnappen. Die bleek niet erg soepel te zijn.

“O, dat is echt jammer. Ik zou je er meer over vragen, maar ik herinner me net dat ik morgen een vroeg getuigenverhoor heb. Ik zou beter naar huis gaan. Misschien tot later.”

Hij had zijn kruk verlaten en was al halverwege naar de deur gelopen voor ze zelfs nog maar “Dag Doyle” kon zeggen.



*



Jessica Thurman trok de deken omhoog om haar half bevroren kleine lijfje te bedekken. Ze was nu drie dagen alleen in de hut met haar dode moeder. Ze ijlde door gebrek aan water, warmte en menselijk contact en soms dacht ze dat haar moeder met haar praatte hoewel het lichaam van haar moeder onderuitgezakt was, zonder beweging, haar armen omhoog gehouden door de ketens die aan de houten balken in het plafond bevestigd waren.

Opeens hoorde ze geklop op de deur. Iemand was bij de hut. Het kon haar vader niet zijn. Hij had geen reden om op de deur te kloppen. Hij ging overal binnen wanneer hij dat wilde.

Het kloppen begon weer, maar deze keer klonk het anders. Er kwam een rinkelend geluid bij. Maar dat kon niet. De hut had geen deurbel. Deze keer hoorde ze enkel het rinkelen en het kloppen was verdwenen.

Opeens opende Jessie haar ogen. Ze lag in bed en nam even de tijd zodat haar hersenen konden verwerken dat het rinkelen dat ze hoorde van haar telefoon kwam. Ze leunde zijwaarts om haar telefoon te pakken en merkte op dat hoewel haar hart hevig sloeg en haar ademhaling oppervlakkig was, ze niet zo bezweet was als gewoonlijk na een nachtmerrie.

Het was rechercheur Ryan Hernandez. Terwijl ze het telefoontje beantwoordde, keek ze hoe laat het was: 2:13.

“Hallo,” zei ze en haar stem klonk amper slaperig.

“Jessie. Je spreekt met Ryan Hernandez. Sorry dat ik je op dit tijdstip bel, maar ik kreeg een oproep om een verdacht overlijden te onderzoeken in Hancock Park. Garland Moses doet geen oproepen meer midden in de nacht en alle andere profilers zijn al ergens mee bezig. Zie jij het zitten?”

“Natuurlijk,” antwoordde Jessie.

“Kan je er binnen dertig minuten zijn als ik je het adres doorstuur?” vroeg hij.

“Ik kan er binnen vijftien minuten zijn.”




HOOFDSTUK ZEVEN


Toen Jessie stopte voor de villa op Lucerne Blvd. Om 2:29 stonden er al verschillende politieauto’s, een ambulance en de auto van een patholoog voor het gebouw. Ze stapte uit en wandelde naar de voordeur. Ze probeerde zo professioneel mogelijk te lijken onder de omstandigheden.

Er stonden buren op de stoep en veel van hen hadden hun kamerjas aan om zichzelf te beschermen tegen de kilte van de nacht. Dit was geen typische gebeurtenis in een rijke buurt als Hancock Park. Omringd door Hollywood in het noorden en het district Mid-Wilshire in het zuiden, was het een enclave van mensen met “oud geld”, of tenminste wat voor “oud geld” doorging in een stad die zo weinig gaf om historische traditie.

De mensen die hier woonden waren niet de filmsterren of miljonairs van Hollywood die je in Beverly Hills of Malibu kon vinden. Dit waren de woningen van mensen met rijkdom die over generaties heen vergaard was. Sommigen onder hen hadden een baan, anderen niet. Als ze werkten, was dat vaak enkel om verveling te vermijden. Maar vanavond moesten ze geen angst hebben voor verveling. Een van hen was immers dood en iedereen wilde weten wie het was.

Jessie was opgewonden terwijl ze de trap opging naar de voordeur waar een geel politielint voor hing. Dit was de eerste keer dat ze bij een plaats delict arriveerde zonder een rechercheur. En dat betekende dat ze voor de eerste keer haar legitimatie moest laten zien om toegang te krijgen tot het afgesloten gebied.

Ze wist nog hoe opgewonden ze was toen ze haar legitimatie kreeg. Ze had een paar keer geoefend door ze aan Lacy te tonen in de flat. Maar nu ze onhandig in haar jaszak greep en probeerde ze te vinden, was ze onverwacht nerveus.

