Книга - Misdaad in het Donker

a
A

Misdaad in het Donker
Fiona Grace


Een Lacey Doyle Cozy Mystery #3
MISDAAD IN HET DONKER (EEN LACEY DOYLE COZY MYSTERY – BOEK 3) is boek drie in een aantrekkelijke nieuwe cozy mystery serie vanFiona Grace. . Lacey Doyle, negenendertig jaar en pas gescheiden, heeft een drastische verandering doorgemaakt: is heeft het gejaagde leven in New York City achter zich gelaten en heeft zich gevestigd in het schilderachtige Engelse kustplaatsje Wilfordshire… Het is bijna zomer, en Lacey is dolverliefd op het stadje en haar vriendje, die banketbakker is. Ze heeft zelfs een nieuwe vriendin gemaakt: de nieuwe eigenaresse van een plaatselijke B&B. En wanneer haar vriendin van haar diensten gebruik wil maken om haar hotel in te richten en ze bijna alles in Lacey’s antiekwinkel koopt, krijgt haar onderneming een flinke boost… Alles gaat perfect—tot iemand op mysterieuze wijze sterft in de nieuwe B&B… Het stadje staat weer eens op zijn kop en het inkomen van haar nieuwe vriendin is in gevaar. Het is aan Lacey en haar hond om het mysterie tot op de bodem uit te zoeken… Boek #4 van de serie is binnenkort beschikbaar!





Fiona Grace

MISDAAD IN HET DONKER




MISDAAD IN HET DONKER




(Een Lacey Doyle Cozy Mystery—Boek Drie)




FIONA GRACE



Fiona Grace

Debutant Fiona Grace is de auteur van de LACEY DOYLE COZY MYSTERY serie, die bestaat uit MOORD IN HET LANDHUIS (Boek #1), DOOD EN EEN HOND (Boek #2) en MISDAAD IN HET DONKER (Boek #3), EEN VERSTOORD BEZOEK (Boek #4) en GEDOOD DOOR EEN KUS (Boek #5). Fiona is ook de auteur van de TOSCAANSE WIJNGAARD COZY MYSTERY serie.



Fiona hoort graag van je, dus ga naar www.fionagraceauthor.com om gratis e-books te ontvangen en op de hoogte te blijven van het laatste nieuws.








Copyright © 2020 door Fiona Grace. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.

Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.

Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.

Omslagafbeelding Copyright canadastock, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.



BOEKEN DOOR FIONA GRACE




LACEY DOYLE COZY MYSTERY

MOORD IN HET LANDHUIS (boek 1)

DOOD EN EEN HOND (boek 2)

MISDAAD IN HET DONKER (boek 3)




HOOFDSTUK EEN


“Hey, Lacey!” klonk Gina’s stem vanuit de achterkamer van de antiekwinkel. “Kom eens hier.”

Voorzichtig zette Lacey de antieke koperen kandelaar die ze aan het poetsen was op de toonbank. Het zachte geluid zorgde dat Chester, haar Engelse shepherd, zijn hoofd optilde.

Hij had op zijn gebruikelijke plekje naast de toonbank liggen slapen, uitgestrekt op de vloerplanken, badend in het zonnetje. Hij keek Lacey met zijn donkerbruine ogen aan en zijn pluizige wenkbrauwen gingen nieuwsgierig omhoog.

“Gina heeft me nodig,” zei Lacey tegen hem. Zijn opmerkzame blik gaf haar altijd het gevoel dat hij elk woord begreep dat ze zei. “Jij houdt de winkel in de gaten en blaft als er klanten binnenkomen. Goed?”

Chester piepte instemmend en liet zijn kop weer op zijn poten zakken.

Lacey liep door de gewelfde deuropening die de winkel scheidde van de ruime, recent verbouwde veilingzaal. De ruimte had de vorm van een treinwagon—lang en smal—maar het plafond was zo hoog als dat van een kerk.

Lacey was dol op deze ruimte. Maar ze vond alles aan haar winkel geweldig, van de retro meubelcollectie—die ze had samengesteld met haar kennis en ervaring als een assistente van een New Yorkse interieurontwerper—tot aan de moestuin. De winkel was haar lust en haar leven, zelfs al had ze soms het idee dat ze er vaker door in de problemen kwam dan haar waard was.

Ze kwam door de gewelfde deuropening de ruimte binnen. Ze voelde een warm briesje door de open achterdeur naar binnen komen, vergezeld door heerlijke geuren uit de bloementuin waar Gina mee bezig was geweest. Maar de vrouw zelf was nergens te bekennen.

Lacey liet haar blik door de veilingruimte glijden en bedacht zich dat Gina waarschijnlijk vanuit de tuin naar haar geroepen moest hebben. Ze liep in de richting van de open Franse deuren. Maar toen hoorde ze een schuifelend geluid uit de gang aan haar linkerhand.

Daar bevonden zich de minder aantrekkelijke delen van haar winkel—het krappe kantoortje vol archiefkasten en stalen kluizen; het keukentje met haar vertrouwde ketel en assortiment aan cafeïnerijke dranken; het toilet (of “loo”, zoals iedereen in Wilfordshire het noemde) en de vierkante voorraadkamer.

“Gina?” riep Lacey naar de duisternis. “Waar ben je?”

“Cooey!” klonk de stem van haar vriendin. Die klonk gedempt, alsof ze haar hoofd ergens in had gestoken. Gina kennende was dat ook daadwerkelijk het geval. “Ik ben in de voorraadkamer!”

Lacey fronste. Gina had geen reden om in de voorraadkamer te zijn. Een van de voorwaarden dat Lacey haar in dienst zou nemen, was dat ze zichzelf niet te veel zou inspannen door zwaar te tillen. Maar ja, wanneer luisterde Gina ooit naar wat Lacey zei?

Met een zucht liep Lacey de gang door, de voorraadkamer in. Ze trof Gina op haar knieën voor de stellingkast aan, haar warrige grijze haar met een paarse fluwelen scrunchie op haar hoofd vastgebonden.

“Wat doe je hierachter?” vroeg Lacey aan haar vriendin.

Gina draaide haar hoofd en keek naar haar op. Ze had recentelijk een bril met een rood montuur aangeschaft, ervan overtuigd dat dat “hartstikke hip in Shoreditch” was (hoewel Lacey niet begreep waarom een gepensioneerde vrouw van in de zestig modetips aannam van de Londense jeugd) en die gleed langs haar neus. Ze duwde haar bril met haar wijsvinger omhoog en wees toen naar een langwerpige kartonnen doos, die voor haar op de plank stond.

“Daar staat een ongeopende doos,” verkondigde Gina. Toen voegde ze er op samenzwerende toon aan toe, “En volgens de poststempel komt hij uit Spanje.”

Lacey voelde haar wangen warm worden. Het pakket was afkomstig van Xavier Santino, de knappe Spaanse antiekverzamelaar die vorige maand haar veiling met nautisch thema had bezocht, in een poging de collectie verloren erfstukken van zijn familie te vinden. Hij en Lacey waren verdacht geweest van de moord op een Amerikaanse toerist. In die tijd waren ze bevriend geraakt en Xaviers toevallige connectie met haar vermiste vader had hun band versterkt.

“Het is gewoon iets dat Xavier me heeft gestuurd,” zei Lacey in een poging het als onbelangrijk af te doen. “Je weet dat hij me helpt om meer te weten te komen over mijn vaders verdwijning.”

Gina stond met krakende knieën op en keek Lacey aan met een argwanende blik in haar ogen. “Ik weet heel goed wat hij zou doen,” zei ze terwijl ze haar handen op haar heupen zette. “Wat ik niet begrijp is waarom hij je cadeaus stuurt. Dit is al de derde deze maand.”

“Cadeaus?” repliceerde Lacey defensief. Ze wist wat Gina insinueerde. “Ik beschouw een envelop met bonnetjes van mijn vaders winkel tijdens Xaviers trip naar New York niet echt als een cadeau.”

Gina’s uitdrukking bleef hetzelfde. Ze tikte met haar voet op de grond. “En het schilderij dan?”

Lacey dacht aan het olieverfschilderij van een boot op zee, dat Xavier haar vorige week had gestuurd. Ze had het boven de open haard in haar woonkamer opgehangen.

“Dat is het soort boot waarop zijn over-overgrootvader kapitein was,” vertelde ze Gina op defensieve toon. “Xavier kwam het tegen op een vlooienmarkt en dacht dat ik het wel mooi zou vinden.” Nonchalant haalde ze haar schouders op, in een poging het te bagatelliseren.

“Huh,” gromde Gina, die haar lippen op elkaar perste. “Zag dit en dacht aan jou. Je weet hoe dat lijkt voor een buitenstaander…”

Lacey snoof. Haar geduld begon op te raken. “Waarom zeg je niet gewoon wat je bedoelt?”

“Goed dan,” antwoordde haar vriendin brutaal. “Ik denk dat er meer zit achter Xaviers cadeaus dan jij wil accepteren. Ik denk dat hij je leuk vindt.”

Hoewel Lacey al het vermoeden had dat haar vriendin dit wilde impliceren, voelde ze zich nog steeds gekrenkt door de manier waarop Gina het zei.

“Ik ben heel gelukkig met Tom,” zei ze, denkend aan de knappe, breed glimlachende banketbakker die ze haar geliefde mocht noemen. “Xavier wil alleen helpen. Dat had hij beloofd toen ik hem de sextant van zijn overgrootvader gaf. Jij ziet overal drama.”

“Als er geen drama was,” antwoordde Gina kalm, “waarom verstop je Xaviers pakket dan op de onderste plank van de voorraadkast?”

Lacey haperde even. Gina’s beschuldigingen hadden haar overvallen en in de war gebracht. Even vergat ze waarom ze het pakket had opgeborgen nadat ze voor ontvangst getekend had, in plaats van het meteen open te maken. Toen herinnerde ze het zich; het papierwerk was vertraagd. Xavier had gezegd dat ze een certificaat moest tekenen, dus ze had besloten om het zolang op te bergen voor het geval ze een of andere pietluttige Britse wet overtrad die ze nog niet kende. Gezien hoe vaak de politie in haar winkel had rondgesnuffeld kon ze niet voorzichtig genoeg zijn!

“Ik verstop het niet,” zei Lacey. “Ik wacht op het bijbehorende papierwerk.”

“Je weet niet wat erin zit?” vroeg Gina. “Xavier heeft je niet verteld wat het was?”

Lacey schudde haar hoofd.

“En je hebt het niet gevraagd?” drong haar vriendin aan.

Weer schudde Lacey haar hoofd.

Ze zag dat de beschuldigende blik in Gina’s ogen begon weg te ebben en vervangen werd door nieuwsgierigheid.

“Denk je dat het misschien iets…” fluisterde Gina, “…illegaals is?”

Ondanks het feit dat ze ervan overtuigd was dat Xavier niet een of ander verboden item had opgestuurd, was Lacey maar wat blij dat ze de aandacht van zijn cadeau kon afleiden, dus ze ging erin mee.

“Zou kunnen,” zei ze.

Gina’s ogen werden nog groter. “Wat voor iets?” vroeg ze. Ze klonk als een verwonderd kind.

“Ivoor, bijvoorbeeld,” zei Lacey. Ze had zich verdiept in items die illegaal waren om te verkopen in het Verenigd Koninkrijk, antiek of anders. “Alles dat gemaakt is van de vacht van een bedreigde diersoort. Bekleding van stof die niet brandwerend is. Wapens natuurlijk…”

Inmiddels was alle argwaan uit Gina’s ogen verdwenen; alle ‘drama’ betreffende Xavier was in een oogwenk verdwenen bij de veel opwindendere mogelijkheid dat er een wapen in de doos zat.

“Een wapen?” herhaalde Gina met een piepstemmetje. “Kunnen we het niet openmaken om te kijken?”

Ze keek net zo opgewonden als een kind op Kerstavond.

Lacey aarzelde. Ze was al benieuwd naar het pakket sinds de koerier het had afgeleverd. Het moest Xavier een fortuin gekost hebben om het vanuit Spanje op te sturen. De verpakking was ook niet de goedkoopste; het dikke karton was net zo stevig als hout en het hele ding was gefixeerd met industriële nietjes en kabelbinders. Wat er ook in zat, het moest erg kostbaar zijn.

“Okay,” zei Lacey, die zich een beetje rebels voelde. “Het kan vast geen kwaad om even te kijken, toch?”

Ze veegde een onhandelbare pluk van haar donkere pony achter haar oor en pakte het stanleymes dat ze gebruikte om kabelbinders door te snijden en nietjes los te wrikken. Toen sneed ze de doos open en rommelde door het piepschuim.

“Het is een koffer,” zei ze. Ze trok aan een lederen handvat en haalde een zware houten koffer tevoorschijn. Het vulmateriaal dwarrelde op de grond.

“Ziet eruit als de koffer van een spion,” zei Gina. “Oh, je denkt toch niet dat je vader een spion was, of wel? Misschien wel een Russische!”