Dat was nergens voor nodig. De agent bovenaan de trap bekeek de legitimatie amper terwijl hij het politielint wegtrok en haar liet verdergaan.

Jessie zag dat Hernandez en een andere rechercheur in de foyer van het huis stonden. De jongere man zag eruit alsof hij aan het kortste eind had getrokken. Waarschijnlijk had rechercheur Reid zijn senioriteit gebruikt om de oproep aan iemand anders door te geven. Jessie vroeg zich af waarom Hernandez niet hetzelfde gedaan had. Hij zag haar en gaf haar het teken dat ze naar hen toe moest komen.

“Jessie Hunt, ken je rechercheur Alan Trembley al? Hij was de rechercheur die vanavond dienst had en hij zal samen met mij de case onderzoeken.”

Toen Jessie zijn hand schudde, merkte ze op dat hij er met zijn ongekamde, krullende, blonde haren en zijn bril die halverwege zijn neus stond, even warrig uitzag als zij zich voelde.

“Het slachtoffer bevindt zich in het tuinhuis,” zei Hernandez terwijl hij begon te lopen en de weg toonde. “Haar naam is Victoria Missinger. Vierendertig jaar oud. Getrouwd. Geen kinderen. Ze bevindt zich in een klein, verborgen hoekje van de grote kamer. Dit kan verklaren waarom het zo lang geduurd heeft voor ze gevonden werd. Haar echtgenoot belde ’s middags om te zeggen dat hij haar al urenlang niet meer had kunnen bereiken. Men vreesde dat het een ontvoering om losgeld was, dus doorzocht men pas enkele uren geleden het volledige huis. Een lijkenhond vond haar lichaam.”

“Jezus,” mompelde Trembley tussen neus en lippen. Daardoor vroeg Jessie zich af hoeveel ervaring hij had als hij al reageerde op het idee van een lijkenhond.

“Wat was de doodsoorzaak?” zei ze.

“De patholoog is nog ter plaatse en er is nog geen bloedonderzoek gedaan. Maar de hypothese is dat het om een overdosis insuline gaat. Er werd een naald gevonden in de buurt van het lichaam. Ze had suikerziekte.”

“Kan je sterven door een overdosis insuline?” vroeg Trembley.

“Ja natuurlijk, als dat niet behandeld wordt,” zei Hernandez terwijl ze door een lange gang liepen naar de achterdeur. “En het lijkt alsof ze urenlang alleen thuis was.”

“We hebben tegenwoordig wel veel incidenten met naalden, rechercheur Hernandez,” merkte Jessie op. “Weet je, ik ben best bereid om af en toe een schietpartij te onderzoeken.”

“Puur toeval, geloof me maar,” antwoordde hij glimlachend.

Ze gingen naar buiten en Jessie besefte dat het gigantische huis aan de voorkant een nog grotere tuin verborg. De helft van de ruimte werd ingenomen door een enorm zwembad. En daarachter bevond zich een tuinhuis. Hernandez liep ernaar toe en de andere twee volgden.

“Waarom denk je dat het geen ongeluk was?” vroeg Jessie hem.

“Ik heb nog geen conclusies getrokken,” antwoordde hij. “De patholoog kan ons morgenochtend meer vertellen. Maar mevrouw Missinger heeft al heel haar leven suikerziekte en volgens haar echtgenoot heeft ze nog nooit een ongeluk zoals dit gehad. Het lijkt erop dat ze wist hoe ze voor zichzelf kon zorgen.”

“Heb je al met hem gesproken?” vroeg Jessie.

“Nee,” antwoordde Hernandez. “Zijn eerste verklaring werd genoteerd door een agent in uniform. Hij zit nu in de ontbijtkamer met een agent die op hem let. We zullen met hem praten nadat ik je de plaats delict getoond heb.”

“Wat weten we over hem?” vroeg Jessie.

“Michael Missinger, zevenendertig jaar oud. Erfgenaam van het vermogen van de oliemagnaten Missinger. Hij verkocht zeven jaar geleden zijn aandelen en richtte een hefboomfonds op dat enkel in milieuvriendelijke technologie investeert. Hij werkt in het centrum van de stad in het penthouse van een van die gebouwen waar je de bovenkant amper van kan zien.”