Lacey rolde met haar ogen terwijl ze de zware koffer op de grond zette. “Ik heb de afgelopen jaren veel bizarre theorieën gehad over wat er met mijn vader gebeurd zou kunnen zijn,” zei ze terwijl ze de klemmen van de koffer een voor een open klikte. “Maar een Russische spion heb ik nooit overwogen.”

Ze opende de koffer en keek erin. Toen ze de inhoud zag, snakte ze naar adem. Het was een schitterend antiek flintlock jachtgeweer.

Gina verslikte zich en begon te hoesten. “Dat mag je hier niet hebben! Hemeltje, het is waarschijnlijk compleet verboden in Engeland! Hoe haalt Xavier het in zijn hoofd om dit naar je toe te sturen?”

Maar Lacey luisterde niet naar de uitbarsting van haar vriendin. Haar aandacht was gefixeerd op het jachtgeweer. Het was in uitstekende staat, ondanks het feit dat het zeker meer dan honderd jaar oud moest zijn.

Voorzichtig haalde Lacey het uit de koffer en voelde het gewicht van het wapen in haar handen. Er was iets vertrouwds aan. Maar ze had nog nooit een geweer in haar handen gehad, laat staan er een afgevuurd. Ondanks haar vreemde gevoel van déjà vu kon ze er geen concrete herinneringen aan verbinden.

Gina begon met haar handen te wapperen. “Lacey, stop het terug! Stop het terug! Het spijt me dat ik je de doos liet uitpakken. Ik had echt niet gedacht dat het een wapen zou zijn.”

“Gina, kalm aan,” zei Lacey tegen haar.

Maar haar vriendin was op dreef. “Je hebt een licentie nodig! Misschien is het wel een misdrijf om het hier überhaupt te bezitten! Het is hier heel anders dan in de Verenigde Staten!”

Gina’s gegil bereikte een hoogtepunt, maar Lacey negeerde haar. Ze had inmiddels wel geleerd dat het geen zin had om te proberen Gina uit haar paniekerige uitbarstingen te praten. Ze gingen uiteindelijk vanzelf voorbij. Dat, of Gina zou zichzelf moe maken.

Bovendien was Lacey te diep onder de indruk door het prachtige geweer om aandacht aan Gina te besteden. Ze was gefascineerd door het vreemde gevoel van vertrouwdheid.

Ze tuurde door de loop. Voelde het gewicht. De vorm van het wapen in haar handen. Zelfs de geur ervan. Er was iets fantastisch aan het geweer, alsof het voorbestemd was om van haar te zijn.

Op dat moment werd Lacey zich bewust van de stilte. Gina’s tirade was eindelijk voorbij. Lacey wierp een blik naar haar.

“Ben je klaar?” vroeg ze kalm.

Gina staarde naar het geweer alsof het een ontsnapte circustijger was, maar knikte langzaam.

“Mooi,” zei Lacey. “Wat ik je probeerde te vertellen is dat ik niet alleen mijn huiswerk heb gedaan betreffende de Britse wetten voor het bezit en gebruik van vuurwapens, maar dat ik ook een certificaat heb om legaal antieke vuurwapens te verhandelen.”

Gina zweeg en er verscheen een verbijsterde frons op haar gezicht. “Echt waar?”

“Ja,” verzekerde Lacey haar. “Toen ik bezig was met de inventarisatie van Penrose Manor ontdekte ik dat het landgoed een hele collectie jachtgeweren had. Ik moest meteen een vergunning aanvragen om de veiling te kunnen houden. Percy Johnson heeft me geholpen om het allemaal te regelen.”

Gina tuitte haar lippen. Ze had die moederlijke blik in haar ogen. “Waarom wist ik daar niets van?”

“Nou, toen werkte je nog niet voor me. Jij was gewoon de buurvrouw wiens schapen steeds mijn terrein opliepen.” Lacey grinnikte bij de dierbare herinnering aan de eerste ochtend dat ze in Crag Cottage was ontwaakt, om vervolgens een kudde schapen op haar gras aan te treffen.

Gina beantwoordde haar glimlach niet. Ze was in een koppige bui.

“Dan nog,” zei ze terwijl ze haar armen over elkaar vouwde, “je moet het laten registreren bij de politie, toch? Het moet in de database voor vuurwapens vastgelegd worden.”

Bij het noemen van de politie dacht Lacey aan het strenge, emotieloze gezicht van hoofdinspecteur Karl Turner, snel gevolgd door het gezicht van zijn stoïcijnse partner, inspecteur Beth Lewis. Ze had al meer dan genoeg confrontaties met die twee gehad.

“Dat hoeft niet,” zei ze tegen Gina. “Het is een antiek wapen en het is onklaar gemaakt. Dat betekent dat het geclassificeerd is als decoratiestuk. Ik zei al, ik heb mijn huiswerk gedaan!”

Maar Gina gaf niet mee. Ze leek vastberaden om tekortkomingen te vinden.

“Onklaar gemaakt?” herhaalde ze. “Hoe weet je dat zo zeker? Ik dacht dat je zei dat het papierwerk vertraagd was.”

Lacey aarzelde. Gina had een punt. Ze had het papierwerk nog niet gezien, dus ze kon niet honderd procent zeker weten dat het geweer niet werkte. Maar er zat geen munitie in de koffer en Lacey was ervan overtuigd dat Xavier haar geen geladen wapen per pakketpost zou opsturen!

“Gina,” zei ze met een strenge maar definitieve stem, “ik beloof je dat ik het allemaal onder controle heb.”

De woorden rolden heel makkelijk van Lacey’s tong. Ze wist het toen nog niet, maar ze zou er spoedig spijt van zou krijgen.

Gina leek zich erbij neer te leggen, hoewel ze er niet blij mee leek. “Best. Als jij zegt dat je het onder controle hebt, dan heb je het onder controle. Maar waarom zou Xavier je uitgerekend een verdomd geweer sturen?”

“Dát is een goede vraag,” zei Lacey, die zich ineens hetzelfde afvroeg.

Ze reikte in de doos en vond een opgevouwen stuk papier op de bodem. Ze haalde het eruit. Gina’s eerdere insinuatie dat Xavier andere intenties had dan alleen vriendschap, gaf haar een ongemakkelijk gevoel. Ze vouwde de brief open, schraapte haar keel en las hardop voor.

“Lieve Lacey,

“Zoals je weet was ik laatst in Oxford…”

Ze zweeg even. Ze voelde Gina’s blik op zich branden, alsof haar vriendin haar stilletjes veroordeelde. Lacey voelde haar wangen warm worden en hield de brief zo dat Gina niet kon meelezen.



“Zoals je weet was ik laatst in Oxford op zoek naar de verloren antiquiteiten van mijn overgrootvader. Ik zag dit geweer en ik herinnerde me iets. Je vader had een soortgelijk geweer te koop staan in zijn winkel in New York. We hadden erover gepraat. Hij had me verteld dat hij op een jachtreis naar Engeland was geweest. Het was een grappig verhaal. Hij zei dat hij het niet had geweten, maar dat het geen jachtseizoen was tijdens zijn trip, waardoor hij alleen legaal konijnen mocht schieten. Ik deed wat onderzoek naar jachtseizoenen in Engeland, en er wordt niet gejaagd in de zomer. Ik herinner me niet dat hij Wilfordshire bij naam noemde, maar weet je nog dat je zei dat dat was waar hij ’s zomers verbleef? Misschien is er een plaatselijke jachtclub? Misschien dat zij hem gekend hebben?

“Liefs, Xavier.”



Lacey vermeed Gina’s doordringende blik terwijl ze de brief opvouwde. Lacey wist wat ze dacht—dat Xavier haar in een berichtje over de herinnering had kunnen vertellen, in plaats van haar een geweer te sturen! Maar het kon Lacey niet schelen. Ze had meer interesse in de inhoud van de brief dan in de potentiele romantische ideeën die ten grondslag lagen aan Xaviers acties.

Dus haar vader deed aan jagen tijdens zijn zomers in Engeland? Dat was nieuws voor haar! Nog afgezien van het feit dat ze zich niet kon herinneren dat hij een jachtgeweer bezat, kon ze zich niet voorstellen dat haar moeder dat goed had gevonden. Die was extreem fijngevoelig. Snel beledigd. Was dat waarom hij ervoor naar een ander land was afgereisd? Het zou kunnen dat hij het volledig voor haar moeder geheim had gehouden, als een guilty pleasure dat hij zichzelf één keer per jaar gunde. Of misschien was hij naar Engeland gegaan om te schieten vanwege het gezelschap dat hij hier had…

Lacey herinnerde zich de mooie vrouw in de antiekwinkel, degene die Naomi had geholpen toen ze het ornament had gebroken, degene die ze daarna weer op straat waren tegengekomen, toen ze haar gezicht niet hadden kunnen zien vanwege de felle zon achter haar. De vrouw met het zachte Britse accent en het geurige parfum. Zou zij degene geweest zijn die haar vader met de hobby kennis had laten maken? Was het een tijdverdrijf dat ze deelden?

Ze greep haar mobiel om haar zusje een bericht te sturen, maar kwam niet verder dan, “Had papa wapens…” toen ze werd onderbroken door het yip-yip-yipping van Chester die probeerde haar aandacht te trekken. De bel boven de voordeur moest gerinkeld hebben.

Ze deed het geweer weer in de koffer, klikte de sluitingen dicht en liep terug naar de winkel.

“Je kan dat niet zo laten slingeren!” riep Gina, die van argwaan terugschakelde naar paniekmodus.

“Stop hem dan in de kluis als je je zo’n zorgen maakt,” zei Lacey over haar schouder.

“Ik?” hoorde ze Gina schril uitroepen.

Hoewel ze al halverwege de gang was, bleef Lacey staan. Ze zuchtte.

“Ik kom zo bij u!” riep ze in de richting van de winkel.

Toen draaide ze zich om, liep terug naar de voorraadkamer en pakte de koffer op.

Terwijl ze langs Gina liep hield de vrouw haar zorgelijke blik op de koffer gericht en deed een stap achteruit, alsof het ding elk moment kon exploderen. Lacey slaagde erin om te wachten tot ze voorbij was alvorens met haar ogen te rollen om Gina’s overdreven dramatische reactie.

Lacey nam het geweer mee naar de grote stalen kluis waar haar meest waardevolle en kostbare items veilig waren opgeslagen en legde de koffer erin. Toen liep ze terug de gang in, waarna een zachtmoedig kijkende Gina haar terug naar de winkel volgde. Ze was in elk geval gestopt met piepen nu het wapen uit het zicht was.

Lacey had verwacht een klant in de winkel aan te treffen. In plaats daarvan trof ze de bijzonder onwelkome Taryn aan, haar nemesis van de boetiek naast haar winkel.

Taryn draaide zich op haar hakken om bij het horen van Lacey’s voetstappen. Haar donkerbruine korte kapsel was met zoveel gel gladgestreken dat er geen haartje niet op zijn plek zat. Ondanks de warme zon in juni was ze gekleed in haar vertrouwde LBD, die alle hoeken van haar benige figuur liet zien.

“Laat je je klanten altijd zonder toezicht en assistentie in je winkel?” vroeg Taryn hooghartig.

Naast Lacey klonk het lage gegrom van Chester. De Engelse shepherd mocht de verwaande boetiekeigenaresse niet. Dat gold tevens voor Gina, die zelf ook een grom gaf voordat ze met wat papierwerk aan de slag ging.

“Goedemorgen, Taryn,” zei Lacey, die zichzelf dwong een hartelijke houding aan te nemen. “Wat kan ik voor je betekenen op deze mooie dag?”

Taryn wierp met samengeknepen ogen een blik op Chester, deed haar armen over elkaar en richtte haar haviksogen op Lacey.

“Ik zei al,” snauwde ze, “ik ben een klant.”

“Jij?” vroeg Lacey, te snel om haar ongeloof te kunnen verbergen.

“Ja, ík,” antwoordde Taryn droog. “Ik heb een van die Edison lamp dingen nodig. Je weet wel. Lelijke dingen met grote peertjes op bronzen standaarden? Ze staan altijd in je etalage.”

Ze keek om zich heen. Met haar smalle neus in de lucht deed ze Lacey aan een vogel denken.

Lacey kon het niet helpen dat ze argwaan had. Taryns winkel was modern en minimalistisch, met plafondspotjes die de boetiek in een klinisch wit licht hulden. Waar had ze een rustieke lamp voor nodig?

“Ga je de boetiek opnieuw inrichten?” vroeg Lacey voorzichtig terwijl ze achter de balie vandaan kwam en naar Taryn gebaarde om haar te volgen.

“Ik wil het gewoon wat sfeervoller maken,” zei de vrouw terwijl ze met klikkende hakken achter Lacey aanliep. “En voor zover ik kan beoordelen zijn die lampen heel hip op het moment. Ik zie ze overal. Bij de kapper. In de koffiezaak. Er stonden een miljoen van die dingen in Brooke’s theehuis…”

Lacey verstijfde. Haar hart begon hevig te bonken.

Alleen al het horen van de naam van haar voormalige vriendin vulde haar met paniek. Er was nauwelijks een maand verstreken sinds de Australische haar met een mes had achtervolgd in een poging Lacey de mond te snoeren, nadat Lacey erachter was gekomen dat ze een Amerikaanse toerist had vermoord. Lacey’s verwondingen waren genezen, maar de mentale littekens waren nog vers.

Dus dat was waarom Taryn naar een Edison lamp vroeg? Niet omdat ze er eentje wilde hebben, maar zodat ze een excuus had om Brooke’s naam te noemen en Lacey van streek te maken! Ze was echt een gemeen stuk vreten.

Ondanks het feit dat Taryn zogenaamd een klant was, verloor Lacey al haar enthousiasme om de vrouw te helpen. Ze wees slapjes naar de “Steampunk Corner,” de hoek van haar winkel waar haar collectie bronzen lampen stond.

“Daarzo,” mompelde ze.

Ze zag een zure uitdrukking op Taryns gezicht verschijnen toen haar blik over de vliegeniersbrillen, wandelstokken en het aquanautenpak gleed. Lacey moest toegeven dat dat esthetisch gezien ook niet haar smaak was. Maar er waren heel wat mensen in Wilfordshire—het type met lang zwart haar en fluwelen capes—die regelmatig in haar winkel kwamen, dus ze had deze items speciaal voor hen ingekocht. Het enige probleem was dat het nieuwe gedeelte haar voorheen onbelemmerde uitzicht op Toms patisserie aan de overkant van de straat blokkeerde, wat betekende dat Lacey niet langer dromend naar hem kon staren als ze daar zin in had.

Nu Taryn was afgeleid, maakte Lacey van de gelegenheid gebruik om een blik naar de overkant te werpen.

Het was zoals gewoonlijk druk in Toms winkel. Nog drukker zelfs, nu er meer toeristen in de stad waren. Lacey zag zijn één meter negentig lange lijf rondrennen om de bestellingen te vervullen. Het zonlicht deed zijn goudbruine huid er nog goudkleuriger uitzien.

Op dat moment zag Lacey Toms nieuwe assistente, Lucia. Hij had de jonge vrouw een paar weken geleden aangenomen zodat hij meer vrije tijd had om met Lacey door te brengen. Maar sinds het meisje er was komen werken, was het drukker in de patisserie dan ooit tevoren!

Lacey zag dat Lucia en Tom bijna tegen elkaar aanbotsten. Ze deden allebei een stap naar rechts en toen naar links in een poging om een botsing te vermijden, maar het werd een soort komische synchronisatie. Hun confrontatie eindigde met een theatrale buiging van Tom, waarna Lucia hem links passeerde. Hij wierp haar zijn brede glimlach toe.

Lacey’s maag trok samen toen ze hen zo zag. Ze kon het niet helpen. Jaloezie. Achterdocht. Het waren allemaal nieuwe emoties voor Lacey, emoties die ze pas had sinds haar scheiding. Het was alsof haar ex-man ze tussen de pagina’s van hun scheidingspapieren had gestopt om ervoor te zorgen dat haar toekomstige relaties zo problematisch mogelijk zouden zijn. Het waren lelijke gevoelens, maar ze kon er niets aan doen dat ze ze had. Lucia kon aanzienlijk meer tijd met Tom doorbrengen dan zij. En in de tijd die ze met hem doorbracht was hij op zijn best—energiek, creatief en productief, in plaats van slaperig hangend op haar bank voor de televisie. Alles voelde uit balans, alsof ze Tom moesten delen en de ratio’s enorm vertekend ten gunste van Lucia.

“Ze is mooi, nietwaar?” klonk Taryns stem in Lacey’s oor, als de duivel die op haar schouder zat.

Lacey snoof. Taryn zat alleen maar te stoken, zoals gewoonlijk.

“Hééél mooi,” voegde Taryn toe. “Je moet er gek van worden, het idee dat Tom de hele dag daar zit met haar.”

“Doe niet zo dom,” snauwde Lacey.

Maar Taryns beoordeling was, om een idioom van Gina te gebruiken, “bang on.” Met andere woorden, ze had helemaal gelijk. En dat zorgde ervoor dat Lacey alleen maar meer gefrustreerd raakte.

Taryn glimlachte dunnetjes. Er verscheen een verderfelijke glinstering in haar ogen. “Dat wilde ik je nog vragen. Hoe gaat het met je Spaanse man? Xavier was het toch?”

Lacey werd nog kwader. “Hij is mijn Spaanse man niet!”

Maar voordat ze ruzie konden krijgen rinkelde de deurbel luidruchtig en begon Chester te piepen.

Gered door de bel, dacht Lacey. Ze haastte zich weg bij Taryn en haar gemene suggesties.

Maar ze was allesbehalve opgelucht toen ze zag wie haar opwachtte.

Carol, van de B&B, stond midden in de winkel met een blik van volslagen afschuw op haar gezicht. Ze leek in paniek en hijgde alsof ze de hele weg hierheen had gerend.

Lacey voelde dat haar maag zich samentrok. Ze werd overspoeld door een afschuwelijk gevoel van déjà vu. Er was iets gebeurd. Iets slechts.

“Carol?” zei Gina. “Wat is er aan de hand, ducky? Je ziet eruit alsof je een spook hebt gezien.”

Carols onderlip begon te trillen. Ze deed haar mond open alsof ze iets wilde zeggen, maar er kwam niets uit.

Achter zich hoorde Lacey het tik-tak van Taryns hakken die zich naar hen toe haastte, waarschijnlijk omdat ze op de eerste rang wilde zitten, met het beste uitzicht op het zich ontvouwende drama.

Lacey kon de anticipatie niet verdragen. Elke vezel in haar lichaam leek bevangen te raken door angst.

“Wat is er aan de hand, Carol?” wilde Lacey weten. “Wat is er gebeurd?”

Carol schudde fel haar hoofd. Ze haalde diep adem. “Ik ben bang dat ik afschuwelijk nieuws heb…”

Lacey zette zich schrap.




HOOFDSTUK TWEE


Wat zou er gebeurd kunnen zijn?

Een ongeluk?

Een… moord?

Alsjeblieft niet nog een keer!

“Carol?” vroeg Lacey met schorre stem.

De angstige blik in Carols ogen terwijl ze door de winkel ijsbeerde stuurde bliksemschichten van paniek door Lacey’s lijf. Haar maag begon zich om te draaien, alsof ze haar tweedehands Volvo van de klif had gereden en ze richting de zee stortte. Ze voelde dat haar handen begonnen te trillen terwijl een serie herinneringen haar gedachten binnendrongen: Iris’ lichaam op de vloer van haar landhuis; Bucks met zand besmeurde mond terwijl bij bewegingsloos op het strand lag. De voorbijflitsende beelden werden ineens vergezeld door het plotselinge gekrijs van sirenes en afschuwelijke krakende geluid van de zilverkleurige deken die de paramedici om haar schouders sloegen. Uiteindelijk hoorde ze de stem van Hoofdinspecteur Turner, wiens waarschuwing nog altijd door haar hoofd galmde. “Blijf in de stad, oké?”

Lacey greep de toonbank vast om zichzelf staande te houden en zette zich schrap voor het nieuws dat Carol op het punt stond te vertellen. Ze kon zich nauwelijks concentreren op de vrouw die nerveus door de winkel liep.

“Wat is er?” vroeg Gina ongeduldig. “Wat is er gebeurd?”

“Ja, laat alsjeblieft die bom vallen,” zei Taryn op verveelde toon terwijl ze achteloos met de Edison lamp zwaaide. “Sommigen van ons hebben meer te doen vandaag.”

Carol hield eindelijk op met ijsberen. Ze wendde zich tot de drie vrouwen, haar ogen rood.

“Er is…” begon ze stamelend. “Een… een… een opening van een B&B!”

Er verstreek een moment van stilte terwijl de drie vrouwen haar onthulling—of het gebrek daaraan—lieten bezinken.

“Ha!” riep Taryn uit. Ze klapte een briefje van twintig pond op de toonbank naast Lacey. “Ik laat deze crisis maar aan jou over. Bedankt voor de lamp.”

En met die woorden walste ze weg, de geur van een rokerig cederparfum in haar kielzog.

Toen ze weg was, richtte Lacey haar aandacht weer op Carol. Ze staarde haar ongelovig aan. Natuurlijk was een nieuwe B&B slecht nieuws voor Carol, die nu met nog meer concurrentie te maken zou krijgen, maar het maakte geen enkel verschil voor Lacey! En gezien de afschuwelijke rampspoed die het stadje had meegemaakt met de moord op Iris Archer en de meer recente moord op Buck, zou ze wel beter moeten weten dan schreeuwend rondrennen vanwege zoiets triviaals!

Lacey kon niets anders dan met haar ogen knipperen. Haar woede leek zelfs haar spraakvermogen te hebben stilgelegd. Maar met Gina’s loslippigheid was niets aan de hand.

“Dát is het?” brulde ze. “Een B&B? Je gaf me verdomme bijna een hartaanval!”

“Een B&B in Wilfordshire is afschuwelijk nieuws voor iedereen,” huilde Carol, fronsend vanwege Gina’s respons. “Niet alleen voor mij!”

“Is dat zo?” zei Lacey, die eindelijk haar stem had teruggevonden. “En waarom is dat?”

Carol wierp haar een gekwetste blik toe. “Huh, nou, ik had moeten weten dat jij het niet zou begrijpen. Je bent tenslotte een buitenstaander.”

Lacey werd witheet van woede. Waar haalde Carol het lef vandaan om haar een buitenstaander te noemen? Ze was hier pas een paar maanden maar had al op heel veel manieren een bijdrage geleverd aan het stadje! Haar winkel hoorde net zo goed thuis in de hoofdstraat als de andere zaken.

Ze deed haar mond open om te reageren, maar voordat ze de kans kreeg griste Gina een doos tissues van de toonbank en deed een stap naar voren, waardoor ze een fysieke barrière tussen haar en Carol creëerde.

“Waarom ga je niet even zitten?” zei Gina tegen de eigenaresse van de B&B. “Laten we het even doornemen.”

Toen wierp ze Lacey een blik toe die zei, Laat dit maar aan mij over, want jij staat op het punt te ontploffen.

Ze had gelijk. De paniek die Carols non-event had getriggerd begon weg te ebben, maar ze had er absoluut niet op zitten wachten. En ze had er al helemaal geen behoefte aan om door Carol een buitenstaander genoemd te worden. Als iets Lacey op stang kon jagen, dan was dat het wel.

Terwijl Gina Carol naar een rode lederen loveseat leidde en haar een papieren zakdoekje aanbood—“Hier. Neem deze voor je snot”—liep Lacey weg. Ze haalde een paar keer diep adem. Chester keek naar haar op en piepte meelevend.

“Ik ben oké, jochie,” zei ze tegen hem. “Alleen een beetje van streek.” Ze bukte zich en aaide zijn kop. “Ik ben oké nu.”

Chester jankte, alsof hij dat met tegenzin accepteerde.

Bemoedigd door zijn steun liep Lacey terug naar de loveseat om erachter te komen wat er nu echt aan de hand was.

Carol zat inmiddels voluit te huilen. Gina rolde met haar ogen tot haar stalen blik die van Lacey ontmoette. Lacey gebaarde naar haar en Gina stond snel op.

Lacey nam plaats naast Carol. Het ontwerp van de loveseat dwong haar om been aan been met de vrouw te zitten; veel dichterbij dan Lacey anders gedaan zou hebben.

“Het is de schuld van die verdomde nieuwe burgemeester,” jammerde Carol. “Ik wist wel dat hij problemen zou veroorzaken!”

“De nieuwe burgemeester?” zei Lacey. Ze wist niets over dat er een nieuwe burgemeester was.

Carol keek Lacey met bloeddoorlopen ogen aan. “Hij heeft de bestemmingsplannen van de oostelijke kant van de stad gewijzigd. Dat hele gebied voorbij de kanoclub is veranderd van residentieel naar commercieel! Hij gaat een winkelcentrum laten bouwen! Vol met afschuwelijke, sfeerloze winkelketens!” Ze klonk steeds meer verontwaardigd. “Hij wil een waterpark laten bouwen! Hier! In Wilfordshire! Waar het twee-derde van het jaar regent! En daarna wil hij een monsterlijke uitkijktoren laten bouwen. Die gaat het hele uitzicht verpesten!”

Lacey luisterde naar Carols tirade, hoewel ze niet begreep waarom dat allemaal zo’n probleem was. Op dit moment kwam er vrijwel niemand voorbij de kanoclub. Het was praktisch dode ruimte. Zelfs het strand aan die kant van de stad was uitgestorven. Het ontwikkelen van een nieuw gebied leek haar een goed idee, zeker als er een mooie B&B was waar mensen terecht konden. En het zou ook gunstig zijn voor alle ondernemers in de hoofdstraat, omdat het meer toeristen zou aantrekken.

Lacey keek op naar Gina om te zien of ze in haar ogen misschien een aanwijzing aantrof over waarom dit zo’n enorme crisis zou moeten zijn. Maar Gina kon de grijns op haar gezicht nauwelijks verbergen. Ze dacht duidelijk dat Carol overdramatisch was en als Gina dat dacht, dan had je echt een probleem!