“Heeft hij een strafblad?” vroeg Trembley.

“Maak je een grapje?” zei Hernandez. “Op papier is deze kerel zo schoon als wat. Geen privé-schandalen. Geen financiële problemen. Niet eens een parkeerboete. Als hij geheimen heeft, zijn ze goed verborgen.”

Ze bereikten het tuinhuis. Een agent in uniform trok het politielint opzij zodat ze naar binnen konden gaan. Hernandez nam de leiding en Jessie volgde. Trembley ging als laatste.

Terwijl ze naar binnen stapte, probeerde Jessie alle externe gedachten uit haar hoofd te bannen. Dit was haar eerste belangrijke case en misschien ging het om moord, dus wilde ze geen afleidingen die tussen haar en haar werk zouden komen. Ze wilde zich uitsluitend op haar omgeving concentreren.

Het tuinhuis was vol ouderwetse, ingetogen glamour. Het deed haar denken aan de cabana’s waarvan ze zich voorstelde dat ze gebruikt werden door filmsterren in de jaren 1920 wanneer ze het strand bezochten. De lange bank achterin de grote kamer had een houten frame, maar ook luxueuze kussens waar je een lekker dutje zou op kunnen doen.

De koffietafel leek met de hand gemaakt te zijn van hout dat van oude scheepsrompen kwam. De kunst aan de muren zag er Polynesisch uit. In de hoek van de kamer stond een biljarttafel. De flatscreen televisie was verborgen achter een dik, beige gordijn dat eruit zag alsof het van zijde was gemaakt. Jessie vermoedde dat het gordijn meer gekost had dan haar Mini Cooper. Niets wees erop dat er hier iets vreemds gebeurd was.

“Waar is het verborgen hoekje?” zei ze.

Hernandez leidde hen voorbij de bar die voor de muur vlakbij stond. Jessie zag dat er meer politielint hing voor een soort van linnenkast. Hernandez trok het lint opzij en opende de kast met een gehandschoende hand. Toen stapte hij naar binnen en leek hij te verdwijnen.

Jessie volgde en zag dat de kast inderdaad planken had waarop handdoeken en schoonmaakproducten lagen. Maar toen ze dichterbij kwam zag ze een smalle spleet aan de linkerkant tussen de deur en de planken. Er zat een schuifdeur die je in de muur kon terugtrekken.

Jessie trok zelf een paar handschoenen aan en trok de deur dicht. Als je niet oplette, was het niet meer dan een paneel in de muur. Ze trok het terug open en liep de smalle kamer binnen waar Hernandez stond te wachten.

Het was niet veel, enkel een kleine bank voor twee personen en daarnaast een houten tafel. Op de grond stond een lamp die omver gestoten was. Er waren enkele scherven die in het zachte, witte tapijt lagen.

Op de bank lag Victoria Missinger in een ontspannen houding. Je had gemakkelijk kunnen denken dat ze sliep. Op het kussen naast haar lag een naald.

Zelfs nu ze dood was, was Victoria Missinger een beeldmooie vrouw. Het was moeilijk om te zien hoe groot ze was, maar ze was fit en zag eruit alsof ze regelmatig een afspraak had met een coach. Jessie gaf zichzelf de opdracht om dat later te onderzoeken.

Haar huid was zijdezacht en levendig, zelfs nu de tekenen van rigor mortis al zichtbaar werden. Jessie kon zich enkel voorstellen hoe haar huid er zou uitzien toen ze nog leefde. Ze had lange, blonde haren die een deel van haar gezicht bedekten, maar niet voldoende om haar perfecte beenderstructuur te verbergen.

“Ze zag er goed uit,” zei Trembley en dat was zacht uitgedrukt.

“Denk je dat er een gevecht heeft plaatsgevonden?” vroeg Jessie aan Hernandez en ze gebaarde naar de gebroken lamp op het tapijt.

“Moeilijk te zeggen. Het kan ook zijn dat ze de lamp gewoon omgestoten heeft toen ze probeerde te gaan staan. Het kan ook betekenen dat er een schermutseling heeft plaatsgevonden.”

“Ik heb het gevoel dat je een mening hebt, maar dat je die niet wil zeggen,” drong Jessie aan.