“Ze is een of andere streber uit Londen,” vervolgende Carol haar tirade. “Tweeëntwintig jaar oud. Net klaar met de universiteit!”

Ze pakte nog een papieren zakdoekje uit de doos en snoot luidruchtig haar neus, waarna ze het doorweekte ding aan Gina overhandigde. De grijns op Gina’s gezicht was meteen verdwenen.

“Hoe kan een tweeëntwintigjarige nu een B&B beginnen?” zei Lacey. Er klonk bewondering in haar stem, in plaats van de minachtig die Carol blijkbaar voelde.

“Rijke ouders, natuurlijk,” sneerde Carol. “Haar ouders hadden dat enorme bejaardenhuis in de heuvels. Weet je welke ik bedoel?”

Lacey kon het zich vaag herinneren, hoewel ze nauwelijks nog die kant op was geweest. Van wat ze zich kon herinneren was het een heel groot landgoed. Er zou een enorme renovatie nodig zijn om het verouderde bejaardenhuis in een B&B te veranderen, om nog maar niet te spreken over de infrastructuur. Het was dik een kwartier lopen vanuit de stad en er waren maar twee bussen die door dat gedeelte van de kustlijn reden. Het leek hoog gegrepen voor een tweeëntwintigjarige.

“Hoe dan ook,” vervolgde Carol. “Die ouders besloten om vervroegd met pensioen te gaan en hun portfolio te verkopen, maar hun kinderen mochten elk één accommodatie uitkiezen om mee te doen wat ze wilden. Kun je je voorstellen dat je tweeëntwintig bent en dat je een pand kríjgt? Ik heb me in het zweet moeten werken om mijn eigen onderneming te kunnen starten en nu komt juffrouw Dinges gewoon binnenwandelen en ze heeft het al voor elkaar.” Ze knipte agressief met haar vingers.

“Dan hebben we nog geluk dat ze heeft besloten om er een B&B van te maken,” zei Gina. “Als ik op haar leeftijd zo’n enorm huis had gekregen, dan zou ik er waarschijnlijk een 24/7 nachtclub van gemaakt hebben.”

Lacey kon het niet helpen en barstte in lachen uit. Maar Carol begon weer te huilen.

Op dat moment besloot Chester om eens te komen kijken wat er allemaal aan de hand was. Hij liet zijn kop in Carols schoot rusten.

Wat een lieverd, dacht Lacey.

Chester wist niet dat Carol dramatisch deed om niets. Hij dacht gewoon dat ze een mens in de stress was die wat troost verdiende. Lacey besloot om een voorbeeld aan hem te nemen.

“Het klinkt alsof je je druk maakt om niets,” zei ze zachtjes tegen Carol. “Jouw B&B is iconisch. De toeristen zijn net zo dol op het Barbie-roze huis op de hoofdstraat als op Toms etalage-sculpturen van macarons. Een luxe B&B kan niet op tegen jouw klassieke pand. Het heeft een eigenzinnige stijl en dat spreekt de mensen aan.”

Lacey moest Gina’s gegrinnik negeren. Eigenzinnig was een zorgvuldig geformuleerd woord voor het beschrijven van alle flamingo’s en palmbladeren. Ze kon zich wel voorstellen hoe Gina het beschreven zou hebben: ordinair, kitsch, opzichtig…

Carol keek met betraande ogen naar Lacey op. “Denk je dat echt?”

“Ik weet het zeker! En bovendien heb jij iets dat juffrouw Dinges niet heeft. Lef. Vastberadenheid. Passie. Jij hebt de B&B niet op een presenteerblaadje aangeboden gekregen, of wel? En welke tweeëntwintigjarige Londense wil er nu echt settelen in Wilfordshire? Ik durf te wedden dat juffrouw Dinges snel verveeld raakt en de wijde wereld weer intrekt.”

“Of terug gaat naar Londen,” grapte Gina. “Dat ze teruggaat naar… oh, laat maar.”

Carol kwam weer een beetje tot zichzelf. “Dank je, Lacey. Ik voel me al een stuk beter.” Ze stond op en aaide Chester over zijn kop. “Jij ook bedankt, lieve hond.” Ze veegde de laatste tranen met een tissue van haar wangen. “Goed, ik kan maar beter weer aan het werk gaan.”

Ze stak haar kin in de lucht en vertrok zonder nog een woord te zeggen.

Zodra de deur achter haar dicht viel, begon Gina te lachen.

“Serieus,” riep ze uit. “Die vrouw moet leren de realiteit onder ogen te zien. Als ze denkt dat een tweeëntwintigjarige nieuweling een bedreiging is, dan zit ze echt in het verkeerde vak. Jij en ik weten allebei dat die Londense meid pleite is zodra ze genoeg geld bij elkaar heeft om een loft in Chelsea te kopen.” Ze schudde haar hoofd. “Vind je het goed als ik nu pauze neem? Ik heb mijn portie opwinding wel weer gehad.”

“Ga je gang,” zei Lacey terwijl de bel boven de deur rinkelde. “Ik handel dit wel af.”

Gina klopte op haar knieën om Chesters aandacht te trekken. “Kom op, jochie, even wandelen.”

Hij sprong op en de twee liepen naar de deur. De kleine, slanke jonge vrouw die zojuist was binnengekomen deed een grote stap naar links, op een manier die zei dat ze bang was voor honden.

Gina knikte beleefd naar haar. Ze had geen aandacht voor mensen die niet van huisdieren hielden.

Zodra de deur achter Gina en Chester was dichtvallen, leek het meisje zich te ontspannen. Ze liep op Lacey af. Ze droeg een patchwork rok en een oversized gebreid vest, een outfit die net zo goed uit Gina’s kast had kunnen kopen.

“Kan ik je helpen?” vroeg Lacey aan haar.

“Ja,” zei de jonge vrouw. Ze had een kalme energie om zich heen. Haar muisbruine haar dat losjes over haar schouders hing droeg bij aan haar jonge uitstraling, en haar grote ogen deden Lacey denken aan een konijn dat in je koplampen keek. “Jij bent Lacey, toch?”

“Dat klopt.”

Lacey voelde zich altijd wat ontdaan als mensen haar naam bleken te kennen. Zeker sinds het voorval met Brooke…

“Ik ben Suzy,” zei het meisje, die haar hand naar Lacey uitstak. “Ik open een B&B aan de kust. Iemand gaf me jouw naam en zei dat jij de beste was voor meubels.”

Lacey wenste dat Gina er nog was zodat ze een verbaasde blik met haar kon uitwisselen, maar helaas, ze was alleen, dus ze schudde het meisje de hand. Ze kon niet helemaal bevatten dat dit kleine meisje de rijke Londense afgestudeerde was die Carol zo overstuur had gemaakt. Ze leek nauwelijks ouder dan zestien en was zo timide als een muis. Ze zag eruit alsof ze onderweg was naar de kerk, niet alsof ze op het punt stond een eigen zaak te openen.

“Waar ben je precies naar op zoek?” vroeg Lacey, die haar verbazing met beleefdheid probeerde te verhullen.

Het meisje haalde blozend haar schouders op. “Om eerlijk te zijn weet ik dat nog niet echt. Het enige dat ik weet is dat ik niets moderns wil. Het landgoed is veel te groot voor modern. Het zou te zakelijk en zielloos voelen, snap je? Het moet gezellig voelen. Luxe. Uniek.”

“Oké, waarom lopen we niet even door de winkel om te zien of je wat inspiratie op kunt doen?” zei Lacey.

“Dat is een goed idee!” antwoordde Suzy met een jeugdige en enthousiaste glimlach.

Lacey leidde haar naar de Steampunk hoek. “Ik heb in New York veertien jaar als de assistente van een interieurontwerper gewerkt,” legde ze uit terwijl Suzy de planken begon af te speuren. “Het zal je verbazen waar je inspiratie uit kunt halen.”

Suzy staarde nieuwsgierig naar het aquanautenpak. Ineens had Lacey een visioen van een B&B in steampunk-thema.

“Laten we deze kant op gaan,” zei ze haastig terwijl ze Suzy’s aandacht richting de Scandinavische hoek trok.

Maar niets in haar door Scandinavië geïnspireerde sectie leek Suzy op te winden, dus ze vervolgden hun weg door de winkel. Lacey had een behoorlijk uitgebreide collectie opgebouwd in de paar maanden sinds ze haar antiekzaak was begonnen.

Ze liepen door de Lampensteeg, om uiteindelijk in de Vintage Vallei terecht te komen.

“Zie je iets dat je aanspreekt?” vroeg Lacey.

Suzy krulde haar lippen, alsof ze onzeker was. “Niet echt. Maar ik weet zeker dat je iets kunt vinden.”

Lacey aarzelde. Het punt van de shop tour was om iets te vinden waar Suzy zich geïnspireerd door voelde, niet zij!

“Sorry,” zei Lacey een beetje verbijsterd. “Wat bedoel je?”

De jonge vrouw rommelde druk in haar stoffen tas en leek haar niet te horen. Ze haalde een agenda tevoorschijn, bladerde erdoorheen en klikte toen een pen in. Ze keek Lacey verwachtingsvol aan. “Ben je morgen beschikbaar?”

“Beschikbaar waarvoor?” vroeg Lacey, wiens verwarring alleen maar toenam.

“De renovatie,” zei Suzy. “Heb ik niet…?” Ze dwaalde af en haar wangen kleurden rood. “Shit. Sorry.” Snel stopte ze de pen en agenda terug in haar schoudertas. “Dit zakendoen is nieuw voor me. Ik doe alles steeds in de verkeerde volgorde. Laat me bij het begin beginnen. Mijn plan is om de B&B op tijd in te richten voor de luchtshow en…”

“Wacht even,” onderbrak Lacey haar. “Welke luchtshow?”

“Dé luchtshow,” herhaalde Suzy.

Afgaande op de frons die tussen haar wenkbrauwen was verschenen, concludeerde Lacey dat het Suzy’s beurt was om verbaast te zijn.

“Volgende week zaterdag?” vervolgende de jonge vrouw. “Red Arrows? Castle of Brogain? Je weet echt niet waar ik het over heb?”

Lacey was met stomheid geslagen. Suzy had net zo goed een andere taal kunnen spreken. “Je hebt waarschijnlijk al aan mijn accent gehoord dat ik hier niet vandaan kom.”

“Nee, natuurlijk.” Suzy bloosde weer. “Nou, er worden regelmatig luchtshows georganiseerd in het VK. Er zijn shows langs de hele kust, maar die in Wilfordshire is speciaal vanwege Brogain Castle. De Red Arrows vliegen er in een spannende formatie overheen en elke fotografiestudent wil daar een zwart-wit foto van schieten. Het contrast van oude oorlog en nieuwe oorlog.” Ze gebaarde druk met haar handen en giechelde. “Dat weet ik omdat ik zelf ooit een van die studenten was.”

Wel vier jaar geleden, dacht Lacey.

“Er komen ook een miljoen andere professionele fotografen op af,” vervolgde Suzy op een manier die Lacey duidelijk maakte dat ze een nerveuze ratelaar was. “Het is een soort wedstrijd. Iedereen wil DE foto schieten, de foto die de bureau voor toerisme zal kopen. En dan zijn er nog de mensen die hun respect willen betuigen aan hun voorvaderen. En alle gezinnen die gewoon willen kijken naar de vliegtuigen die loopings vliegen.”

“Ik denk dat ik me eens in de plaatselijke geschiedenis moet verdiepen,” zei Lacey, die zich een beetje stom voelde.

“Oh, ik ben gewoon een geschiedenis nerd, dat is alles,” grapte Suzy. “Ik denk graag aan hoe mensen een paar generaties geleden leefden. Ik bedoel, het is helemaal niet zo lang geleden dat mensen wild schoten voor hun avondeten! Met name de Victoriaanse tijd fascineert me.”

“Victoriaans…” herhaalde Lacey. “Schieten.” Ze knipte met haar vingers. “Ik heb een idee!”

Er was iets aan het enthousiasme in Suzy’s grote ogen dat de stoffige radertjes in Lacey’s interieurontwerpster-geest weer aan het draaien had gekregen. Ze leidde Suzy naar de veilingzaal en toen door de gang naar het kantoor.

Suzy keek geïntrigeerd toe terwijl Lacey de kluis opende en de houten kist met het flintlock geweer tevoorschijn haalde. Ze klikte de sluitingen open, tilde het deksel op en haalde zorgvuldig het antieke wapen eruit.

Suzy haalde scherp adem.

“Inspiratie voor je B&B,” zei Lacey. “Victoriaans jachthuis.”

“Ik…” stamelde Suzy. “Het is…”

Lacey wist niet of ze verontwaardigd of verwonderd was.

“Geweldig!” dweepte Suzy. “Dat is een briljant idee! Ik zie het al voor me. Blauwe ruitjes. Fluweel. Corduroy. Een open haard. Houten panelen.” Haar ogen werden nog groter.

“En dát is nu inspiratie,” zei Lacey tegen haar.

“Hoeveel kost het?” vroeg Suzy enthousiast.

Lacey twijfelde. Ze had niet de intentie om het cadeau van Xavier te verkopen. Ze had het alleen laten zien als creatieve springplank.

“Het is niet te koop,” zei ze.

Suzy trok een pruillip.

Toen herinnerde Lacey zich wat Gina over Xavier had gezegd. Als Gina dacht dat het geweer te veel was, wat zou Tom er dan wel niet van denken als hij erachter kwam? Misschien was het inderdaad beter om het wapen gewoon aan Suzy te verkopen.

“…Nog niet,” voegde Lacey eraan toe. “Ik wacht nog op wat papierwerk.”

Suzy’s gezicht klaarde op. “Dus ik kan het reserveren?”

“Dat mag zeker,” zei Lacey glimlachend.

“En jou?” vroeg Suzy giechelend? “Mag ik jou ook reserveren? Als de interieurontwerpster? Alsjeblieft!”

Lacey aarzelde. Ze deed geen interieurontwerp meer. Dat deel van haar leven had ze in New York achtergelaten, bij Saskia. Haar focus lag nu op het kopen en verkopen van antiek, op veilingen en de groei van haar zaak. Ze had geen tijd om voor Suzy te werken en tegelijkertijd haar winkel te runnen. Tuurlijk, ze kon Gina de leiding geven, maar nu er zoveel toeristen waren leek het niet verstandig om haar alleen in de winkel te zetten.

“Ik weet het niet,” zei Lacey. “Ik heb nogal veel op mijn bord hier.”

Suzy raakte verontschuldigend haar arm aan. “Natuurlijk. Ik begrijp het. Wat vindt je ervan om morgen langs te komen en het huis eens te bekijken? Zien of je het project wil aannemen als je er een beter gevoel bij hebt?”

Lacey betrapte zichzelf erop dat ze knikte. Na alles dat er met Brooke was gebeurd, had ze gedacht dat ze voorzichtiger zou zijn om nieuwe mensen in haar leven toe te laten. Maar misschien moest ze al die narigheid gewoon verwerken. Suzy had een aanstekelijke persoonlijkheid waar ze zich gemakkelijk door kon laten meeslepen. Ze zou een goede zakenvrouw zijn.

Misschien had Carol toch reden om zich zorgen te maken.

“Het kan geen kwaad om even te komen kijken, toch?” zei Lacey.

Over een week zou Lacey zich dit moment met Suzy herinneren. En dan zou de uitspraak beroemde laatste woorden bij haar opkomen.




HOOFDSTUK DRIE


Lacey reed in haar champagnekleurige Volvo langs de kust. Ze had de ramen open en voelde de warmte van het zachte middagzonnetje. Ze was onderweg naar het voormalige bejaardenhuis dat spoedig in Wilfordshire’s nieuwste B&B getransformeerd zou worden en er lag een verrassing voor Suzy op de passagiersstoel. Het was niet Chester—haar trouwe viervoeter lag veel te lekker te slapen in de zon om gestoord te worden en Lacey was er bovendien zeker van dat Suzy bang was voor honden—maar het flintlock geweer.

Lacey wist niet of het een goed idee was om er afstand van te doen. Als ze het in haar handen had voelde het alsof het van haar was, alsof het universum haar vertelde dat ze ervoor moest zorgen. Maar ze kon Gina’s woorden over Xaviers intenties maar niet van zich af schudden.

“Het is nu toch al te laat,” verzuchtte Lacey. Ze had al beloofd het geweer aan Suzy te verkopen en het zou behoorlijk onprofessioneel zijn om nu op de verkoop terug te komen vanwege niets meer dan een gevoel!

Op dat moment passeerde Lacey Brooke’s oude theehuis. Alles was dichtgespijkerd. Al die moeite om de oude kanoschuur in een chique eetgelegenheid te transformeren was voor niets geweest.

De gedachte aan Brooke maakte Lacey gespannen. Daar had ze absoluut geen behoefte aan nu ze zich ook al schuldig voelde over het feit dat ze afstand deed van het geweer.

Ze trapte het gaspedaal in, hopend dat ze die vervelende gevoelens zo achter zich kon laten.

Al snel bereikte Lacey de oostkant van de stad. Dit was het minder bevolkte deel, nog niet beïnvloed door de vele winkels die zich in de rest van de stad bevonden. Dit was het gebied dat burgemeester Fletcher volgens Carol niet ten goede zou veranderen.

Toen zag Lacey de afslag die naar het voormalige Sunrise bejaardenhuis leidde. Ze reed de hobbelige weg op, die omhoogliep en aan weerszijden werd omgeven door berken die zo hoog waren dat ze een soort donkere tunnel creëren.

“Dat is helemaal niet onheilspellend…” zei Lacey sarcastisch. “Helemaal niet.”

Gelukkig werd de begroeiing al snel dunner en bereikte het daglicht haar weer.

Lacey ving de eerste glimp op van het huis dat in de heuvels lag. Terwijl ze het exterieur evalueerde, schakelde haar interieurontwerpersgeest onmiddellijk in de versnelling. Het was een relatief modern uitziend, drie verdiepingen tellend landhuis van rode bakstenen. Vermoedelijk gebouwd in de jaren dertig en door de jaren heen gemoderniseerd. De oprit en de parkeerplaatsen waren gemaakt van grijs beton—functioneel maar afzichtelijk. De ramen van het landhuis hadden dikke kunststof kozijnen—prima om inbrekers buiten de deur te houden, maar niet bepaald een lust voor het oog. Er zou meer nodig zijn dan een paar strategisch geplaatste struiken om het exterieur eruit te laten zien als een Victoriaans jachthuis.

Niet dat dat Lacey’s probleem was. Ze had nog niets besloten met betrekking tot Suzy’s aanbod. Ze wilde eerst Tom om advies vragen, maar hij werkte tot laat door om een last minute bestelling van regenboog-cupcakes te maken voor het jaarlijkse zomerfeest van de plaatselijke YMCA. Ze had ook een berichtje in de groep gestuurd die ze deelde met haar moeder en zusje. Van de eerste had ze een “Niet te hard werken” als antwoord gekregen, van de tweede een “als ze goed betaalt, ga ervoor”.

Lacey parkeerde haar auto op de betonnen parkeerplaats en liep toen de trap op langs een grote, afzichtelijke rolstoelhelling. Het feit dat het pand toegankelijk was voor mindervaliden—iets dat binnen waarschijnlijk niet anders was—zou een groot voordeel zijn. Carols B&B en het Coach House Inn waren beide ongeschikt voor mindervaliden en hadden ook geen externe toegangsmogelijkheden vanaf de geplaveide straatjes. Binnen waren er alleen smalle trappen en geen liften.

Bovenaan de trap bereikte Lacey een grote, glazen, conservatorium-achtige veranda. Die was zo jaren negentig dat het haar aan een buurthuis herinnerde.

De deuren schoven open en ze ging naar binnen. Daar werd ze verblind door het enorme oppervlak van linoleum, felle tl-buizen aan het plafond en smakeloze wachtkamer-luxaflex voor de ramen. In de hoek naast een aantal zoemende drankautomaten stond een luidruchtig bubbelende waterkoeler.

Dus Suzy had onderschat hoeveel werk er hier te doen was.

“Lacey! Hey!” klonk de vrolijke stem van de jonge vrouw.

Lacey tuurde om zich heen en zag haar achter de receptie—een enorm, nephouten gedrocht dat uit hetzelfde materiaal als het pand gegoten leek te zijn.

“Ik was net bezig met het uitvogelen van de stroomvoorziening hierachter,” legde Suzy uit. “Greg, de evenementenplanner, wil weten hoeveel stroompunten er beschikbaar zijn. Hij is echt een draak. Als ik meer tijd had, zou ik iemand anders inhuren. Maar we kunnen nu niet kieskeurig zijn. Dus ik moet het maar met Grumpy Greg doen.” Ze grijnsde.

“Waar heb je een evenementenplanner voor nodig?” vroeg Lacey.

“Voor het openingsfeest natuurlijk,” zei Suzy.

Voordat Lacey de kans kreeg om daar meer over te vragen, kwam Suzy achter de grote receptie vandaag en omhelsde haar. Dat verraste Lacey. Maar ondanks het feit dat ze elkaar nauwelijks kenden, voelde het heel natuurlijk. Het was alsof de jonge vrouw een oude vriendin was, ook al hadden ze elkaar nog geen vierentwintig uur geleden ontmoet.

“Wil je een kop thee?” vroeg Suzy. Toen bloosde ze. “Sorry, je bent Amerikaans. Dan wil je zeker koffie?”

Lacey grinnikte. “Ik ben eigenlijk wel van thee gaan houden sinds ik hierheen ben verhuisd. Maar ik hoef niets, dank je wel.” Ze deed haar best om haar blik niet naar de drankautomaat te laten gaan en te denken aan de waterige, ondermaatse thee die daar waarschijnlijk uit zou komen. “Ik ben benieuwd naar de tour.”

“Je verspilt geen tijd, dat bevalt me wel,” zei Suzy. “Oké, nou dit is natuurlijk de foyer.” Ze spreidde haar armen en grijnsde enthousiast. “Zoals je waarschijnlijk wel kunt zien is het een soort conservatorium dat ze in de jaren negentig hebben toegevoegd. Ik heb geen idee hoe ik dit eruit kan laten zien als een Victoriaans jachthuis, behalve alles tegen de vlakte gooien, dus daar heb ik jouw expertise voor nodig, denk ik. Ik bedoel, áls je besluit om voor me te komen werken.” Ze giechelde en gebaarde naar een dubbele deur. “Deze kant op.”

Ze gingen een lange, schemerige hal in. Er waren een aantal glimmende plastic bordjes in de muur geschroefd, die aangaven welke kant je op moest voor de “Tv-ruimte,” “Eetzaal,” “Tuin,” en “Zusterpost.”

Er hing een hele uitgesproken geur, een beetje zoals talkpoeder.

Lacey trok haar neus op. Het begon tot haar door te dringen wat een enorme onderneming dit zou zijn. Ze had het gevoel dat het te veel was om aan te nemen.

Ze volgde Suzy de tv-ruimte in. Het was een enorme ruimte, schaars gemeubileerd en voorzien van hetzelfde linoleum op de vloer. De wanden waren bedekt met textuurbehang.

“Ik denk dat we hier maar de zitkamer van moeten maken,” begon Suzy. Ze liep door de ruimte, haar kleurrijke zigeuner rok zwierend rond haar benen. “Ik wil een open haard. Volgens mij staat er eentje achter deze alkoof. En we kunnen wat mooie rustieke antiquiteiten in deze hoek zetten.” Ze gebaarde vaag met haar armen. “Of die. Wat je wil.”

Lacey voelde zich steeds onzekerder. Het werk dat Suzy wilde dat ze deed was meer dan alleen maar interieurontwerp! Ze had de indeling nog niet eens klaar. Maar ze leek een dromer te zijn en dat was iets waar Lacey alleen maar bewondering voor kon hebben. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat Lacey zichzelf ergens in stortte zonder enige ervaring te hebben en het risico dat ze de vorige keer had genomen had goed uitgepakt. Aan de andere kant had Lacey niemand om zich heen gehad om haar met beide benen op de grond te houden. Behalve haar moeder en Naomi—die een oceaan en een tijdsverschil van vijf uur van haar verwijderd waren—was er niemand geweest om haar te vertellen dat ze gestoord was. Maar om daadwerkelijk degene te zijn die toekeek hoe iemand zich halsoverkop in een vrijwel onmogelijke opgave stortte… Lacey wist gewoon niet of ze dat wel kon. Ze kon het niet verdragen om iemand haar roze bril van haar neus te slaan en haar dromen in duigen te laten vallen, maar ze was ook niet het type dat wilde toekijken terwijl het schip zonk.

“Vanaf hier kom je in de eetzaal,” zei Suzy luchtig. Ze leidde Lacey snel naar de volgende ruimte. “Dit moet de eetzaal maar blijven, want daar heb je direct toegang tot de keuken.” Ze wees naar een klapdeur aan haar rechterkant. “En hier heb je het beste uitzicht op de zee en de tuin.”

Lacey merkte dat Suzy al praatte alsof ze de klus zou aannemen. Ze beet huiverend op haar lip en liep naar de glazen schuifdeuren die de hele wand besloegen. De tuinen, hoewel meerdere hectare groot, bestonden uit niets meer dan grasvelden en een paar sporadisch geplaatste bankjes met een uitzicht op zee.

“Gina zou dit fantastisch vinden,” zei Lacey over haar schouder, zoekend naar iets positiefs.

“Gina?” vroeg Suzy.

“De vrouw die voor me werkt. Pluizig haar. Rode bril. Regenlaarzen. Ze heeft echt groene vingers. Dit zou als een leeg canvas zijn voor haar.” Ze keek Suzy aan. “Ze probeerde me de kunst van het tuinieren bij te brengen, maar ik denk dat er nog teveel van New York City in me zit voor het plantenleven.”

Suzy lachte. “Nou, als het tijd is om de tuin aan te pakken dan zal ik Gina eens een belletje geven.”

Suzy vervolgde de tour—door de keuken, terug de gang door, naar de lift en omhoog naar een van de slaapkamers.