“Nou, zoals ik zei, ik wil niet te snel conclusies trekken. Maar dit vond ik wat raar,” zei hij en hij wees naar het tapijt.

“Wat?” vroeg ze, want ze had niets anders opgemerkt dan het feit dat het een heel dik tapijt was.

“Zie je hoe diep onze voetstappen in het tapijt staan?

Jessie en rechercheur Trembley knikten.

“Toen we hier binnenkwamen nadat de hond haar gevonden had, waren er helemaal geen voetafdrukken.”

“Zelf niet haar eigen voetafdrukken?” vroeg Jessie en ze begon het te begrijpen.

“Nee,” antwoordde Hernandez.

“Wat betekent dat?” vroeg Trembley. Hij begreep er niets van.

Hernandez legde het uit.

“Ofwel betekent het dat het luxueuze tapijt heel snel terug omhoog komt, of het betekent dat iemand gestofzuigd heeft om voetafdrukken die niet van Victoria waren uit te wissen.

“Dat is interessant,” zei Jessie en ze was onder de indruk van de aandacht die rechercheur Hernandez had voor details. Ze was zelf trots op haar vaardigheid om mensen te lezen, maar ze zou deze tastbare bewijzen nooit opgemerkt hebben. Het deed haar denken aan het feit dat dit de man was die een hoofdrol speelde in de vangst van Bolton Crutchfield en dat ze zijn vaardigheden niet mocht onderschatten. Ze kon veel van hem leren.

“Werd er een stofzuiger gevonden?” vroeg Trembley.

“Hier niet,” zei Hernandez. “Maar er wordt gezocht in de villa.”

“Ik kan me niet voorstellen dat de Missingers vaak schoonmaakten,” ze Jessie. “Ik vraag me af of ze zelfs weten waar de stofzuiger staat. Ik neem aan dat ze een huishoudster hebben?”

“Klopt,” zei Hernandez. “Haar naam is Marisol Mendez. Spijtig genoeg is ze heel de week afwezig, blijkbaar is ze met vakantie in Palm Springs.”

“Dus is de huishoudster afwezig,” zei Trembley. “Zijn er nog mensen die hier werken? Ze hebben waarschijnlijk een heleboel mensen in dienst.”

“Niet zoveel als je zou kunnen denken,” zei Hernandez. “Hun tuindesign is voorzien op droogte, dus komt de tuinman maar twee keer per maand langs voor onderhoud. Voor het zwembad werken ze met een bedrijf en Missinger zegt dat er een keer per week iemand langskomt op donderdag.”

“Dus wat weten we daardoor?” vroeg Trembley en hij had angst om een duidelijk antwoord te geven omdat hij bang was dat dat te vanzelfsprekend was.

“We weten dat er een persoon is die verdacht is,” zei Hernandez, die geen angst had om die weg op te gaan. “De echtgenoot.”

“Heeft hij een alibi?” vroeg Jessie.

“Dat gaan we nu te weten komen,” antwoordde Hernandez terwijl hij zijn walkietalkie nam en sprak. “Nettles, breng Missinger naar het politiekantoor voor ondervraging. Ik wil niet dat iemand anders hem vragen stelt voor hij in de verhoorkamer zit.”

“Sorry, rechercheur,” zei een krakende, voorzichtige stem. “Maar iemand heeft dat al gedaan. Hij is al onderweg.”

“Verdomme,” vloekte Hernandez terwijl hij de walkietalkie uitdeed. “We moeten ervandoor.”

“Wat is het probleem?” vroeg Jessie.

“Ik wilde daar al aan het wachten zijn wanneer Missinger het kantoor bereikte; om de goede politieagent te zijn, zijn hulp, zijn klankbord. Maar als hij eerst arriveert en al die uniformen, wapens en fluorescerende lichten ziet, zal hij overstuur zijn en naar zijn advocaat vragen voor ik hem iets kan vragen. Als dat gebeurt, zal hij ons niets vertellen.”

“Laten we er vandoor gaan,” zei Jessie en ze liep hem voorbij en stapte door de deur.”