“Ze zijn erg ruim,” vertelde Suzy haar terwijl ze Lacey naar binnen wenkte.

“Zeg dat wel,” antwoordde Lacey, die in haar hoofd al aan het berekenen was hoeveel meubilair er nodig was om de ruimtes op passende wijze in te richten.

Ze zouden meer nodig hebben dan de bedden, kasten en nachtkastjes die de kamers van een doorsnee B&B hadden. Deze kamers waren groot genoeg voor een aparte zithoek met bank, fauteuil en salontafel en voor een kleedruimte met een dressoir. Lacey kon het zich wel voorstellen, maar het zou verdomd veel coördinatie vergen om alles op tijd klaar te krijgen voor de luchtshow op zaterdag.

“En hoeveel kamers zei je dat er waren?” vroeg ze. Ze tuurde nerveus de donkere gang in, die aan weerszijden voorzien was van deuren. Ze wilde Suzy niet laten zien hoeveel werk er nodig was om deze plek op orde te krijgen, dus toen ze zich omdraaide probeerde ze een positieve blik op haar gezicht te toveren.

“In totaal is er vierhonderd vierkante meter aan accommodatie,” legde Suzy uit. “Zes slaapkamers en een bruidssuite. Maar we hoeven niet alles in één keer te doen. Alleen de zitkamer, eetzaal en een paar slaapkamers. Twee of drie om mee te beginnen, denk ik.”

Ze klonk zo ontspannen, ondanks het feit dat ze niet precies wist hoeveel slaapkamers ze wilde inrichten.

“En dat moet je allemaal klaar hebben voor de luchtshow op zaterdag?” vroeg Lacey, alsof het logischer zou zijn als het bevestigd werd.

“Vrijdag,” corrigeerde Suzy haar. “Dan is het openingsfeest.”

Lacey herinnerde zich dat Suzy het over Grumpy Greg de evenementenplanner had gehad, het openingsfeest, en dat haar vraag over wanneer dat zou plaatsvinden verloren was geraakt toen Suzy haar omhelsd had.

“Vrijdag…” herhaalde Lacey in gedachten. Ze volgde Suzy de kamer uit, de lift in.

De deuren schoven zachtjes achter hen dicht. Suzy keek Lacey verwachtingsvol aan. “Dus? Wat denk je ervan?”

De lift kwam in beweging en Lacey had het gevoel dat haar maag zich omdraaide.

“Je hebt een pareltje hier,” zei Lacey, die haar woorden zorgvuldig uitkoos. “Maar de doorlooptijd is krap. Dat weet je wel, toch?”

“Dat zei Grumpy Greg ook al,” antwoordde Suzy. Ze beet op haar onderlip en haar toon werd ernstiger. “Hij zei dat het vrijwel onmogelijk was om voor vrijdag een complete vuurwerkshow te organiseren.”

Lacey hield haar mond, hoewel ze eigenlijk wilde zeggen dat het verzamelen van een zooi vuurwerk aanzienlijk makkelijker was dat een bejaardenhuis van vierhonderd vierkante meter omtoveren in een Victoriaans jachthuis met antieke meubels. Als de evenementenplanner al dacht dat de doorlooptijd krap was, wat betekende dat dan voor haar?

De liftdeuren gingen met een ping open en ze liepen de ontvangstruimte in, met de linoleum vloer en de bewegwijzering en medische posters die aan de wanden hingen.

Lacey zag Suzy ernaar staren, alsof ze ze nu pas voor het eerst zag. Alsof het nu pas tot haar door begon te dringen hoeveel werk er nodig was om dit pand te verbouwen. Voor het eerst zag ze er een beetje overweldigd uit. Er verscheen een zorgelijke blik in haar ogen.

“Denk je dat ik te veel hooi op mijn vork heb genomen?” vroeg ze terwijl ze de foyer in liepen.

Lacey’s drang om niet teleur te stellen kwam omhoog.

“Ik ga niet tegen je liegen,” zei ze voorzichtig. “Er is veel werk nodig. Máár ik denk wel dat het mogelijk is. Ik heb behoorlijk wat spullen op voorraad die geschikt zouden zijn voor het thema. Maar er zijn een aantal grote dingen die prioriteit moeten krijgen voordat je kunt beginnen met inrichten.”

“Zoals wat?” vroeg Suzy, die een stuk papier pakte, verlangend om meer te horen van Lacey’s expertise.

“De vloeren,” begon Lacey terwijl ze door de ruimte liep. “Dit linoleum moet eruit. De wanden moeten worden ontdaan van dat afschuwelijke textuurbehang. Het artex plafond. Alleen al voor het herstellen van de open haard zal een heel team nodig zijn…”

“Dus het komt erop neer, alles eruit en van voor af aan beginnen?” onderbrak Suzy haar terwijl ze opkeek van haar aantekeningen.

“Daar komt het inderdaad op neer. En geen snelle oplossingen. In interieurs draait het allemaal om details. Je moet een fantasie creëren. Geen behang dat eruitziet als houten panelen. Als je voor panelen wil gaan, moet het echt hout zijn. Nep ziet er goedkoop uit. Dus dat is absoluut een prioriteit.”

Suzy ging verder met schrijven en knikte de hele tijd dat Lacey aan het woord was. “Weet jij een goede klusjesman?”

“Suzy, je hebt tien klusjesmannen nodig,” zei Lacey tegen haar. “Op zijn minst! En een heel voetbalteam aan decorateurs. Heb je hier eigenlijk wel het budget voor?”

Suzy keek op. “Ja. Zo ongeveer. Ik bedoel, ik kan niemand betalen tot het hotel geld in het laatje brengt, wat het misschien lastiger maakt om mensen te vinden die bereid zijn om het werk aan te nemen…”

Haar stem dwaalde af en ze wierp Lacey een hoopvolle, smekende blik toe.

Lacey had nu nog meer twijfels dan voorheen. Niet vooraf betaald worden zou riskant zijn, omdat ze de aanschaf van spullen zou moeten voorschieten. Dat zou tienduizenden ponden gaan kosten. En zo’n groot project met zo’n krappe doorlooptijd aannemen terwijl ze ook nog haar eigen zaak had was niet slim. Aan de andere kant had ze genoten van de tour en ze kon zich al inbeelden hoe het pand eruit zou zien als het vol stond met antieke stukken. Ze had het ook leuk gevonden om haar oude interieurontwerpers-vaardigheden uit het stof te halen en ze te combineren met haar nieuwe talenten voor antiekjagen. Suzy had haar een unieke kans aangeboden en de B&B zou ongetwijfeld snel winst gaan maken. Ja, het zou een enorm financieel risico zijn, en een enorme aanslag op haar tijd en energie. Maar wanneer zou Lacey weer zo’n kans krijgen?

Nog niet klaar om Suzy een definitief antwoord te geven zei Lacey, “Hou die gedachte even vast.”

Ze liep naar haar auto en haalde de kist met het flintlock geweer.

“Het geweer!” riep Suzy uit. Ze straalde toen ze het zag, net zo blij als toen Lacey haar het de vorige dag voor het eerst had laten zien. “Je hebt het meegenomen? Voor mij?”

“Yup,” zei Lacey tegen haar.

Ze zette de kist op de balie van de receptie en klikte de sluitingen open.

Suzy reikte in de kist en liet haar vingers liefdevol over de loop van het wapen glijden. “Mag ik het pakken?”

“Tuurlijk,” zei Lacey.

Suzy pakte het wapen uit de kist en ging in een schietpositie staan. Ze zag eruit als een professional, zo goed zelfs dat Lacey op het punt stond om haar te vragen of ze weleens gejaagd had. Maar voordat ze de kans kreeg gingen de automatische schuifdeuren achter hen open.

Lacey draaide zich om en zag een man in een donker pak naar binnen struinen. Hij werd gevolgd door een vrouw in een presidentieel uitziend, vuurrood mantelpak. Lacey herkende de vrouw van de gemeentelijke bijeenkomsten. Het was raadslid Muir, hun plaatselijke parlementariër.

Ook Suzy draaide zich met een ruk om, het wapen nog steeds in haar handen.

Toen de man in het pak het wapen zag, ging hij beschermend voor raadslid Muir staan.

“Suzy!” piepte Lacey. “Leg dat geweer neer!”

“Oh!” zei Suzy met rood aangelopen wangen.

“Het is maar een antiek geweer!” zei Lacey tegen de beveiliger, die nog steeds beschermend voor raadslid Muir stond.

Uiteindelijk liet hij haar, nog steeds een beetje twijfelend, los.

Het raadslid streek haar mantelpak glad en streek door haar haar. “Dank je, Benson,” zei ze stijfjes tegen de man die op het punt had gestaan om een kogel voor haar op te vangen. Ze leek vooral in verlegenheid gebracht.

“Sorry, Joanie,” zei Suzy. “Dat ik een geweer op je richtte.”

Joanie? dacht Lacey. Dat was een behoorlijk informele manier om de vrouw aan te spreken. Kenden de twee elkaar soms persoonlijk?

Raadslid Muir zei niets. Haar blik gleed naar Lacey. “Wie is dit?”

“Dit is mijn vriendin Lacey,” zei Suzy. “Ze gaat de B&B inrichten. Hoop ik.”

Lacey deed een stap naar voren en stak haar hand uit naar het raadslid. Ze had haar nog nooit van dichtbij gezien, alleen wanneer ze vanaf het podium in het gemeentehuis, of op de flyers die weleens door de brievenbus van haar winkel vielen. De vrouw was in de vijftig, ouder dan op haar pr-foto; de lijnen rond haar ogen verraadden haar leeftijd. Ze zag er vermoeid en gestrest uit en ze schudde Lacey niet de hand; ze had haar handen vol met een dikke envelop.

“Is dat mijn bedrijfsvergunning?” piepte Suzy opgewonden toen ze de envelop zag.

“Ja,” zei raadslid Muir haastig terwijl ze haar de envelop overhandigde. “Ik kwam alleen langs om het af te geven.”

“Joanie heeft dit allemaal zo snel voor me geregeld,” zei Suzy tegen Lacey. “Wat is het woord? Je hebt het gesneld?”

“Versneld,” verbeterde een van de mannen haar, waarop raadslid Muir hem een scherpe blik toewierp.

Lacey fronste. Het was behoorlijk ongebruikelijk voor een raadslid om zakelijke vergunningen persoonlijk af te leveren. Toen Lacey de aanvraag voor haar eigen bedrijfsvergunning had ingediend, had ze heel veel online formulieren moeten invullen en urenlang in groezelige gemeentegebouwen moeten wachten tot het nummer op haar ticket werd omgeroepen, alsof ze in de rij stond bij de slager. Ze vroeg zich af waarom Suzy een speciale behandeling kreeg. En waarom spraken ze elkaar al bij de voornaam aan?

“Kennen jullie elkaar soms ergens van?” vroeg Lacey, die benieuwd was naar hoe dit precies zat.

Suzy grinnikte. “Joan is mijn tante.”

“Ah,” zei Suzy.

Dat was logisch. Raadslid Muir had het proces om het bejaardenhuis om te zetten naar een B&B versneld omdat ze familie was van Suzy. Carol had gelijk gehad. Er was hier veel vriendjespolitiek in het spel.

“Ex-tante,” corrigeerde raadslid Muir op defensieve toon. “En geen bloedverwant. Suzy is het nichtje van mijn ex-man. En dat heeft overigens geen rol gespeeld in het besluit om de vergunning toe te kennen. Het is hoog tijd dat Wilfordshire een goede B&B krijgt. Het toerisme neemt elk jaar toe en onze huidige faciliteiten kunnen de vraag niet aan.”

Wat Lacey betreft was het duidelijk dat raadslid Muir probeerde om het gesprek af te leiden van de zichtbare voorkeursbehandeling die Suzy had gekregen. Maar dat was echt niet nodig. Het veranderde Lacey’s mening over Suzy niet; het was immers niet haar fout dat ze goede connecties had en wat Lacey betreft toonde het karakter dat ze haar connecties gebruikte in plaats van op haar lauweren te rusten. Als ze van iemand een slechte indruk kreeg, dan was het wel van raadslid Muir zelf; en niet omdat ze haar invloed gebruikte om het nichtje van haar ex-man een enorme gunst te bewijzen, maar omdat ze er zo vaag en ontwijkend over deed. Geen wonder dat de Carols van Wilfordshire zo fel tegen het oostelijke vernieuwingsproject waren!

Het in het rood geklede raadslid was nog steeds excuses aan het maken. “Er is genoeg vraag voor twee B&Bs van dit formaat, zeker als je alle extra bezoekers meetelt die we krijgen door de oude schietvereniging terug te lokken.”

Lacey was meteen geïnteresseerd. Ze dacht aan Xaviers briefje en zijn suggestie dat haar vader in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om te jagen.

“De oude schietvereniging?” vroeg ze.

“Ja, die in Penrose Manor,” legde raadslid Muir uit. Ze gebaarde naar het westen, waar het landgoed aan de andere kant van de vallei lag.

“Er was daar ooit een bos, toch?” viel Suzy bij. “Ik hoorde dat Henry de Achtste de jachthut had laten bouwen zodat hij hier op wilde zwijnen kon jagen!”

“Dat klopt,” zei het raadslid met een zakelijk knikje. “Maar het bos werd uiteindelijk gekapt. Zoals met veel Engelse landgoederen gebeurde, ging de adel op vogels schieten toen geweren werden uitgevonden. Zo veranderde de sector in wat het nu is. Tegenwoordig fokken ze eenden, patrijzen en fazanten puur voor de jacht.”

“Hoe zit het dan met konijnen en duiven?” vroeg Lacey, denkend aan wat Xavier had geschreven.

“Die mogen het hele jaar door bejaagd worden,” bevestigde raadslid Muir. “De schietvereniging van Wilfordshire gaf buiten het jachtseizoen les aan amateurs. Zij oefenden op duiven en konijnen. Niet heel glamoureus, maar je moet ergens beginnen.”

Lacey liet de informatie even bezinken. Het kwam precies overeen met wat Xavier had geschreven, dus ze moest wel geloven dat haar vader echt in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om bij Penrose Manor te schieten. En dan was er ook nog de foto van haar vader en Iris Archer, de voormalige eigenaresse. Dat maakte het nog waarschijnlijker.

Was dat de reden waarom het wapen zo vertrouwd had gevoeld? Omdat ze er ergens nog herinneringen aan had?

“Ik wist niet dat er een jachthut was bij Penrose Manor,” zei ze. “Tot wanneer zat de schietvereniging daar?”

“Tot ongeveer tien jaar geleden,” antwoordde raadslid Muir. Ze klonk vermoeid, alsof ze dit gesprek liever niet wilde voeren. “Ze zijn gestopt vanwege…” ze zweeg even, zichtbaar zoekend naar de meest diplomatieke manier om haar woorden te formuleren. “…Financieel wanbeleid.”

Lacey wist het niet zeker, maar het leek of het raadslid melancholisch was, alsof ze een soort persoonlijke connectie had gehad met de schietvereniging en de ondergang ervan. Lacey wilde verder vragen om erachter te komen of er nog meer aanwijzingen waren die naar haar vader konden leiden, maar het gesprek veranderde alweer van onderwerp met Suzy’s enthousiaste “Dus je ziet hoeveel potentie dit heeft en waarom je gewoon aan boord moet komen!”

Het raadslid knikte stijfjes. “Als je een kans krijgt om betrokken te zijn bij de oostelijke vernieuwing van Wilfordshire,” zei ze, “zou ik die zeker aangrijpen. De B&B is nog maar het begin. Burgemeester Fletcher heeft grote plannen met deze stad. Als je een goede reputatie weet op te bouwen, sta je bij toekomstige projecten bovenaan ieders contactenlijst.”

Lacey raakte steeds meer geïntrigeerd door het aanbod. Niet alleen vanwege de kans om naamsbekendheid te krijgen—en tegelijkertijd een mooie winst te maken—maar ook omdat ze zich steeds meer verbonden voelde met Wilfordshire en daarmee ook met haar vader. Ze vroeg zich af of haar vader ook de potentie van de stad had gezien toen hij hier was. Misschien was dat wel waarom hij hierheen was gekomen, omdat hij zakelijke kansen zag en daarin wilde investeren?

Of omdat hij weg wilde vluchten van zijn huwelijk en zijn gezin, en zich wilde vestigen op een plek die beter bij hem paste, dacht Lacey.

“Ik moet nu echt gaan,” zei raadslid Muir, die haar entourage wenkte. Ze sprongen onmiddellijk op. “Ik moet dingen regelen. De inwoners zijn woedend over het voorstel om de hoofdstraat autovrij te maken. Echt, als je ziet hoe ze reageren zou je denken dat ik een voorstel heb goedgekeurd om lava over de weg te gieten.” Ze wierp Suzy een kort, efficiënt knikje toe en vertrok.

Zodra ze weg was wendde Suzy, met de envelop met haar bedrijfsvergunning in haar handen, zich met een ongeduldige blik tot Lacey.

“Dus?” vroeg ze. “Wat zeg je ervan? Doe je mee?”

“Is het goed als ik er nog even over nadenk?”

“Tuurlijk.” Suzy grinnikte. “We gaan over een week open. Neem de tijd.”


*

Lacey deed de deur van de antiekwinkel open. Boudica en Chester kwamen op haar afgerend om haar te begroeten. Ze streek de honden over hun kop.

“Je bent terug,” zei Gina, die opkeek van het tuinmagazine waar ze door had zitten bladeren. “Hoe ging het met ons wonderkind?”

“Het was interessant,” zei Lacey. Ze liep naar Gina toe en ging naast haar op een kruk zitten. “Het is een geweldige plek met veel potentie. Het raadslid lijkt dat ook te vinden.”

Gina vouwde haar magazine dicht. “Raadslid?”

“Ja, raadslid Muir,” vertelde Lacey haar. “Ze is Suzy’s tante. Dit hele B&B-ding lijkt onderdeel te zijn van de plannen van burgemeester Fletcher, om oost Wilfordshire te vernieuwen. Niet dat dat Suzy’s schuld is, maar het lijkt er wel op dat ze behoorlijk wat hooi op haar vork heeft genomen. Wie weet hoe haar businessplan eruitziet. Misschien is het alleen goedgekeurd vanwege haar tante.”

Gina tikte op haar kin. “Hmm. Dus Carol was toch iets op het spoor.”

“Op een bepaalde manier wel.”

“Maar alle politieke zaken terzijde,” voegde Gina toe, die haar kruk draaide zodat ze recht tegenover Lacey zat. “Wat zou het voor jóú betekenen om erbij betrokken te raken?”

Lacey zweeg even. Ze had een gevoel van opwinding in haar buik. Als ze al haar knagende twijfels opzijzette, leek het echt een fantastische kans.

“Het zou betekenen dat ik verantwoordelijk ben voor het inrichten van een pand van vierhonderd vierkante meter. Dat is de hemel voor een antiekliefhebber.”

“En het geld?” vroeg Gina.

“Oh, het zou véél opleveren. We hebben het over duizenden ponden aan inventaris. Een hele eetzaal. Een foyer. Een bar. Zes slaapkamers en een bruidssuite. Het is een enorme onderneming. Daarbij komt nog de kans op meer werk in de toekomst doordat ik meer naamsbekendheid krijg, en het feit dat een B&B voor speciale gelegenheden zoals luchtshows een positief domino-effect heeft op de rest van de stad…”

Er verscheen een glimlach op Gina’s gezicht. “Het klinkt alsof je jezelf al overtuigd hebt.”

Lacey gaf een vrijblijvend knikje. “Misschien wel. Maar zou het niet gestoord zijn? Ik bedoel, ze wil het af hebben voor de luchtshow. Die is zaterdag al!”

“En sinds wanneer laat jij je afschrikken door hard werken?” vroeg Gina op brutale toon. Ze gebaarde naar de antiekwinkel. “Kijk naar alles wat je al bereikt hebt door hard te werken.”

Lacey was te bescheiden om het compliment te accepteren, maar ze was het eens met het achterliggende idee. Ze was een waaghals geworden. Als ze geen ontslag had genomen in New York City en niet op het eerste vliegtuig naar Engeland was gestapt, had ze nooit dit geweldige leven voor zichzelf kunnen opbouwen. Ze zou een miserabele gescheiden vrouw geweest zijn die nog steeds koffie moest halen voor Saskia alsof ze een stagiair was, in plaats van een assistente met veertien jaar ervaring. Dit project voor Suzy was iets waar Saskia een moord voor zou plegen. Dat alleen al was reden genoeg om het te doen.

“Ik denk dat je wel weet wat je moet doen,” zei Gina. Ze pakte de telefoon en legde hem voor Lacey neer. “Bel Suzy en zeg haar dat je het doet.”

Lacey staarde naar de telefoon en beet op haar lip. “Maar alle kosten dan?” zei ze. “Zoveel inventaris in zo’n korte tijd zal veel geld vergen. Veel meer dan ik normaal gesproken uitgeef aan voorraad.”

“Je krijgt er toch voor betaald?” zei Gina.

“Ja, maar pas nadat de B&B geld in het laatje brengt.”

“En dat is een gegeven, toch? Dus je gaat uiteindelijk sowieso winst maken.” Gina schoof de telefoon dichter naar Lacey toe. “Ik denk dat je alleen maar excuses voor jezelf aan het maken bent.”

Ze had gelijk, maar dat weerhield Lacey er niet van om er nog eentje te zoeken.

“En jij dan?” zei ze. “Zou je het erg vinden om een hele week in de winkel te staan? Ik zou geen tijd voor iets anders hebben.”

“Ik kan de winkel prima in mijn eentje runnen,” verzekerde Gina haar.

“En Chester? Hij zal bij jou moeten blijven als ik aan het werk ben. Suzy houdt niet van honden.”

“Ik kan Chester wel aan, denk je niet?”

Lacey keek van Gina naar de telefoon en weer terug. Toen, in één snelle beweging, griste de ze hoorn van de toonbank en toetste Suzy’s nummer in.

“Suzy?” zei ze op het moment dat er werd opgenomen. “Ik heb mijn besluit genomen. Ik doe mee.”




HOOFDSTUK VIER


“Oh, Percy, ze zijn geweldig!” riep Lacey door de telefoon. Voor haar stond een geopende doos met zilveren vorken die ze net had ontvangen van haar favoriete Mayfair antiekhandelaar. Ze zat in het kleine kantoortje van haar winkel, omgeven door archiefmappen vol checklists, schetsen, mood boards, detailtekeningen en een hele verzameling met koffie bevlekte mokken.

“Ze zijn allemaal gebundeld in complete sets,” legde Percy uit. “Salade, soep, vis, diner, dessert en oesters.”

Lacey glimlachte breed. “Ik weet niet of Suzy van plan is om oesters te serveren, maar als de Victorianen oestervorken op hun tafels hadden, dan kunnen we maar beter zorgen dat wij ze ook hebben.”

Ze hoorde Percy’s opa-achtige gegrinnik door de speaker. “Het klinkt heel opwindend,” zei hij. “Ik krijg niet vaak een bestelling voor alles dat je hebt dat Victoriaans is.”

“Ja, nou,” zei Lacey. “Ik denk ook niet dat je klanten vaak de opdracht krijgen om in een week tijd een bejaardenhuis om te toveren in een Victoriaanse B&B!”

“Zeg eens, slaap je wel?”

“Een goede vier uur per nacht,” grapte Lacey.

Ondanks hoe hard ze werkte, vond ze het hele project tot dusver heel leuk. Opwindend, zelfs. Het was als een mysterie dat alleen zij kon oplossen, met in de hoek een klok die doortikte.

“Werk jezelf niet de afgrond in,” zei de altijd lieve Percy.

Ze beëindigde het gesprek, greep een marker en zette een groot vinkje naast “bestek.” Ze was nu halverwege haar lijst. Ze had ongeveer honderd gunsten gevraagd, was naar Bristol en Bath gereden om een aantal uitzonderlijke stukken op te halen, en zelfs het land uit, naar Cardiff, alleen voor een schitterende stenen fontein die perfect zou staan in de foyer.

De foyer bleek van alle kamers nog het meest lastig om in te richten. De architectuur was praktisch een conservatorium. Lacey had zich laten inspireren door Victoriaanse constructies zoals het Alexandra Palace in Londen en de kassen in Kew Gardens. De decorateurs waren nu bij Suzy om het linoleum van de vloer te trekken, de ramen van die wachtkamer-luxaflex te ontdoen en het witte plastic kozijn te bedekken met dunne laagjes flexibel metaal, die zwart waren geverfd om op ijzer te lijken.

Tot dusver was het leuk werk geweest, ondanks het gebrek aan slaap en de lange autoritten. Maar het bedrag op haar bankrekening was wel een beetje zorgwekkend. Lacey had voor duizenden ponden aan meubilair ingekocht, allemaal perfect passend bij Suzy’s jachthuis-thema. En hoewel ze wist dat Suzy de rekening zou vereffenen zodra ze geld binnen begon te halen, was het nog steeds behoorlijk ongemakkelijk om die grote aanslag op haar spaargeld te zien. Zeker met het oog op de deal die ze met Ivan had besloten betreffende de hypotheek van Crag Cottage. Ze zou geen betalingen willen missen aan de lieve man die haar haar droomhuis had verkocht, maar als Suzy’s rekeningen niet voor eind juni werden betaald, was dat wel waar ze toe gedwongen zou worden.

Alleen al het geweer was £5,000 waard! Lacey was bijna in haar cappuccino gestikt toen ze erachter was gekomen hoeveel het waard was, zodat ze het bedrag aan Suzy’s rekening kon toevoegen. Ze had meteen Xavier een bericht gestuurd om hem te vertellen dat ze wat geld naar hem wilde overmaken. Maar hij had gereageerd met, het is een cadeau, waardoor ze zich alleen maar schuldig voelde om het feit dat ze het wapen meteen verkocht had. Maar niet heel schuldig. Want welke man stuurde nu zonder bijbedoelingen kostbare antiekstukken naar een vrouw? Lacey begon te accepteren dat Gina misschien gelijk had gehad over Xaviers intenties en besloot dat het beter was om zo min mogelijk contact met hem te hebben. Bovendien had ze nu een nieuwe aanwijzing in de zoektocht naar haar vader; de oude schietvereniging in Penrose Manor. Xavier was niet langer de enige link met haar vader.