HOOFDSTUK ACHT


Toen ze het kantoor bereikten, was Missinger al tien minuten aan het wachten. Hernandez had naar het kantoor gebeld en had de agent aan de receptie gezegd dat hij naar de familiekamer moest gebracht werden. Die kamer werd normaal gesproken gebruikt voor slachtoffers en familieleden van overledenen. De kamer was minder steriel dat de andere kamers in het kantoor, met enkele banken, gordijnen aan de ramen en wat oude tijdschriften op de koffietafel.

Jessie, Hernandez en Trembley haastten zich naar de deur van de familiekamer, waar een grote agent op wacht stond.

“Hoe gaat het met hem?” vroeg Hernandez.

“Hij maakt het goed. Spijtig genoeg heeft hij zijn advocaat gevraagd van zodra hij door de voordeur stapte.”

“Fantastisch,” zei Hernandez. “Hoe lang zit hij te wachten om dat telefoontje te plegen?”

“Hij heeft zijn advocaat al gebeld, meneer,” zei de agent en hij zag er ongemakkelijk uit.

“Wat? Wie gaf hem daar de kans toe?”

“Ik, meneer. Mocht dat niet?”

“Hoe lang ben je al bij de politie, agent…Beatty?” vroeg Hernandez en hij keek naar de naam die op het shirt van de kerel stond.

“Bijna een maand, meneer.”

“Oké, Beatty,” zie Hernandez terwijl hij de frustratie in bedwang probeerde te houden. “We kunnen er nu niets meer aan veranderen. Maar onthoud voor in de toekomst dat je een potentiële verdachte niet onmiddellijk een telefoon moet overhandigen vanaf het ogenblik dat hij daarom vraagt. Je kan hem in een kamer neerzetten en hem zeggen dat je het meteen zal doen. ‚Het meteen doen’ kan enkele minuten duren, of misschien zelfs een uurtje of twee. Het is een tactiek om tijd te winnen en een strategie te ontwikkelen. Bovendien brengt het de verdachte uit eventwicht. Kan je dat onthouden voor de toekomst?”

“Ja, meneer,” zei Beatty schaapachtig.

“Oké. Laten we hem voorlopig naar een verhoorkamer brengen. We hebben waarschijnlijk niet veel tijd meer voor zijn advocaat hier is. Maar ik wil de tijd die we hebben, gebruiken om op zijn minst een indruk van de kerel te krijgen. En Beatty, als hij vragen stelt terwijl je hem naar de verhoorkamer brengt, niet antwoorden. Breng hem gewoon naar de kamer en ga ervandoor, begrepen?”

“Ja, meneer.”

Terwijl Beatty de familiekamer binnenging om Missinger mee te nemen, begeleide Hernandez Jessie en Trembley naar de koffiekamer.

“Laten we hem een minuutje geven om te wennen,” zei Hernandez. “Trembley en ik zullen naar binnen gaan. Jessie, het is best dat jij vanachter de spiegel observeert. Het is te laat om belangrijke vragen te stellen, maar we kunnen proberen om een band met de kerel te creëren. Hij hoeft ons niets te vertellen. Maar wij kunnen veel zeggen. En dat kan hem beïnvloeden. We moeten ervoor zorgen dat hij zich zo onzeker voelt als mogelijk is voor zijn advocaat hier is en ervoor zorgt dat hij zich comfortabel voelt. We moeten de sluimerende twijfels in zijn hoofd vinden zodat hij zich begint af te vragen of wij misschien betere bondgenoten zijn dan zijn goedbetaalde advocaat. We hebben niet veel tijd, dus laten we beginnen.”

Jessie ging naar de observatiekamer en ging zitten. Het was de eerste kans die ze kreeg om Michael Missinger te bekijken. Hij stond ongemakkelijk in de hoek van de kamer. Hij was nog mooier dan zijn vrouw. Zelfs om drie uur ’s nachts, in jeans en een trui die hij waarschijnlijk op het laatste moment aangetrokken had, zag hij eruit alsof hij net van een fotoshoot kwam.

Zijn korte, door de zon gebleekte haren waren net warrig genoeg om pretentieloos te zijn, maar niet zo warrig dat hij er onverzorgd uitzag. Zijn huid was op sommige plekken bruin en bleek op andere plekken, wat erop wees dat hij regelmatig surfte.