Lacey hoorde Gina rommelen in de winkel. Tot dusver had de oudere vrouw haar veeleisende nieuwe schema aardig bij weten te houden. Haar veto betreffende zwaar tillen was tijdelijk opgeheven en hoewel Gina het niet erg vond, maakte Lacey zich wel zorgen om het feit dat ze een gepensioneerde zo hard moest laten werken.

Op dat moment hoorde Lacey de bel in de winkel rinkelen, gevolgd door het zachte, blije gepiep van Chester en Boudica. Lacey wist meteen dat dat betekende dat Tom er was. Ze stopte waar ze mee bezig was en haastte zich de winkel in.

Zowaar, haar beau was er. Hij gaf de honden net zijn speciale johannesbrood snack. Hij keek op toen hij haar hoorde en wierp haar een brede glimlach toe.

Het voelde alsof het eeuwen geleden was dat Lacey hem voor het laatst had gezien of gesproken. Hij had het te druk gehad met het maken van regenboog-cupcakes en zij had tot haar ellebogen in Victoriaanse antiquiteiten gestaan. Ze hadden niet eens een momentje gehad om elkaar berichtjes te sturen, laat staan allebei op dezelfde plek te zijn!

Lacey haastte zich naar hem toe en kuste hem op zijn lippen.

“Mijn liefste,” dweepte ze. “Het is zo lang geleden. Wat doe je hier?”

“Het is donderdag,” zei hij simpelweg. “Lunchdate-dag.”

Met hun drukke schema’s waren ze overeengekomen om hun dagelijkse elevenses op pauze te zetten en terug te schalen naar een enigszins beter haalbare wekelijkse lunch op donderdag. Maar dat plan was gemaakt voordat ze hun last-minute opdrachten hadden aangenomen en Lacey was er gewoon vanuit gegaan dat het hen beide niet meer zou lukken. De lange waslijst met Victoriaanse spullen die ze moest zoeken had het uit haar gedachten verdrongen.

“Ben je het vergeten?” vroeg Tom.

“Ik zou niet willen zeggen dat ik het vergeten ben,” zei Lacey. “Het is alleen dat we het allebei zo druk hebben…”

“Oh,” zei Tom. De teleurstelling in zijn stem was hoorbaar. “Je moet afzeggen.”

Lacey voelde zich afschuwelijk. Het was niet eens tot haar doorgedrongen dat ze iets had om af te zeggen. Maar ze had niet moeten aannemen dat Tom hun plannen van de baan had geschoven. Blijkbaar was zij de enige die harteloos genoeg was om dat te doen.

“Het spijt me echt,” zei Lacey, die zijn hand pakte en er een speelse ruk aan gaf. Je weet dat we morgen het grote openingsfeest voor de Lodge hebben. Ik moet de komende vierentwintig uur aan één stuk door werken om alles af te krijgen. Ik heb waarschijnlijk niet eens tijd om te slapen vannacht, dus ik kan niet echt een uur voor de lunch uittrekken.” Ze beet op haar lip, overspoeld door schuldgevoelens.

Tom wendde zijn blik af. Het was duidelijk dat ze hem gekwetst had.

“Het is één lunch,” beloofde Lacey hem. “Dit is de laatste hindernis voor me. Na het feest morgenavond kan ik weer terug naar mijn normale leven. En dan ben jij ook klaar met het cupcake bonanza, of hoe het ook heet…”

“…Extravaganza,” mompelde Tom.

“Ja, dat.” Lacey zwaaide zijn handen heen en weer en probeerde luchtig te klinken. “Dan wordt alles weer normaal voor ons. Oké?”

Uiteindelijk knikte Tom. Ze had hem nog niet eerder zo neerslachtig gezien. Op een bepaalde manier was het hartverwarmend, zeker gezien hoe druk zij zich had gemaakt om Lucia. Blijkbaar was slaapgebrek een uitstekend middel tegen jaloezie.

“Hee, weet je wat? Je moet naar het feest komen,” zei Lacey. Ze voelde zich schuldig dat ze er niet eerder aan had gedacht om hem uit te nodigen. Het zou immers een grote opening zijn, met vuurwerk en eten en gedistingeerde gasten.

“Ik?” vroeg Tom. “Ik denk niet dat een banketbakker past tussen de clientèle van de Lodge.”

“Onzin,” zei Lacey. “Trouwens, ik heb je nog nooit in een pak gezien en ik durf te wedden dat het je geweldig staat.”

Ze zag een ondeugende glinstering in Toms ogen verschijnen, een glinstering die haar herinnerde aan de Tom die ze kende en waar ze van hield, in plaats van deze sombere, humeurige versie van hem.

“Nou, zolang Suzy het niet erg vindt,” zei hij. “Maar ik kan het niet laat maken. Luce en ik moeten morgen om zes uur ’s ochtends beginnen met bakken.”

“Luce?” herhaalde Lacey. Toen drong het tot haar door dat hij Lucia bedoelde.

Hij had een koosnaampje voor haar? Eentje die merkwaardig leek op hoe Lacey hem had gevraagd haar niet te noemen, omdat haar ex-man haar zo genoemd had: Lace.

Ineens kwam Laceys ongemakkelijke gevoel over de jonge vrouw met volle hevigheid terug. Tot zover haar theorie dat ze te moe was om jaloers te zijn.

“Hee, dat is een idee. Ik kan Luce vandaag mee uit lunchen nemen!” zei Tom, zich schijnbaar niet bewust van de enigszins ongelovige toon die Lacey niet had kunnen verbergen. “Als een bedankje voor al haar harde werk, weet je. We hebben praktisch aan één stuk doorgewerkt sinds ik haar heb aangenomen en ik moest haar echt in het diepe gooien. Het was een behoorlijk steile leercurve en ze heeft grote sprongen gemaakt. Ze is echt een wonderbaarlijke jonge vrouw.”

Lacey voelde hoe haar handen zich tot vuisten balden terwijl ze Tom hoorde dwepen over de vrouw die hij zojuist had besloten mee uit lunchen te nemen in plaats van haar. Er wervelden allemaal emoties in haar buik rond. Teleurstelling, natuurlijk, omdat ze nu geen tijd met haar favoriete persoon kon doorbrengen. En jaloezie, omdat iemand anders nu zijn aandacht zou krijgen. Maar het ging dieper dan dat. Ze was niet alleen jaloers omdat iemand anders Toms aandacht kreeg, maar omdat het een andere vrouw was. Een “wonderbaarlijke jonge vrouw” nog wel, met haar rimpelvrije huid, eeuwig optimistische persoonlijkheid en glanzend witte, perfecte rechte tanden. Bovenop die jaloezie kwam de schaamte—want wat zouden de plaatselijke inwoners wel niet denken? Als ze Tom zagen lunchen met een mooie jonge vrouw, hoe lang zou het dan duren voordat de geruchtenmolen op gang kwam? Taryn zou het in elk geval geweldig vinden!

“Wie let er dan op de patisserie?” vroeg Lacey, die zich wanhopig vastklampte aan elk excuus om het te voorkomen. “Als jij en Luce allebei gaan lunchen… samen.”

“Paul, natuurlijk,” antwoordde Tom, terwijl er een verwarde frons op zijn voorhoofd verscheen.

Eventjes vroeg Lacey zich af of die frons een teken was dat de altijd onbewuste Tom daadwerkelijk iets door had.

“Hoewel hij vandaag bijzonder onhandig was,” vervolgde Tom. “Hij haalde de garde en de spatel door elkaar. Er zit echt iets niet helemaal goed in het hoofd van die jongen.”

Dus zijn frons was vanwege Pauls gebrek aan gezond verstand, niet vanwege hun relatie. Natuurlijk niet. Tom kennende had hij waarschijnlijk geen idee dat Lacey jaloers was op Lucia, noch een vermoeden betreffende waarom ze dat zou kunnen zijn. Maar Lacey werd er gestoord van dat dergelijke gedachten niet bij Tom opkwamen, want zij kwam over als een krankzinnige wanneer ze hem erop wees.

“Dan is het waarschijnlijk geen idee om hem de leiding te geven, of wel?” zei Lacey. “Ik bedoel, dat is de reden dat je Lucia hebt aangenomen, toch? Om ervoor te zorgen dat iemand anders dan Paul de winkel kan runnen.”

Tom krabde nadenkend op zijn hoofd. “Ja, waarschijnlijk heb je gelijk.”

Even voelde Lacey een golf van opluchting.

“Maar Luce verdiend iets leuks. En ik weet zeker dat Paul de tent niet zal af laten fikken in een uurtje!”

Hij lachte vrolijk, alsof de zaak daarmee af was.

Lacey liet haar schouders hangen. Maar ze kon het zich vandaag niet veroorloven om zich er druk over te maken. Ze wilde niet paranoïde en behoeftig overkomen, zeker niet nu ze zeker een paar dagen geen tijd zouden hebben om goed te praten. Ze kon dit beter laten gaan en het later ter sprake brengen, als ze meer energie had.

“Nou, geniet van je lunch,” zei Lacey terwijl ze hem op zijn wang kuste. “Ik zal door het raam naar je zwaaien als ik de kans krijg.”





Конец ознакомительного фрагмента. Получить полную версию книги.


Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=63590561) на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.



MISDAAD IN HET DONKER (EEN LACEY DOYLE COZY MYSTERY – BOEK 3) is boek drie in een aantrekkelijke nieuwe cozy mystery serie vanFiona Grace. . Lacey Doyle, negenendertig jaar en pas gescheiden, heeft een drastische verandering doorgemaakt: is heeft het gejaagde leven in New York City achter zich gelaten en heeft zich gevestigd in het schilderachtige Engelse kustplaatsje Wilfordshire… Het is bijna zomer, en Lacey is dolverliefd op het stadje en haar vriendje, die banketbakker is. Ze heeft zelfs een nieuwe vriendin gemaakt: de nieuwe eigenaresse van een plaatselijke B&B. En wanneer haar vriendin van haar diensten gebruik wil maken om haar hotel in te richten en ze bijna alles in Lacey’s antiekwinkel koopt, krijgt haar onderneming een flinke boost… Alles gaat perfect—tot iemand op mysterieuze wijze sterft in de nieuwe B&B… Het stadje staat weer eens op zijn kop en het inkomen van haar nieuwe vriendin is in gevaar. Het is aan Lacey en haar hond om het mysterie tot op de bodem uit te zoeken… Boek #4 van de serie is binnenkort beschikbaar!

Как скачать книгу - "Misdaad in het Donker" в fb2, ePub, txt и других форматах?

  1. Нажмите на кнопку "полная версия" справа от обложки книги на версии сайта для ПК или под обложкой на мобюильной версии сайта
    Полная версия книги
  2. Купите книгу на литресе по кнопке со скриншота
    Пример кнопки для покупки книги
    Если книга "Misdaad in het Donker" доступна в бесплатно то будет вот такая кнопка
    Пример кнопки, если книга бесплатная
  3. Выполните вход в личный кабинет на сайте ЛитРес с вашим логином и паролем.
  4. В правом верхнем углу сайта нажмите «Мои книги» и перейдите в подраздел «Мои».
  5. Нажмите на обложку книги -"Misdaad in het Donker", чтобы скачать книгу для телефона или на ПК.
    Аудиокнига - «Misdaad in het Donker»
  6. В разделе «Скачать в виде файла» нажмите на нужный вам формат файла:

    Для чтения на телефоне подойдут следующие форматы (при клике на формат вы можете сразу скачать бесплатно фрагмент книги "Misdaad in het Donker" для ознакомления):

    • FB2 - Для телефонов, планшетов на Android, электронных книг (кроме Kindle) и других программ
    • EPUB - подходит для устройств на ios (iPhone, iPad, Mac) и большинства приложений для чтения

    Для чтения на компьютере подходят форматы:

    • TXT - можно открыть на любом компьютере в текстовом редакторе
    • RTF - также можно открыть на любом ПК
    • A4 PDF - открывается в программе Adobe Reader

    Другие форматы:

    • MOBI - подходит для электронных книг Kindle и Android-приложений
    • IOS.EPUB - идеально подойдет для iPhone и iPad
    • A6 PDF - оптимизирован и подойдет для смартфонов
    • FB3 - более развитый формат FB2

  7. Сохраните файл на свой компьютер или телефоне.

Видео по теме - CRASH met VIER DODEN én DRUGSHANDEL: wie is Omar E.? | Misdaad Uitgelegd

Книги серии

Книги автора

Рекомендуем

Последние отзывы
Оставьте отзыв к любой книге и его увидят десятки тысяч людей!
  • константин александрович обрезанов:
    3★
    21.08.2023
  • константин александрович обрезанов:
    3.1★
    11.08.2023
  • Добавить комментарий

    Ваш e-mail не будет опубликован. Обязательные поля помечены *