Hij was groot en mager en zag eruit alsof hij er niet hard voor moest werken om er zo uit te zien. Zijn blauwe ogen waren rood en opgezwollen – waarschijnlijk omdat hij gehuild had – maar dat maakte hem niet minder aantrekkelijk. Jessie moest toegeven dat als deze man haar de avond ervoor had aangesproken in de bar, ze waarschijnlijk minder hooghartig gereageerd had. Zelf het feit dat hij nerveus stond te schuifelen was vervelend charmant.

Na enkele seconden kwamen Hernandez en Trembley binnen. Zij zagen eruit alsof ze minder onder de indruk waren.

“Ga zitten, meneer Missinger,” zei Hernandez. Hij zei het bijna vriendelijk. “We weten dat je je advocaat gevraagd hebt, wat oké is. Ik heb begrepen dat hij onderweg is. Ondertussen wilden we je op de hoogte houden van de stand van zaken van ons onderzoek. Laten we beginnen met u innige deelneming te wensen.”

“Dank je,” zei Missinger in een licht hese stem waarvan Jessie niet zeker wist of dat altijd zo was of dat het door de stress kwam.

“We weten nog niet of het om kwaad opzet ging,” ging Hernandez verder. Hij ging tegenover hem zitten. “Maar als ik het goed begrepen heb, heeft u tegen een van onze agenten gezegd dat Victoria heel goed was in het opvolgen van haar ziekte en dat u zich niet kan herinneren dat er ooit ongelukken als deze gebeurd zijn in het verleden.”

“Ik...” begon Missinger.

“U hoeft niet te antwoorden, meneer Missinger,” onderbrak Hernandez. “Ik wil er niet van beschuldigd worden dat ik uw rechten geschonden heb. Men heeft u toch uw rechten gelezen, nietwaar?”

“Ja.”

“Uiteraard, dat is standaard. En hoewel we u niet echt als een verdachte beschouwen, is het volkomen uw recht om een advocaat te eisen. Maar van onze kant proberen we de zaak zo snel mogelijk op te lossen. Tijd is heel erg belangrijk. Dus hoe meer bijzonderheden we kunnen bevestigen, zoals wat u ons vertelde over Victoria’s vaardigheid met haar medicatie, hoe minder kans dat we het verkeerde spoor volgen. Klinkt dat logisch?”

Missinger knikte. Trembley bleef in stilte aan de kant staan, alsof hij niet zeker was of en wanneer hij moest helpen.

“Dus,” ging Hernandez verder, “we willen ook bevestigen dat u gezegd heeft dat uw huishoudster Marisol deze week met vakantie is in Palm Springs. U gaf haar telefoonnummer aan een agent en ik denk dat we haar proberen te bereiken. U kan trouwens, zonder formeel te antwoorden, me een teken geven indien ik iets zeg dat niet nauwkeurig is. Het is niet nodig om op vragen te antwoorden. Geef me enkel een duwtje in de juiste richting als ik verkeerd ga. Is dat oké?”

“Oké,” zei Missinger.

“Fantastisch. We boeken vooruitgang. We weten dat je Victoria verschillende keren hebt proberen te bereiken ’s middags en dat je geen antwoord kreeg. Als ik het goed begrepen heb, kwam je in de late middag thuis om samen naar een etentje te gaan en je vond haar auto, maar zijzelf was niet te vinden en dus werd je ongerust en belde je de politie. Als ik iets verkeerd zeg, tik gewoon met je vinger op de tafel of zoiets zodat ik het weet.”

Hernandez bleef door de rest van de tijdslijn gaan, maar Jessie merkte dat ze maar half luisterde. Tijdens de laatste zinnen had ze iets opgemerkt en ze vroeg zich af of ze het echt had gezien of dat ze het zich had ingebeeld. Toen Hernandez “’s middags” zei, had Michael Missinger even bewogen, het was bijna een reflex. Niet wanneer Hernandez “proberen te bereiken” zei. Niet wanneer hij “geen antwoord” zei. Enkel bij de woorden “’s middags.”

Waaraan had hij gedacht toen de middag vermeld werd? Het was zo onzichtbaar dat Missinger het zelf misschien niet opgemerkt had. Dat leek onwaarschijnlijk als hij zich zou herinneren dat hij zijn vrouw aan het vermoorden was ’s middags. In dat geval zou ze een grotere reactie verwacht hebben of een bewuste poging om helemaal niet te reageren. En toch was er iets dat hem verward had toen de middag vermeld werd, al was het maar lichtjes.





Конец ознакомительного фрагмента. Получить полную версию книги.


Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=51922026) на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.



In DE PERFECTE WIJK (boek #2) lijmt Jessie Hunt, 29, profiler, de stukken van haar gebroken leven weer aan elkaar en verlaat ze de buitenwijken om opnieuw te beginnen in Downtown Los Angeles. Maar wanneer een rijke society dame vermoord wordt, moet Jessie, die op de zaak wordt gezet, teruggaan naar de perfect uitziende buitenwijken om op een krankzinnige moordenaar te jagen tussen de valse façades van normaliteit en de sociopatische vrouwen. Jessie leeft weer op in Downtown LA en weet zeker dat ze de nachtmerrie van de buitenwijken achter zich gelaten heeft. Ze is er klaar voor om haar mislukte huwelijk los te laten en ze vindt een baan bij een lokaal politiekantoor nadat haar toelating tot de FBI Academy werd opgeschort. Ze krijgt een ongecompliceerde moord in een rijke wijk toegewezen, een eenvoudige case om haar carrière te starten. Maar haar bazen weten niet dat er meer aan de hand is met deze case dan iemand kon vermoeden. Niets kan haar voorbereiden op haar eerste case, die haar zal dwingen om te wroeten in de geesten van de rijke stellen uit de buitenwijken waarvan ze dacht dat ze die in het verleden achtergelaten had. Jessie beseft dat achter hun gepolijste familiefoto’s en gemanicuurde hagen perfectie niet is wat het lijkt.Als spannende, psychologische thriller met onvergetelijke personages en suspense die je hart sneller doet slaan, is DE PERFECTE WIJK het tweede boek in de meeslepende reeks waardoor je tot diep in de nacht wil blijven lezen. Het derde boek in de Jessie Hunt reeks – HET PERFECTE HUIS – is nu ook beschikbaar.

Как скачать книгу - "De perfecte wijk" в fb2, ePub, txt и других форматах?

  1. Нажмите на кнопку "полная версия" справа от обложки книги на версии сайта для ПК или под обложкой на мобюильной версии сайта
    Полная версия книги
  2. Купите книгу на литресе по кнопке со скриншота
    Пример кнопки для покупки книги
    Если книга "De perfecte wijk" доступна в бесплатно то будет вот такая кнопка
    Пример кнопки, если книга бесплатная
  3. Выполните вход в личный кабинет на сайте ЛитРес с вашим логином и паролем.
  4. В правом верхнем углу сайта нажмите «Мои книги» и перейдите в подраздел «Мои».
  5. Нажмите на обложку книги -"De perfecte wijk", чтобы скачать книгу для телефона или на ПК.
    Аудиокнига - «De perfecte wijk»
  6. В разделе «Скачать в виде файла» нажмите на нужный вам формат файла:

    Для чтения на телефоне подойдут следующие форматы (при клике на формат вы можете сразу скачать бесплатно фрагмент книги "De perfecte wijk" для ознакомления):

    • FB2 - Для телефонов, планшетов на Android, электронных книг (кроме Kindle) и других программ
    • EPUB - подходит для устройств на ios (iPhone, iPad, Mac) и большинства приложений для чтения

    Для чтения на компьютере подходят форматы:

    • TXT - можно открыть на любом компьютере в текстовом редакторе
    • RTF - также можно открыть на любом ПК
    • A4 PDF - открывается в программе Adobe Reader

    Другие форматы:

    • MOBI - подходит для электронных книг Kindle и Android-приложений
    • IOS.EPUB - идеально подойдет для iPhone и iPad
    • A6 PDF - оптимизирован и подойдет для смартфонов
    • FB3 - более развитый формат FB2

  7. Сохраните файл на свой компьютер или телефоне.

Книги автора

Аудиокниги автора

Рекомендуем

Последние отзывы
Оставьте отзыв к любой книге и его увидят десятки тысяч людей!
  • константин александрович обрезанов:
    3★
    21.08.2023
  • константин александрович обрезанов:
    3.1★
    11.08.2023
  • Добавить комментарий

    Ваш e-mail не будет опубликован. Обязательные поля помечены *